VRAGEN OVER DOGMATIEK.
8. Wat hebt ge op te merken over deze indeling?
1. Dat de weldaden onder de orde des heils kunnen vallen; 2. de namen, enz. ook saamgetrokken kunnen worden tot twee, de Persoon en het werk van de Middelaar, de volgorde ook anders zou kunnen zijn, maar we ons hier maar aan deze orde houden.
9. Wat is een Middelaar? Iemand, die tussen twee partijen in staat, . om hen tot elkander te brengen.
10. Welk een Middelaar is Christus?
Hij is niet maar een Middelaar van voorspreking, zoals Mozes was, maar ook een Middelaar van verzoening door voldoening. Door zijn volkomen voldoening aan de eis van het recht Gods heeft Hij de uitverkoren zondaar, gevallen in Adam, met God verzoend.
11. Kan er dan ook alleen maar sprake zijn van Christus' Middelaarschap wegens Adams val en bondsbreuk in het paradijs? Ja, omdat er toen eerst twee tegenover elkander gestelde, met elkander in onmin staande, partijen waren gekomen, zodat spreken van Christus als Scheppingsmiddelaar heel verkeerd is, waar er bij de schepping geen tegenover elkander gestelde partijen waren.
12. Waar noemt de Heilige Schrift Hem Middelaar?
In 1 Tim. 2:5 wordt Hij aangewezen als de Middelaar Gods en der mensen. Zo wordt Hij ook Middelaar genoemd in Gal. 3:26; Hebr. 8:6; 9:15; 12:24.
13. Wat zegt het dat Gods Woord Hem in dit opzicht Zaligmaker noemt?
Dat Hij juist als Middelaar de Zijnen van rampzalig zalig maakt; Matth. 1:21. Dat is van hun ellende verlost en met God verenigt.
14. Was het ook nodig dat Hij als Middelaar sohuldovernemende en betalende Borg der gerechtigheid zou zijn?
Ja. En wel een volstrekte, en geen bijspringende Borg, waar er niets dan zonde en schuld, eis en vloek overgebleven was. Alleen in de weg van de volstrekte genoegdoening aan het door de val zo snood geschonden recht van Zijn Vader, kon Hij de ware Middelaar zijn voor de Zijnen.
15. Hoe is Hij als Borg en Middelaar der Zijnen aangewezen al in 't O. Testament? Al in de moederbelofte in Gen. 3:15, als het Zaad der vrouw. Voorts als het Zaad van Abraham, Gen. 22:18; Gal. 3:16; uit de stam van Juda, Gen. 49:10; Het ware Zaad Davids, 2 Sam. 7:16; Hand. 2:30.
Van Hem is al voorzegd in het O. Testament: 1. De tijd wanneer Hij komen zou; Schepter en Wetgever van Juda nog. Genesis 49:10; tijdens tweede tempel. Hag. 2:10; tijdens de 70 jaarweken. Dan. 9:24, 26; na het verval van Davids koninklijk geslacht, Jes. 11:1, alles vervuld in het N. Testament.
2. Het geslacht waaruit, n.1, de stam van Juda en het geslacht van David, Gen. 49: 10; 2 Sam. 7:12, alles vervuld in het N.T. Matth. 1, Luk. 3; Hebr. 7:14.
3. De persoon uit wie is de maagd Maria, Jes. 7:14; Luk. 1:30-35; Matth. 1:19, 20.
4. De plaats waar is Bethlehem, Micha 5:1 in N.T., Luk. 2:4-7.
5. De staat waarin Hij komen zou, was 'n arme en geringe staat, Zach. 9:9. In het N.T. vervuld bij Luk. 19:29-35.
16. Waar wordt Hij inzonderheid in het N. Testament uitdrukkelijk Borg en Middelaar des Verbonds genoemd?
In de brief aan de Hebreen, waar Hij in Hebr. 7:22 genoemd wordt de Borg van het zoveel betere verbond, en in Hebr. 8:6 aangemerkt wordt ook als eens beteren verbonds-Middelaar, zoals Hij ook in Hebreen 9:15 en 12:24 genoemd wordt de Middelaar des Nieuwen Testaments, en in 1 Tim. 2:5 als de Middelaar Gods en der mensen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 augustus 1960
De Wachter Sions | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 augustus 1960
De Wachter Sions | 4 Pagina's