Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HOPENDE EN UITZIENDE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOPENDE EN UITZIENDE.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hopende: We hebben dus deze keer te handelen over de brief aan de gemeente te Thyatire. Deze brief vangt aan met het volgende opschrift: Dit zegt de Zoon van God, Die Zijn ogen heeft als een vlam vuurs, en Zijn voeten zijn blin* kend koper gelijk. Gedurig weer zien we hoe Christus in Zijn openbaring aan Johannes getuigenis geeft van Zijn waar* achtige Godheid. Hij heeft krachtelijk bewezen te zijn !de Zoon van God door de opstanding uit de doden. Zijn God* delijke heerlijkheid heeft Hij tijdens Zijn verblijf op aarde verborgen gehouden, al gaf Hij ook vele duidelijke bewijzen •van Zijn waarachtige. Godheid in Zijn wonderwerken. Maar nu in de staat Zij* ner verheerlijking straalt Zijn Gcwldelijke heerlijkheid ten volle uit en houdt zich niet langer meer achter het voorhangsel van Zijn menselijke natuur verborgen. Er wordt hier verder nog gezegd dat Zijn o.gen zijn als een vlam vuurs en Zijn voeten blinkend koper gelijk. Wat daar de betekenis van is, hebben we bij het eerste hoofdstuk al overdacht. En bij vernieuwing wordt hier in deze brief gezegd: Ik weet Uwe werken. Maar Hij noemt hier ook die werken op, als Hij zegt: en liefde, en dienst, en geloof, en uwe lijdzaamheid, en uwe werken, en dat de laatste meer zijn dan de eerste.

Uitziende: Er wordt dus alzo nog al een gunstig getuigenis van die gemeente ge* geven. Er wordt allereerst over de liefde gesproken, en dat is toch een voorname zaak, want de liefde is de vervulling der wet. En Paulus laat ons horen in 1 Cor. 13, dat al ware het dat wij de ta« len der mensen en engelen spraken en de liefde niet hadden, dat we dan niet anders waren dan een klinkend metaal en een luidende schel. En wellicht is er in deze gemeente nog wat van die eerste liefde te vinden geweest, waar het in de gemeente van Efeze aan ontbroken heeft. En idie liefde zal ook in die dienst wel openbaar gekomen zijn waar de Hee* re hier van spreekt. Waar de liefde aan* wezig is, zal dat ook in een dienen van de heiligen openbaar komen. Maar de liefde ging ook met het geloof gepaard, zonder hetwelk het onmogelijk is Gode te behagen. En gelijk als de liefde werd beoefend, zal er van het geloof ook in de vrucht wel wat openbaar gekomen zijn, . Dat gaat met elkander gepaard. Rachab heeft volgens het getuigenis van Jacobus haar gelopf in de werken ge* toond als zij de verspieders heeft ver* borgen. En de vrucht van dat geloof in de gemeente van Thyatire is verder ook de lijdzaamheid geweest. Zo moch* ten ze zich onderwerpen aan het lijden dat hun om het Evangelie overkwam. Om aan de zuivere leer der waarheid vast te houden in lijden en vervolgingen, moet men wel zeer vast staan in het ge* loof. Welk een sterk geloof is er bij de martelaren niet openbaar gekomen, als zij de wreedste dood ter wille van de waarheid getrotseerd hebben. Zegt de a* postel het niet in Hebreen II, dat zij door het geloof de muilen der leeuwen hebben toegestopt, de kracht des vuurs hebben uitgeblust, de scherpte des zwaards zijn ontvloden en de aangebo* den verlossing niet hebben aangenomen, opdat zij een betere opstanding zouden verkrijgen.

En nogmaals wordt er over de werken gesproken in de gemeente van Thyatire. Er wondt idan gezegd dat de laatste wer.* ken nog meer waren dan de eerste.

Hopende: Maar wie zou nu gedacht heb* ben dat er op zulk ©en loffelijk getuige* nis nog weer zulk ©en ernstige berisping volgen zou? Maar Ik heb enige weinige dingen tegen u, zo wordt er gezegd, dat gij de vrouw Jezabel, die zichzelf zegt een profetes te zijn, laat leren, en' Mijn idienstknechten verleiden, dat ze hoereren en afgodenoffer eten. Het algemeen ge* voelen is dat de Heere hier weer betoog heeft op ide secte der Nikolaïeten. Er schijnt dan een vrouw in die gemeente van Thyatire geweest te zijn die haar voornaamste woordvoerster was en er zo* doende vele verleidden. Ze zei van zich* zelf dat ze een profetes was, maar ze wordt hier in deze brief een Izebel ge* noemd, want gelijk Izebel het volk ver* leidde tot afgoderij en hoererij, zo ver* leidde ook deze vrouw velen in de ge* meente tot een ontuchtige wandel.

Uitziende: Ge kunt zo zien dat er van de vroegste tijden altijd van die verleidende

personen onder die godsdienst zijn ge* weest. En die zult ge nog haasfc in elke gemeente vinden, ook onder de vrouwen. Dat zijn van idie profetessen, maar ge moet er voor óp uw hoede wezen. Maar o wee als ge ze tegen komt!, Dan komt het openbaar waar ze voor aangezien willen wezen. Maar als ze de kans krij== gen, doen ze niet anders dan verwoesten. Het is maar goed als ze je niet; veel meer wijs kunnen maken. Dan zal men voor zulke koninginnen niet buigen. Laten ze dan maar boos worden. Ge kunt ze be# ter kwijt zijn dan rijk.

Hopende: De gemeente van Thyatire wordt er dan ook om bestraft, dat men die Izebel zulk leen igrote plaats gegeven had. Men had ze zelfs laten leren. En dat is verboden. En ]dat te meer wanneer het nog een verleidende leer is ook. Maar nu laat de Heere er nog wat op volgen: En Ik heb haar tijd gegeven, opdat zij zich zou bekeren van haar hoererij, en zij heeft zich niet bekeerd. De Heere had nog niet dadelijk Zijn oordelen over haar uitgevoerd. Zijn lankmoedigheid is groot. Zodoende kunnen die profetessen voor een tijd nog heel wat opgang maken. Maar er komt toch een einde aan. En dan zal Gods rechtvaardigheid in het oordeel dat Hij over zulke vrouwen brengt, nog te meer uitblinken.

Er zou een einde aan het geprofeteer van die vrouw komen. Zie, Ik werp haar te bed, zo staat er, en die met'haar over* spel bedrijven, in grote verdrukking, zo zij zich niet bekeren van hunne werken. Op idat bed dat haar eerst tot wellust diende, zou God haar nederwerpen, met een zware len kwellende ziekte bezocht, onder ondragelijke pijnen. En zo zou ze nederliggen in grote verdrukking.

Wellicht Vv'ordt daarmede bedoeld dat ze in wroeging en dus met een knagend geweten zou nederliggen.. En dat zou niet alleen haar overkomen, maar ook die met haar overspel bedreven. En haar kinderen zouden door de dood omge* bracht worden. Dat waren wellicht kin* deren die uit hoererij waren voortgeko* men. Die zou God doden, gelijk als Hij bij het kind van Bathseba gedaan heeft. Maar dan voegt 'de Heere er ook nog zulk ©en lernstig woord aan toe, als Hij zegt: En al de gemeenten zullen weten, dat Ik het ben. Die nieren en harten on* derzoek. En Ik zal ulieden geven een iegelijk naar uwe werken. Waarom zegt Christus dat er zo bij? Wel omdat men aan de leer van deze vrouw een schijn van godzaligheid wist te geven.

Uitziende: Er heerst wat bedrag onder de godsdienst. En als 'men zulk ©en bijzon* dere gedaante van jgodzaligheid weet aan te pemen, moet men er altijd mee uitkij* ken. Maar de Heere is er zeker niet mee te bedriegen. Hij zal het betonen dat Hij die God is Die harten en nieren onder* zoekt. Die gruwelijke oogmerken die men met al die vertoning van godzaligheid heeft, zijn voor Hem niet onbekend.

Hopende: Er volgt tenslotte nog een be* lofte in deze brief voor degenen die ge* trouw bleven aan Ide zuivere leer ert de waarachtige praktijk daarvan mochten be* oefenen. Doch Ik zeg tot ulieden, en tot de anderen, die te Thyatire zijn, zovelen als er deze leer niet hebben, en die de diepten ides satans niet gekend hebben, gelijk zij zeggen: Ik zal u geen andere last opleggen. Maar hetgeen gij hebt, houdt dat, totdat Ik zal komen. En die overwint, en die Mijn werken tot het einde toe bewaart, Ik zal hem macht geven over de heidenen; ien hij zal ze hoeden tnet leen ijzeren staf; zij zullen als pottenbakkersvaten vermorzeld wor* den; gelijk ook Ik van Mijn Vader ont* vangen heb. En Ik zal hem de morgen* ster geven. Die loren heeft, die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt. Maar vriend, we moeten nodig eindigen. Wel* licht zullen we dan van het laatste de volgende keer nog wat zeggen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 januari 1958

De Wachter Sions | 4 Pagina's

HOPENDE EN UITZIENDE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 januari 1958

De Wachter Sions | 4 Pagina's