Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE VOORSPRAAK BIJ DE VADER

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE VOORSPRAAK BIJ DE VADER

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

....wij hebben een Voorspraak hij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige.

1 Johannes 2 : Ib.

Van Christus wordt hier dus gesproken als een Voorspraak hij de Vader. Hij is de Voorspraak voor degenen die gezondigd hebben. In onze vorige meditatie hebben we gezien, dat wel alle mensen gezondigd hebben, maar dat niet alle mensen weten dat ze gezondigd hebben.

Johannes spreekt hier nu tot degenen die weten dat ze gezondigd hebben. Zij hebben een Voorspraak bij de Vader. Christus wordt genoemd de Paraklétos, dat is, de advokaat dergenen die Hij gekocht heeft met Zijn bloed. Een advokaat is immers een voorspraak. Een advokaat is een raadgever. Ook bepleit hij onze zaken voor de rechter. Christus is echter meer dan zulk een aardse advokaat. Hij is niet alleen een advokaat van voorspraak, maar ook van verzoening; niet een Pleitbezorger, maar ook een Pleitbeslechter. Johannes zal ons daarop ook wijzen, als hij in het 2e vers zegt: En Hij is een verzoening voor onze zonden. Hij is Borg en Middelaar. Christus' voorspreken is een eisen op grond van Zijn volbracht Middelaarswerk. Hij heeft Zich voor de Zijnen opgeofferd aan de Vader. Voor hun schuld heeft Hij volkomen betaald. Zo kan Hij op grond van Zijn verdiensten hun vrijspraak eisen van de Vader.

Zulk ’n Voorspraak is er nu voor degenen die gezondigd hebben. Als Johannes dit zegt tot vertroosting en bemoediging voor degenen die gezondigd hebben, dan blijkt hieruit, dat zij zelf niets tot hun verontschuldiging hebben in te 'brengen. Ook zegt ons dit, dat zij zich sdhuldig zien staan tegenover de gerechtigheid Gods.

In het recht hebben we immers een voorspraak nodig. En als Jezus nu zulk een Voorspraak is, Die niet alleen optreedt als Pleitbezorger, maar ook als Pleitbeslechter, dan zegt ons dit, dat in het hemelse recht niet mogelijk is, wat in het aardse recht wel mogelijk is. In het aardse recht kan een voorspraak het bereiken, dat de straf aanmerkelijk wordt verlicht, of ook wel dat de schuldige zijn verdiende straf niet krijgt. In het hemelse recht is dat niet mogelijk. God moet Zijn gerechtigheid in het straffen van de zonden volkomen handhaven. Als Hij ook maar 't minste van dat recht zou afdoen, zou Hij ophouden God te zijn. Daarom is er in dat hemelse recht een Voorspraak nodig, Die tevens als Borg kan optreden, eisende op 'grond van de voldoening die door Hem aan het recht gegeven is. En zulk 'n Voorspraak is Christus nu voor de Zijnen. Zij zien zich schuldig staan aan het recht. Er zijn vele beschuldigers, die hen voor God en Zijn heilige vierschaar aanklagen vanwege hun zonden.

Hun eigen consciëntie moet hen aankla­gen. Het boek der consciëntie wordt geopend, zodra als de Heilige Geest de zondaar van zijn schuld overtuigt. Die Geest zal overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van oordeel. Zo zal de zondaar weten, dat hij tegen een heilig en rechtvaardig God gezondigd heeft. En hij wordt er ook dadelijk van overtuigd, dat God de zonden straffen moet. De zonde is een overtreding van Gods heilige Wet. Door die Wet doet God dan ook de zondaar zijn overtreding zien. En de overtreding van de Wet moet gestraft worden.

Zo brengt de Wet hem met 't recht in aanraking. En hier zal ook zelfs de duivel zijn aanklacht tegen de söhuldige zondaar inbrengen. Waar hij de mens eerst tot de zonde heeft verleid, daar stelt hij hem nu de zonde als onvergefelijk voor ogen. Velen worden in een uitwendige godsdienstige weg door de duivel gepaaid met een Evangelie vol rijke beloften en een lieve Jezus, Die voor alle mensen gestorven zou zijn.

Maar voor een waarlijk zich schuldig kennende zondaar heeft de duivel zulk 'n vertroosting niet. Als er waarlijk iemand is die gezondigd heeft, dan zal hij door de duivel niet op de enige Voorspraak worden gewezen.

Maar Johannes gewaagt hier van die Voorspraak bij de Vader, voor degenen die gezondigd hebben. Hij spreekt hier tot zijn kinderkens, zoals we reeds gehoord hebben. Dit woord van de apostel bepaalt ons dan ook niet zozter bij de eerste weg der overtuiging. Hij spreekt hier uit de weg der heiligmaking. En dan heeft hij ons reeds laten horen hoe Gods volk na alle ontvangene genade het iedere keer weer voor God verzondigt. En over al de zonden die Gods kinderen gedurig en dagelijks doen, hebben zij weer de verzoening nodig door het bloed des Lams.

Maar zullen zij de verzoenende en reinigende kracht van dat bloed weer eens in hun ziel ervaren, dan zal daar eerst ook weer het rechte schuldgevoel aan vooraf gegaan zijn. Dan kan het ook zo duister in hun ziel zijn geworden, dat ze met alle ontvangene genade niets meer hebben kunnen beginnen. De zonden maken scheiding tussen God en hun ziel. Wat baat hvin dan de wetenschap van al wat er in hun leven is gebeurd? Al mogen ze ook weten, dat ze de Goddelijke vrijspraa; k in hun leven deelachtig geworden zijn, het is alsof de toorn Gods die ze over hun zonden in him ziel waarnemen nu nog reöhterlijk is. Elke zonde stelt de mens immers toch schuldig aan Gods recht.

Was dat niet waar, dan hadden ze Christus als hun Voorspraak niet nodit. Het is waar, dat Hij voor al hun zondeni van hun ganse leven, ook voor de zonden die ze na ontvangene genade bedrijven, volkomen heeft voldaan. En in de rechtvaardigmaking worden hun de zonden vergeven die zij gedaan hebben en nog zullen doen.

Maar in de w©g der heiligmaking, zullen zij toch een dagelijkse rechtvaardigmaking nodig krijgen. De Heere Jezus heeft Zijn discipelen leren bidden: „En vergeef ons onze schiilden". Deze bede is door 't voegwoord] e „en" verbonden aan de bede om ons dagelijks brood. De vergeving van de schuld heeft Gods volk dus ook dagelij'ks nodig. Dat wil niet zeggen dat de rechte schulderkenning een dagelijks werk is. Velen praten zO' gemakkelijk over het schuldenaar voor God worden, alsof Gods Geest er niet aan te pas behoeft te komen om de mens schuldenaar te ma­ ken. Gods ware volk komt er achter, dat er niets moeilijker en zeldzamer in hun leven is, dan het schuldenaar voor God worden. Och, konden zij zich nog eens recht voor God schioldig kennen! Was er nog maar eens het ware smartgevoel over de zonden! Het schijnt ze soms wel toe, alsof ze van de genade zijn ontbloot en alsof nimmer de liefde Gods in hun ziel is uitgestort. Hoe zouden ze anders zo gemakkelijk de zonden kunnen doen en over de zonden kunnen heenleven? Maar vanwege de veroordeling die de zonde in de ziel teweegbrengt, moeten ze tooh \T: agen om de vergeving hunner zonden.

En op Gods tijd wordt het leven buiten Zijn dadelijke gemeenschap en het smaken van Zijn zoete gunst de ziel toch weer als onhoudbaar. Ook gebruikt de Heere de tegenheden waarmede Hij hen bezoekt ertoe, dat zij bij hun afwijkingen

weer eens temeer worden stü gezet. Nu schijnt het hun toe, alsof niets anders dan Gods gramschap op hen rust. Alles getuigt daarvan. En de toegang tot Gods troon wordt hun zo afgesneden. Het is alsof de Heere nooit meer naar hen om zal zien. Ze zullen moeten weten, dat zij niet goedkoop zondigen. En was er die enige Voorspraak bij de Vader niet, en ging Zijn voorbede niet gedurig door voor Zijn kerk, dan was het zeker nog gewis verloren. Maar de apostel wijst er in deze tekst op, van welk 'n grote betekenis het is, dat de Kerk een Voorspraak bij de Vader heeft. We hopen bij de betekenis daarvan in het vervolg nog wat nader stil te staan.

V.

M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 maart 1962

De Wachter Sions | 4 Pagina's

DE VOORSPRAAK BIJ DE VADER

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 maart 1962

De Wachter Sions | 4 Pagina's