HOPENDE EN UITZIENDE.

Hopende: Bij het overwinningslied dat door de verlosten des Heeren gezongen wordt aan de oever van de glazen zee, zouden we dus nu wat nader willen stilstaan. Johannes zag degenen die de overwinning van het beest hadden, en van zijn beeld, en van zijn merkteken, en van het getal zijns naams, staande aan de glazen zee, hebbende de citers Gods. Zij die dus aan die glazen zee stonden, hadden overwonnen. Het geloof overwint de wereld. Het beest heeft geen triumph over hen kunnen behalen. Johannes zag hen boven alle strijd verheven. En zij gaven God eeuwig eer en heerlijkheid, en dat op de citers Gods.

Uitziende: Er wordt dus over muziekinstrumenten gesproken, waarmee de gezaligden God verheerlijken. We hebben daar echter geen stoffelijke muziekinstrumenten door te verstaan.

Toch is het ook weer niet zonder rede dat er over zulke muziekinstrumenten wordt gesproken. De Heere had onder het Oude Verbond Zelf ook bepaald dat men Hem op muziekinstrumenten prijzen moest. En al wat in de tempeldienst plaats vond, was van een geestelijke betekenis. In die tempeldienst lag 'n heenwijzing naar de verlossing door het bloed van Christus zoals die hier door 't geloof gekend wordt, maar ook een heenwijzing naar de eeuwige verlossing der gezaligden voor de troon.

En nu kan het spelen op muziekinstrumenten vanzelf God niet vermaken.

Hij is God en geen mens. Maar de mens heeft een natuiurlijk vermaak in zang en muziek. In het bespelen van die instrumenten geeft de mens dus uiting aan wat er in zijn hart leeft. Hij geeft uiting op zulk een wijze aan zijn droefheid of zijn blijdschap. En als hier nu over citers wordt gesproken waarop de gezaligden God verheerlijken, dan wordt er mee te kennen gegeven, dat zij ten volle aan de begeerte, lust en vermaking van hun ziel om God te verheerlijken, uiting mogen geven. Zo zullen ze de lof des Heeren eeuwig uitgalmen.

En ik geloof, dat het dan ook niet zonder betekenis is, als hier ook nog zo gezegd wordt: hebbende de citers Gods. De wereld gebruikt ook muziekinstrumenten. De valse godsdienst gebruikt ze ook. Maar geloof maar, dat zij bij beide vindingen zijn van de hel om de genegenheden op een verkeerde wijze te bekoren. Zeker, er is geen uitvinding, of God geeft er de mens het ver

nuft toe, maar de duivel zorgt er wel voor dat de mens er een verkeerd gebruik van maakt. Men wU er tegenwoordig ook nog wel achter wegschmlen, als men zoveel insrumenten uitvindt die louter alleen voor werelds vermaak gebruikt worden, dat 't toch een gave Gods is om ze uit te vinden. Het laatste is vanzelf waar, maar de door de zonden verdorven mens gebruikt de uitvindingen die er zijn, tot zijn eigen verderf. Er zijn instrumenten die geheel en alleen in dienst van de wereld en de duivel staan. Ja, men wil ze ook in de godsdienst gebruiken en verwacht er alzo nog veel zegen van Maar het is de duivel eender op welke wijze hij de mensen naar het verderf voert. Men huivert er van als men hoort wat er zelfs onder de naam van Christelijk niet door radio en televisie komt. Neen, het bezitten van al deze instrumenten is niet goed te praten, al wil men voorgeven dat men er 'n goed gebruik van maakt. Men zou ze wel goed weten te gebruiken, als men door de zonde niet zo gans verdorven was.

Maar nu is het niet te zeggen aan welke gevaren men zichzelf en zijn kinderen blootstelt. We hebben op dat gebied al ervaring genoeg opgedaan. Het komt wel openbaar wat de mens het meeste trekt als hij zulke instrumenten in zijn bezit heeft. De verleiding is maar te groot.

Hopende: Zij zijn gelukkig, van wie het gelden mag: hebbende de citers Gods. Die worden door Gods Geest gaande gemaakt om op een Gode behagelijke wijze aan hun begeerte om God te verheerlijken uiting te geven. Geen ware dankzegging van God is er als die niet door Gods Geest gewerkt wordt. God geeft oorzaak om Hem te prijzen, maar ook een hart om Hem te prijzen. Dat laatste gebeurt hier in dit leven nog niet zo dikwijls. Maar de ogenblikken worden toch gekend. Dan is de Heere Zelf in het midden, als der vromen tenten mogen weergalmen van hulp en heil ons aangebracht. Zulk een gezang en muziek zullen we in de wereld niet kunnen horen. Maar wat zal het dan toch in de hemel zijn, waar het loflied Gods volmaakt gezongen wordt!

Johannes zag - de overwinnaars staan aan de oever van de glazen zee, hebbende de citers Gods. Ze kunnen hun hart ophalen in het verheerlijken en prijzen van God. Daar hebben ze niet meer over een ondankbaar hart te klagen. Al de genegenheden der ziel zijn alleen op de verheerlijking Gods gericht. Wat zal dat een volmaakte en onuitsprekelijke blijdschap en verheuging zijn. Dat zal een volmaakt Goddelijk werk zijn, om zo God te verheerlijken. Dat wordt er mee te kennen gegeven, als er staat dat zij de citers Gods hebben.

Maar vriend, laten we verder gaan, om te zien wat ze zingen aan de oever van die glazen zee. Er staat in vers 3: En zij zongen het gezang van Mozes de dienstknecht Gods, en het gezang des Lams, zeggende: Groot en wonderlijk zijn Uwe werken, Heere, Gij almachtige God; rechtvaardig en waarachtig zijn Uwe wegen, gij Koning der heiligen.

Er wordt dus over het gezang van Mozes en van het Lam gesproken. We hebben er reeds op gewezen, dat hier gezinspeeld wordt op de verlossing van Israël in de doortocht door de Rode Zee. Zoals men gezongen heeft aan de oever van de Rode Zee, zo zingt men ook aan de oever van de glazen zee.

In dat zingen van Israël aan de oever van de Rode Zee lag dus ook een heenwijzing naar deze gelukzaligheid die aan de oever van de glazen zee genoteni wordt.

itziende: Ik geloof, dat het dan toch; heel wat te zeggen heeft als hier over het gezang van Mozes en van het Lam gesproken wordt. Mozes was de dienstknecht, Christus is de Heere. Mozes was getrouw als een dienstknecht in 't ganse huis Gods, maar Christus als de Zoon. De Zoon is veel voortreffelijker dan de dienstknecht. En zo is Jezusveel uitnemender dan Mozes.Toch wordt hier Mozes ook genoemd.

Hij heeft ook niets gesproken dan wat de Geest van Christus hem ingegeven heeft. Er wordt dan ook over de geschriften van het Oude Verbond steeds als van Mozes en de profeten gesproken. Zij hebben naar Christus heengewezen. Nu weten we ook, hoe God door middel en onder leiding van Mozes Israël geleid heeft door de Rode Zee, waarop hier ook wordt gezinspeeld.

Mozes zelf heeft echter die verlossing van Israël niet kunnen bewerken. De Rode Zee wees op het bloed van Christus, waardoor alleen de verlossing is te vinden van de tyrannie van de helse Farao. De gezaligden nu voor de troon, zullen het weten dat zij niet door Mozes, maar door Christus verlost zijn.

Maar buiten Mozes om zijn zij niet tot Christus gekomen. Buiten de Wet komt er voor het Evangelie geen plaats. De Wet is een tuchtmeester tot Christus. En Christus is het einde der Wet een iegelijk die gelooft. Die nooit goed met Mozes kennis gemaakt hebben, weten niets van Christus af. De grond is hen nog nooit goed onder de voeten weggeslagen uit al wat buiten die Middelaar en Zijn gerechtigheid omgaat.

Hopende: De verlosten weten dus waaruit en waardoor zij verlost zijn. Welnu de inhoud van hun lofzang zal ons dat nog duidelijker doen horen.

We moeten dat echter voor de volgende keer bewaren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen