Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HOPENDE EN UITZIENDE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOPENDE EN UITZIENDE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hopende: Johannes moest dus nu herwaarts komen, zoals we gehoord hebben. De engel zeide tot hem: Kom herwaarts, ik zal u tonen de bruid, de vrouw des Lams. Hem werd nu getoond de verheerlijkte gemeente van Christus met haar woonplaats. De grote bruiloft des Lams was nu gekomen, zoals Johannes al in de geest had mogen zien. Het 19e hoofdstuk heeft ons daar al bij bepaald. Bij de overdenking van dat hoofdstuk hebben we immers uit het ? e vers gehoord: Laat ons blijde zijn, en vreugde bedrijven, en Hem de heerlijkheid geven; want de bruiloft des Lams is gekomen, en Zijn vrouw heeft zichzelf bereid.

Johannes nu kreeg in te blikken in de heerlijke staat die Gods Kerk na dit leven te wachten staat. Ja, in het bijzonder kreeg hij te zien welk een gelukzaligheid de Kerk verkrijgen zal na de wederkomst des Heeren. Hij kreeg de nieuwe hemel en de nieuwe aarde te zien waarop gerechtigheid wonen zal. En in deze hoofdstukken kunnen we dan ook in het bijzonder een beschrijving vinden van de heerlijkheid van het nieuwe Jeruzalem.

Maar toch moeten we er erg in hebben, dat we in deze hoofdstukken zo maar niet bloot gewezen worden op de heerlijkheid des hemels. Het oppervlakkig Christendom gaat daar helemaal in op. Men zingt van de heilige stad met de straten van goud.

Maar de engel zeide tot Johannes: Kom herwaarts, ik zal u tonen de bruid, de vrouw des Lams. Onze kanttekenaren zeggen dan ook, dat dit betekent, dat hem de heerlijkheid van de gemeente van Christus zelf getoont werd, met haar eigenschappen, gelijk zij hierna-

maals in de hemel zal zijn. Johannes kreeg dus de geheiligde en verheerlijkte Bruidskerk van Christus in haar volmaakte staat in de hemel te aanschouwen.

Uitziende: Welk een verrukkend gezicht moet dat voor Johannes geweest zijn! We hebben al gehoord wat het zeggen wil, als de Kerk de bruid en de vrouw des Lams genaamd wordt. En ook hebben we aan de hand van het 19e hoofdstuk al gehoord, wat het inhoudt, als daar staat dat haar is gegeven, dat zij bekleed worde met rein en blinkend fijn lijnwaad; want dit fijn lijnwaad zijn de reohtvaardigmakingen der heiligen. Die bruid wordt in dit leven voor de eeuwige zaligheid toebereid, zoals we gehoord hebben. Ze wordt bekleed met het kleed van Christus' gerechtigheid. Maar ook in de weg der heiligmaking wordt die bruid voor de eeuwige zaligheid toebereid. Zonder die heiligmaking zal niemand de Heere zien.

Maar nu mocht Johannes de bruid in haar verheerlijkte staat aanschouwen.

Dat was de moeite waard, om zo de bruid te aanschouwen. Daarom, sprak de engel zo tot Johannes: Kom herwaarts, ik zal U tonen de bruid, de vrouw des Lams.

Hopende: Dit is waarlijk heel wat voor Johannes geweest. Hij verkeerde zelf nog in de strijd op aarde. Hier op aarde komt de Kerk de inklevende smet der zonde nooit te boven. Hier blijft er de strijd met de overgebleven verdorvenheden. Dan moet de bruid van zichzelf zeggen dat zij zwart is, al mag ze ook door genade weten dat ze liefelijk is in een Ander. Maar vanuit die staat waarin de Kerk hier nog op aarde verkeert, kreeg Johannes ineens te blikken in de staat der eeuwige heerlijkheid en gelukzaligheid, zoals de Kerk daarin volmaakt en zonder zonde eeuwig God zal mogen dienen en verheerlijken. Zo' kreeg hij dus nu de bruid, de vrouw des Lams te aanschouwen.

En zo wil dat herwaarts komen, waar Johannes nu toe geroepen werd, ons heel wat zeggen in betrekking tot hetgeen heim nu aangaande die heerlijke staat van God na dit leven werd getoond. We hebben er een vorige keer al bij stil gestaan wat dat herwaarts komen inhoudt, zoals daar hier in dit leven wat van gekend wordt. Johannes had gezien wat het deel zou zijn tot in alle eeuwigheid van alle openbare zondedienaars. Hun deel zou zijn in de poel die daar brandt van vuur - en sulfer. Maar nu mocht hij eens herwaarts komen, om de heerlijke staat van de bruid des Lams na dit leven te aanschouwen. O welk een tegenstelling!

Uitziende: Ja vriend, en dan moet ge eens bedenken, wat we al gehoord hebben, dat die bruid zich hier in dit leven boven die openbare zondedienaars niet kan verheffen. Wat de staat betreft waarin we door de zondeval verkeren, dan zijn we allen aan elkander gelijk. En daarbij kan de bruid zich voor haar bekering in dezelfde ongerechtigheden als die openbare zondedienaars hebben uitgeleefd. En wie blijft die bruid na alle ontvangene genade in zichzelf?

Is het niet alleen Gods weerhoudende genade dat ze bewaard blijft voor hetgeen waar anderen zich in uitleven?

Als de Heere haar één ogenblik losliet, deed ze dan niet hetzelfde? En het kan zelfs zijn, dat de Heere ze voor enige tijd daartoe laat komen. Maar dan zal ze door smartelijke wegen terug moeten komen, want ze moet tot de zaligheid komen. Maar wijst dat herwaarts komen waar Johannes nu toe geroepen werd, ons dan niet op het onderscheid dat God uit kracht van eeuwige vrije verkiezing heeft willen maken?

Moest hier Johannes niet in verwondering en aanbidding wegzinken, als hij zo eens herwaarts kommen mocht? Hier kreeg hij te zien welk een volkomen verlossing de Kerk te wachten staat.

Die zaligheid is onuitsprekelijk! Daar krijgt de ziel wat van te zien als de deur des hemels hier in dit leven slechts als op een kier wordt geopend.

Dan roept deze zelfde apostel Johannes uit: Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard wat wij zijn zullen.

Hopende: Johannes kreeg nu de bruid te aanschouwen in de eeuwige gemeenschap met het Lam. Ze zal straks in de eeuwige gemeenschap met dat geslachte Lam gesteld worden. Ze zal Hem eeuwig in Zijn volle heerlijkheid mogen aanschouwen. En als daar hier op aarde door het geloof al wat van gezien wordt, dan is daarin al zulk een zaligheid te smaken, dat er voor die momenten voor niets anders plaats is in de ziel. Maar dan krijgt die ziel er ook wat van te zien welk een heerlijkheid en gelukzaligheid de Kerk na dit leven tot in alle eeuwigheid te wachten staat. We hopen in het vervolg nog wel te zien wat er dienaangaande aan Johannes werd getoond.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1962

De Wachter Sions | 4 Pagina's

HOPENDE EN UITZIENDE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1962

De Wachter Sions | 4 Pagina's