Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HOPENDE EN UITZIENDE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOPENDE EN UITZIENDE.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hopende: We zijn nu gekomen tot het 7e vers van Openbaring 12, waar we lezen: En daar werd krijg in de hemel: Michael en Zijn engelen krijgden tegen de draak, en de draak krijgde ook en zijn engelen. Weer zag Johannis dus wat er in de hemel gebeurde. Maar zoals we nu steeds gezien hebben, wordt in dit hoofdstuk gesproken over de strijd en overwinning !van de kerk. Die kerk is het koninkrijk der hemelen. En dat koninkrijk der hemelen is hier op aarde , ic(pgericht. De krijg waarover nu ook wordt igesproken is een krijg tussen Christus en de duivel, die uitloopt op de overwinning van Christus en alzo op de verlossing van de kerk. In het ge en 9ie vers lezen we dat de draak en gijn engelen niet hebben vermocht en dat hun plaats niet meer gevonden is in de hemel. En de grote draak is geworpen, staat er, namelijk de oude slang, welke genaamd wordt duivel en satanas, welke de gehele wereld verleidt, hij is zeg ik, geworpen on Q'* aaide: en zijn engelen zijn met hem geworpen. Hier wordt niet gesproken over de eerste val van de dui(# vel, want aan Johannes werd getoond wat nog geschieden moest. Er was een tijd van verdrukking voor de kerk op komst. Maar de kerk zou zegepralend uit de strijd komen. Er wordt hier dan ook niet gesproken over de strijd van Christus tegen de duivel, die Hij g< & > voerd heeft in Zijn lijden en sterven. Maar, zoals onze kanttekenaren zieggen, is dat wel het eeuwigdurend fundament van alle overwinning over de satan en zijn werktuigen. Daarom mogen we bij het nagaan van ide strijd die ons hier bi^i schreven is, dat fundament ook niet uit het oog verliezen.

Uitziende: Ik geloof ook dat juist de funi» damenten van de zaligheid in dit hoofde» stuk zo dierbaar ontdekt worden. We zien hier in dit hoofdstuk de volvoering van dat Goddelijke welbehagen ons voorgesteld door de hand van Christus door de zondeval des mensen heen tot de verheerlijking van al Gods aanbidt delijke deugden en alzo tot de eeuwige zaligheid van de kerk. En dan geloof ik dat we bij het nagaan Vian de strijd tegen de duivel en de val van de dui'^ vel, zoals die ons hier beschreven is, zijn eerste val niet uit het oog verliezen moeten. De duivel is het eerste van God afgevallen. En dat is in de hemel get» beurd. Hier rijst de vraag, hoe het moi* gelijk was dat in de hemel, in de tes» genwoordighieid van dat hoge, heilige Goddelijke Wezen, en dat wel in hei^s lige troongeesten de zonde opkwam.

Nu moeten we altijd voorzichtig iijn dat we niet willen indringen in het: * geen dat voor ons verborgen is. Maar dit kunnen we in ieder geval zeggen, dat God de Auteur van de zonde niet is geweest, doch dat Hij ruimte heeft gelaten voor de wording van de zonde. En dat wijst er ons op dat Hij door de zonde been Zijn eeuwige raad heeft willen volvoeren. De Benedenvaldrijvers willen daar niet van weten. Ze stellen de verkiezing beneden de val. En de meesten van hen willen niet erkennen dat God de val besloten, dus ook gel* wild heeft. Maar hoe zullen ze er uiti* komen als ze het antwoord moeten gey ven op de vraag hoe de zonde in recht* schapen engelen en mensen heeft kune* nen opkomen en in die gelukzalige staat heeft kunnen binnendringen. Zeker, zof als we zeiden {en die Benedenvaldrij»' vers voeren dat natuurlijk ook dadelijk aan) mogen we niet indringen in wat voor ons verborgen is. Maar dit kan toch niemand tegenspreken, dat er ruimt* te is gelaten voor de wording van de zonde. En hoe zou dat hebben kuni* nen bestaan buiten Gods wil? Maar als dat dan ook geschied is naar Gods eeuwige raad en wil, dan zegt ons dat,

dat God Zich dooi de zonde heen heeft willen verheerlijken in barmhartigheid en gerechtigheid beide. Satans val was dus ondergeschikt aan die Goddelijke wil, aan de eeuwige voorverordinering. Aan de volvoering daarvan moest die val dienstbaar zijn. En zo ook moest de val des mensen daaraan dienstbaar zijn. De gevallen engelen zouden z; ich werpen oip de rechtschapen mens, het pronkjuweel van de schepping, om die mens ook tot de val te brengen. Maar al lag dit vast in Gods eeuwig besluit, de mens viel moed*» en vrijwillig van God af en zijn val is dan ook een, gru'p welijke en rampzalige val, waarvoor hij zelf de volle verantwoording moet dral< gen. En toch worden we hier in dit hoofdstuk in het bijzonder gewezen op dat Goddelijke doel, om Zich door def* ze weg te verheerlijken in verkorenen en verworpenen beiden. Maar daasrom moest ook satan het verliezen in zijn opstand tegen God. Christus zegt, dat Hij satan als een bliksem uit de hemel heeft zien vallen. En Jesaja horen we uitroepen: Hoie zijt gij uit de hemel gSf vallen, o morgenster, gij zoon des da*» geraadsl De draak en zijn engelen hebi* ben niet vermocht. Hun iplaats is niet meer gevonden in de hemel.

Hopende: O vriend, hod klaar wordtiions toch de vaste grond van de zaligheid hier ontdekt in dat eeuwige Goiddei# lijke welbehagen, dat volvoerd werd, zelfs door de val van engelen en metifci sen heen. God volvoert door alles heen juist Zijn raad, en dat tot zaligheid v^n de kerk. Die kerk moet dus tot de; zat* ligheid komen.

Hier wordt ons gezegd, hoedat Michael en Zijn engelen krijgiden tegen de draak. Er zijn twee geschapen engelen van wie we de naam kunnen vinden in de H. Schrift, namelijk Gabriel en Michael.

Zij zijn Aartsengelen. De engel Michai* el, die we in de Schrift verschillende malen tegenkomen, is dus een geschapen engel. Echter zeggen schier alk verklaarl* ders (len ook de kanttekenaren liggen daarheen) dat hier in Openbaring 12 met Michael Christus wordt bedoeld.

Hoewel Hij geen geschapen engel is, zo wordt Hij toch ook een engel genoemd. Hij is de grote Verbondsengel. En zo wordt van Hem dan ook als 't Hoofd van de geschapen engelen gestproken.

Die engelen zijn Zijn idienstknechten.

En in Zijn strijd tegen de draak voert Hij ook Zijn engelen aan tot verlossing van de kerk. Christus is de grote Man van Gods raad, Die er in de eeuwige voorverordinering toe gesteld is om het welbehagen Zijns Vaders te volvoeren. Maar zo ook heeft Hij als de verkoren Middelaar Zich in de eeuwige Verbondsj* sluiting of de Raad des Vredes Borg gesteld voor Zijn uitverkorenen.

Het Lam is alzo geslacht van voor de grondlegging der wereld. In die Bor^* stelling in het eeuwige verbond is Hij de val van engelen en mensen voor get* weest. Na de verbreking van het veB# bond der werken door de gevallen mens heeft God het verbond der genade met de mens dadelijk kunnen oprichten, spre^a kende daarin van dat Zaad der vrouw Dat de kop der slang vermorzelen zou. Hier deed God Zelf dus de eerste bet* lofte van Christus' komst in het vlees. En van stonde afaan is de strijd aaini* gegaan tegen het beloofde Zaad.

Dat begon al in de broedetmoorid van Kaïn op Abel. Maar God gaf Sethvoor Abel in de plaats. De Middelaar zou eenmaal komen in het vlees. En Hij is gekomen. Hij heeft ide krijg gevoerd tes» gen de draak len zijn engelen. O die strijd is voor Christus wat geweest!

Maar Hij heeft overwonnen in Zijne dood. Hij heeft uit kunnen roepen aan het vloekhout des kruises: Het is vol^ bracht! En hoe heeft de draak niet te? " gen Hem gekrijgd, tot het einde van Zijn leven toe. Maar God heeft hulp besteld bij een Held Die machtig is om te verlossen. Hij heeft een Verkop» rene uit het volk verhoogd. Satans kop is vermorzeld tot de zekere en ©euwiges verlossing van é& kerk. Maar wel heeft de kerk nog te doen met de roerselen van zijn staart. Dat kunnen we ook in dit hoofdstuk beschreven vinden. De isatan is geworpen oip ide aaide. Hij kiijg't nog vrijheid tot het oordeel van de grote dag om de mensen te verleiden en om de kerk te benauwen. Maar de uit=* eindelijke overwitming is aan de zijde van de kerk. We hopen dat uit dit hoofdstuk nog nader met elkander na te gaan. Voor ditmaal zullen we het er weer bij laten,

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 oktober 1959

De Wachter Sions | 4 Pagina's

HOPENDE EN UITZIENDE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 oktober 1959

De Wachter Sions | 4 Pagina's