Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BOSTON en HALYBURTON over het recht op laards goed van ds onherborene.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOSTON en HALYBURTON over het recht op laards goed van ds onherborene.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In zijn Beschouwing van het Verbond ider genade, Ned. uitg. 1744, op p. 276, par. 5. De belofte van tijdelijke weldaden, zegt Boston o.a. Hij (de mens) brak Gods ver* bond (het werkverbond), en dus verviel hij van idit recht tot en heerschappij over de schepselen. Door zijn overtreding ver* beurde hij zijn leven zelfs; en vervolgens verloor hij zijn Verboindsrecht, tot alle mida delen en de yerkwikklngen des levens.

En in deze staat zijn alle natuurlijke men* sen, ten aanzien van ideze dingen. Zij heb* ben geen Verbondsrecht tot de middelen en verkwikkingen ides levens, hoiedanig ge* deelte derzelve het ook zij, 't welk zij bezitten. Al het recht, 't welk zij tot ide* zelve hebben, is een bloot voorzienlijk, vers guïffld recht; zodanig gelijk een vercoïdiSeid mens tot zijn voedsel heeft, gedurende ide tijd, dat zijn terecihtsielling naar 't wel'bie* hagen van ide vorst vertraagd is. iDit is een zeer onzekere ien droevige bezitting. Niettemin is het in' zover idienstig, idat zij eigenlijk gesproken, geen geweldige bezit* ters van tijdelijke Wieldaden zijn, hebbien* de even hetziélfde recht tot dezelve, als tot hun verbeurd leven, terwijl het hun door de beschikking der voorzienigheid (Goids) overgelaten is.

Hier blijkt idus, dat onherborenien door Gods algemene voorzienigheid als een ver* oordeelde ontvangt wat hij heeft.

In gelijke geest spreekt ook Halyburton in zijn „Het groot aanbelang der zaligheid" uitg. Romijn en v.id. Hof, 1930, 'Op p. 127: O zondaren! gij hebt door uwe zon* den het recht van alle uwe genietingen al* hier, alsmede het vooruitzicht van ©en ver* troostelijk welzijn hiernamaals verloren. Adam, zo ras hij zondigde, werd uit het paradijs gedreven, ien hetzelve voor hem ongenaakbaar gemaakt.

Maar, zult gij zeggen, onze bezittingen zijn niet verbeurd verklaard; want wij genieten huizen, landerijen, voedsel, deksel ien vele andere idergelijke zaken: hoe kunt gij dan zeggen, dat wij alles verloren hebben, waar* door verkrijgen wij dan al deze dingen? Ik antwoord (1) Een Wiederspanneling, ver* oordeeld zijnde om te sterven, wordt door de koning voedsel, deksel en andere nood* zakelijkheden tot onderhouding ider natuur toegestaan, totdat de tijd der uitvoering van het vonnis gekomen, is; zo ook hieri;

Ide Heere aan da mens om heilige einden, die wij nu niet zullen onderzoeken, voor enige tijd uitstel verleend hebbiende, ver< * gunt hem enige dergelijke dingen te goo nieten, totdat het Hem goeddunkt het vans' nis des docds over hem ten uitvoer te brengen, en dan zal de verbeurdverkla^ ring plaatsgrijpen. (2) Wij zeggen dat gij geen ander recht hebt tot leniga genieting, dan alleen hetgeen v/ij zo even gemeld hebben. Het recht waardoor de mens in de staat ider rechtheid zijn bezittingen ge»= noot, was het verbond der werken; dit was de grond zijner veiligheid voor het* geen hij bezat, en' de grondslag zijner ho> * pe voor hetgeen hij nog verder verwacht* te; maar .dit verbond door uwe zonden veiibroken zijnde, zo hebt gij geen recht meer tot enige zake die gij geniet. (3) G& ^ lijk gij airede uw recht en eigendom ver=* loren hebt, zo hebt gij ook de zoetigheid van al uwe genietingen verloren; gij zweet en arbeidt, maar vindt geen vergenoeging; wat voorideel hebt gij> van al uwen arbeid, die gij arbeid onder de zon? Dezelve kan u geen voldoening geven; dat hebben wij breedvoerig aangetoond in onze verklaring van de Prediker. (4) Om te besluiten, bin, < = nenkort zult gij van dit alles geheel en al beroofd worden; de dag ter uitvoering van het vonnis nadert, wanneer de Heere al uwe genietingen van u zal onttrekken.

We zien het ook hier weer, dat de wereld en al wat als^ onherboren sterft, zijn aard* se portie niet uit of door de verdiensten van Christus krijgt volgens deze Schotse schrijvers. En dat is ook de voorstelling van vele andere Engelsei en Schotse schrijV vers, die als rechtzinnig aangemerkt kunnen worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 augustus 1957

De Wachter Sions | 4 Pagina's

BOSTON en HALYBURTON over het recht op laards goed van ds onherborene.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 augustus 1957

De Wachter Sions | 4 Pagina's