Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE ORDE IN DE UITWENDIGE ROEPING.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE ORDE IN DE UITWENDIGE ROEPING.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ten tweede, dat zij ons onze zoniden en boosheid zou openbaren en ontdekken, als wii inzicht ontvangen om te zien hoe on* bekwaam wiil ziin van onszelf om' te doen wat de heilige, rechtvaardige en goede Wet Gods van ons vraagt om te doen.

Ten derde is de Wet van God, nadat wij hebben geleerd onze zwakheid, onze el* lende, onzel zonde, onze boosheid len god* deloosheid door de vergelijking van onze eigen kracht en leven met de Wet Gods, die ons allen als zondaar aanwast en waar* dig de eeuwige veEdoemienis, ook gegeven, opdat we niet zouden vallen in wanhoop en zo omkomen, om te ziin een school* meester of tuchtmeester om ons te leiden tot Christus, het enige einde en de vol* komen Vervuiler van al de wetten Gods; opdat wiil door het geloof tot ons verkrii* gend Ziine gerechtigheid, en Ziin vervul* ling van de Wet, mogen gevonden worden smetteloos door Hem in het gezicht Gods, en zo erfgenaam gemaakt te worden van Ziine eeuwige heerliikheid.

En ini de tweespraak of dialoog tussen de christeliike ridder en saten onderwiist hii op p. 626 als volgt: Wat deze dingen be* treft, zo antwoordt de ridder tegen satan, welke gii tot hiertoe hebt biigebracht uit het Oude* en Nieuwe Testament, en er met mii hebt over gesproken, al deze din^ gen ziin' de Wet, of behoren' tot de Wet. Gii zult daarom geen voordeel hier hebi* ben, noch zult gij iets winlhen ten bate daarvan. Want, ik zeide al te voren, dat God de zondige mens twee dingen heeft voorgesteld, het lene is de Wet, het anldere het Evangelie.!'En ik beken met heel miin hart, dat de Wet is het Woord van mijn God, en overeenkomstig dit eerste Woord, ik meen de Wet, erken ik en belijd beide van harte en miet een open stem (geen van beide wil ik loochenen te eniger tiid), dat ik ben een zondaar, schuldig aan de eeu»! wige verdoemenis.' Want dit is zeer waar, dat ik arme ellendige, ongelukkige stakker, door miin eigen werken en volmaaktheid de Wet niet heb vervuld. Daarom, indien er geen andere weg of middel was in deze wereld om' de Wet te vervullen dan door miin eigen werken, en deze perfect en smet^ teloos vol, dan moest ik noodzakeHik in* stemmen met de minor in de siuitrede door satan gesteld, dat ik maar wanhopen moest. Op geen manier toch zou ik ontkomen, maar verstrikt en weg ziin, ik meen ver* loren gaan voor eeuwig.

Maar ik, weet en heb ook een andere wi^g ter verkriiging van gerechtigheid en ven» vulling van de Wet, die gii niet van mij weg kunt trekken. Want God Zelf heeft mii deze' weg geleerd in het Evangelie, ia dat ik zou geloven in Christus, Die alleen op dé meest volkomen wiize de Wet ver* vuld heeft, en alle gehoorzaamheid voor mii heeft betracht. Bij dit geloof zijn mii al miin zonden vergeven, en is de Heilige Geest mii gegeven. Die miin hart reinigt en dei'Wet begint te vervullen in mii. In* dien er in mii tekort komt (zoals wii in zovele (dingen tekopt komen in dit zon* dige leven, in vele dingen zijn wii ongesta* dig enj onrein, vanwege het zondige vlees, dat wii omdragen), nochtans deze gebre* ken, ik meen deze zonden of overtredingen, worden ons niet toegerekend of geteld tot verdoemenis wegens de verdiensten en de vervulling van Christus, welke onzer is. Want Christus is de vervulUng van de Wet voor ieder, die gelooft, ia Christus is onze gerechtigheid; Ps. 32, Rom. 4, Rom. 10, 1 '„Cor. 1. Nu hebt gij deze dingen ge* hoord.

Het andere Wo'Ord, dat God op gelijke wiize mii heeft voorgesteld, en dat Hij wil, dat ik zal geloven, is niet minder als het eerste. Dat tweede Woord is genoemd E* vangelie, dat is te zeggen genade, Igunst, en vergeving van zonden, beloofd in Christus. Gii verstaat het Evangelie alleen maar in de letter, de loutere woorden er van, maar gii gelooft niet het Evangelie. Daarom zult gii verdoemd worden, en niet ik.

We komen nu bii R- RoUock (1555*1598). In ziin Select Works, Ed. 1849 I. p. 43 in ziin verhandeling over de krachtdadige roe* ping zegt hii, dat de leer van het Evangelie begint met de leer van de werken der wet en van de morele wet. Want het Evangelie zou te vergeefs gepreekt worlden en belo* ven gerechtigheid en leven aan de gelovi* gen, indien zii niet eerst werden vooilbe* neid door de bediening van de Wet om ge* voel te ontvangen van hun eigen veijderf en ellendige staat, om te horen en aan te nemen de genade door middel van het E* vangelie. Daarom bevrydt Christus Zelf in Matth. 5, 17 en elders, de Wet en herstelt ze in haar origere^theid van de zuurdesem der Parizeen door haar volmaaktheid aan te wiizen en haar stipte gestrengheid en dat iuist daarvoor, opdat de mensen bii dat licht van het werkvefbond en de mo* rele Wet, , mogen kennis kriigen hoe ellen* dig zii ziin van nature, en zo langs die weg mogen worden voorbereid om het Ver* bond der Genade te omhelzen. Zo bereidde Christus de riike iongeling voor, die tot Hem kwam om te leren, zoals hii voorgaf, om tot het Genadeverbond over te gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1957

De Wachter Sions | 4 Pagina's

DE ORDE IN DE UITWENDIGE ROEPING.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1957

De Wachter Sions | 4 Pagina's