Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

CREMATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

CREMATIE

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er wordt tegenwoordig nog al vrij wat gesproken over crematie of lijkverbranding. In Rotterdam is van de zijde der stedelijke regering voorgesteld om een crematorium daar op te richten. Verschillende kerkelijke gemeenschappen in en rond Rotterdam hebben daar tegen een protest ingediend.

Ook op de Gen. Synode van de Geref. Kerken is de vraag naar het al of niet geoorloofde van de lijkverbranding ter sprake geweest. De Gen. Synode sprak volgens de Rotterdammer van 23 sept. j.1., na veel deliberatie uit, dat tegen crematie geen bijbelse motieven zijn. De synode besloot aan de Classis Winschoten, waar vandaan het punt aan de orde was gesteld, een schrijven te richten, waarin geadviseerd wordt met betrokken leden in een pastoraal gesprek te spreken, en ze onder het oog te brengen dat crematie geen bijbels, noch traditioneel gebruik is, opdat ze zich bewust rekenschap zullen geven van hun voornemen, maar dat het overigens geen bezwaar zou zijn om bij lijkbezorging door crematie tegenwoordig te zijn van de zijde van de kerkeraad.

Uit de discussie die de Rotterdammer vermeldt, zien we dat de meningen verdeeld waren. Onder de gronden, die pleiten voor een niet veroordelen van de crematie is deze, dat bij vele orthodoxe christenen in andere landen de crematie een normaal gebruik is, wel al bijzonder zwak. Immers, men moet zich niet richten naar de gewoonte van anderen, die soms verkeerd kan zijn, maar naar het Schriftvoorbeeld. En dat Schriftvoorbeeld spreekt al heel duidelijk in de Schrift zelf, die allereerst norm is van geloof en leven- En dat zogenaamd „orthodoxe" kan wel zover gerekt worden, dat er niet veel meer van overblijft. En in elk geval kan dat crematie-gebruik te vervangen geacht worden door een zuiver naar het Schriftvoorbeeld handelen in zo ernstvoUe zaak.

En ook dat andei'e argument, dat de gedachte verwerpt, dat crematie een gewelddadig aantasten van het lichaam door het vuur zou zijn, omdat ook in het gTaf het lichaam aan de verbranding wordt overgegeven, al verloopt het proces daar langzamer, heeft al weinig in.

Immers, hier wordt totaal over het hoofd gezien, dat lijkverbranding een onnatuurlijk, een gewelddadig verloop heeft, maar in het graf verteren een natuurlijk verloop heeft. Ook grijpt de mens dan zelf in bij de lijkverbranding, in stede, dat hij als middel in de voorzienigheid Gods hier doet wat de hand vindt om te doen naar het Goddelijk Schriftvoorbeeld, het ten grave bestellen van de doden. Waar haalt de mens de bevoegdheid vandaan in zo'n gewichtvoll0 zaak om tegen het Schriftvoorbeeld in te gaan anders dan uit etgenmachtig optreden en terzijde zetten van de door de Heere Zelf, en door Christus en de H. Geest geordende en goedgekeurde gebruiken te dezen opzichte van de heiligen van de Oude- en de Nieuwe Dag.

Zien we eens nader naar deze Schriftvoorbeelden.

In Gen. 3:19 wordt de gevallen zondaar aangekondigd, dat hij tot de aarde zal weder keren, waaruit hij genomen is. En dat zal naar de analogie van het geheel der Schriftopenbaring dienaangaande toch al niet anders kunnen beduiden dan dat de zondaar met zijn ontzielde lichaam in de groeve der vertering zal komen en niet dat zijn as in een urn bewaard zal worden.

Vervolgens hebben de patriarchen bevel gegeven om hun gebeente te begraven, terwijl God Zelf Mozes heeft begraven, zoals Deutr. 34:6 vermeld.

Ook gewaagt Job van de groeve als zijn vader en het gewormte als zijn moeder, Job. 17:14, en in gelijke geest gewaagt hij ook in Job 21:26 en 24:19, 20.

In de Psalmen wordt er ook al veelal van gewaagd, zo bijv. in Ps. 30; Ps. 94 en Ps, 115:17. Koning Josia wilde de beenderen der profeten niet aanraken, waar hij toch die van de valse priesters wel deed verbranden ten teken van de uitvoering van de oordelen Gods, 2 Koningen 23:16-18. Hier blijkt, dat de lijkverbranding een straf Gods en een oneer was, evenals uit Amos 2:1, uit welke laatste plaats blijkt, dat God ze ook wel bezocht heeft met Zijn oordeel.

Koning Hiskia betuigt, na zijn redding van de dood in Jesaja 38:17, dat zijn ziel nog niet in de groeve der vertering is nedergedaald.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 1961

De Wachter Sions | 4 Pagina's

CREMATIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 1961

De Wachter Sions | 4 Pagina's