Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VAN DER GROE TEN ONRECHTE VAN EENZIJDIGHEID IN DE LEER-VOORSTELLING BETICHT.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAN DER GROE TEN ONRECHTE VAN EENZIJDIGHEID IN DE LEER-VOORSTELLING BETICHT.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook in het voorgaande legt hij er alle nadruk op, dat als hij spreken wil van een algemeen aanbod van genade, het voorwaardelijk is, met insluiting van de vereiste gestalte van het hart, als hij het zo verklaart op p. 19: Het Woord des Evangelies wordt gezonden tot ieder mens, die het hoort verkondigen, en verzekert hem, in de naaim van een God der waarheid. Die niet liegen nog bedriegen kan, dat Christus, met al Zijn zaligheid en algenoegzaamheid, gewisselijk ook de zijne is, indien hij Hem, met een oprecht geloof, waarlijk begeert te ontvangen, zoals Hij ons, geheel om niet, aangeboden en geschonken wordt, en ons geworden is wijsheid van God, rechtvaardigheid, heiligmaking en verlossing, 1 Cor. 1 : 30. Doch hoe wijd de weg tot Christus door God Zelf, in het Evangelie, voor ieder ook wordt opengezet, en dat, die dorst heeft, vrijelijk mag komen, en die wil, het water des levens om niet, voor zich mag nemen, Openb. 22:17, zal toch nimmer enig zondaar, om de Heere Jezus waarlijk verlegen zijn, of Hem oprecht gelovig, voor Zijn Verlosser en Heere, met een volkomen verzaking van alles, begeren te omhelzen, tenzij hij, tevoren zulk een levendig en geestelijk gevoel van zijn rampzalige en doemwaardige staat buiten Christus bekome, dat hem gans verloren en radeloos bij zichzelven doet nederzinken. Hij zal anders nooit met een volkomen hart, daartoe kunnen besluiten, om zich, als een vervloekt en onmachtig goddeloze, uit enkel genade, door Christus te laten zaligen; om al zijn beminde boezemzonden en wereldse begeerlijkheden, gans gewillig te verzaken, tenzij dan, dat de last zijner zonden en van Gods vloek en toorn, hem zo zwaar op zijn hart drukke, dat hij het daar onoxiogelijk langer onder stellen kan.

Hiertoe komt nu de H. Geest de wereld van zonde overtuigen, teneinde Hij, door dat imiddel der mensen gemoederen voor de Heere Jezus zoude bereiden en openen, om Hem oprecht gelovig in hun binnenste te ontvangen; maar die overtuiging zelf is het geloof in Christus niet. Zij is slechts een voorbereidende genade tot het geloof, evenals het omploegen en weekmaken van de grond eens akkers, een voorbereidend werk is, om het zaad te ontvangen en te doen wassen in de aarde

Wat gevoelen of overtuiging, zo vervolgt hij tenslotte op p. 23, van de zonden iemand dan ook moge hebben, zulks alleen en op zichzelven, kan hen nimmer enig deel aan Christus doen bekomen; gelijk de verworpenen in de hel, nooit enige gemeenschap met Christus verkrijgen, schoon zij zeer levendig van hunne zonden en verdoemenis overtuigd zijn, en onophoudelijk, onder het schrikkelijk gevoelen van de Goddelijke toorn, tevergeefs wenen.... Zo onderscheidt hij tenslotte op p. 32, de ware van de valse overtuiging, als.het daar luidt: En voorzeker, deze is des Geestes zaligmakende overtuiging, wanneer Hij krachtdadig komt werken in onze harten, ons te overtuigen, niet slechts van onze zonden tegen de Wet, maar ook, van onze bijzondere zonde tegen het Evangelie, dat wij in Christus, en aan de waarachtige beloften Gods met onze harten niet geloven; dat wij gans gezonken liggen in de poel des ongeloof s, en van de volstrekte vijandschap tegen God, en ons, in Zijn eigen beraamde weg van loutere genade door Christus, niet willen laten behouden.

Uit dit alles van Van der Groe blijkt toch wel al heel duidelijk, dat hij dezelfde grond en uiteenzetting der leer vasthoudt in zijn Biddagspreken, als in zijn andere preken en verhandelingen. Het is bij hem altijd weer Wet en Evangelie, ellende, verlossing en dankbaarheid, de drie stukken. En verder een getrouwe waarschuwing tegen allerlei dwaalgevoelen, als dié van die Evangelische leiding, met dat algemeen en onvoorwaardelijk aanbod van genade, en belofte, en dat Evangelie voorop als kenbron van ellende, en zo ook tegen die algemene overtuiging en wettische woelingen buiten de ware genade om.

En daarom biedt de schrijver in Daniël in zijn onderwijzing aan jonge mensen, ook een verkeerde voorstelling van Van der Groe, als hij hem in een Wettische tegenover een Evangelische v. d- Groe wil verdelen. De godvruchtige Susanna Bosman had een heel andere indruk van de Biddagspreken van Van der Groe, die ze kostelijk achtte voor hare ziel, als blijkt uit de Brieven van Th. van der Groe, uitgave J. V. Golverdinge, 1839 tweede druk. En Ds Ledeboer betuigde ook zo zijn algehele instemming met Van der Groe in zijn Brieven, uitgave J. v. Golverdinge, 1865. Mensen in onze dagen, zoals genoemde jeugdleider, mochten liever zichzelf eens onderzoeken, of zij niet met afgewezen verkeerde leringen en praktijk behept zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juli 1961

De Wachter Sions | 4 Pagina's

VAN DER GROE TEN ONRECHTE VAN EENZIJDIGHEID IN DE LEER-VOORSTELLING BETICHT.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juli 1961

De Wachter Sions | 4 Pagina's