DE BIJBELSE GESCHIEDENIS IX.

Antwoord 71 tot en met 80.

71. Zondvloed = grote vloed.

72. Het water welde uit de grond (de fonteinen des groten afgronds werden opengebroken) en er was een geweldige piasregen (de sluizen des hemels werden geopend).

73. Het water steeg tot 15 ellen boven de hoogste berg met het gevolg dat alle mensen en al het gedierte (met uitzondering van de vissen) stierven.

74. Neen, Gods Raad kan niet vernietigd worden. ( Het menselijk geslacht, werd behouden in Noach en zijn huisgezin, en ook van de dieren werd eert overiblijfsel gespaard).

75. Een raaf en een duif. De raaf vloog telkens heen en weer en voedde zich blijkbaar met dood aas; de duif kwam terug in de ark omdat zij geen rust op de aardboden kon vinden, zolang, die niet geheel gedroogd was.

76. 40 dagen duurde de regen; 110 dagen bleven de wateren hoog; na 73 dagen werden de toppen der bergen gezien; na 40 dagen werd een raaf uitgelaten, daarna driemaal een duif; telkens na 7 dagen; totaal verbleef Noach één jaar en 10 dagen in de ark.

77. Ie) Gen. 6:22. Naar al wat God hem geboden had, zq deed hij (de ark bouwen).

2e) Gen. 7:5. En Noach deed, naar' al wat de Heere geboden had (hij ging in de ark).

3e) Gen. 8:15 en 18. Toen ging Noaoh uit en zijn zonen enz. (nadat de Heere gezegd had: a 'uit de ark).

78. De Heere beloofde dat Hij de gehele aardbodem niet weder doofr water verdelgen zou, maar dat voortaan zaaü'ng en oogst, koude en hitte, zomer en winter enz. een geregeld verloop zullen hebben tot aan de oordeelsdag. De Heere stelde daarbij het teken van de regenboog.

79. Dat het leven van de mens (als geschapen naar Gods beeld) heilig gehouden zal worden, waarvoor de overheid heeft te waken. Het dier mag gedood en als voedsel gebruikt worden, doch zonder het bloed. (Dit laatste dient kennelijk om alle ruwheid en wreedheid tegenover het dier te weren).

80. Neen, want in Gen. 9:6 en Rom. 13:4 wordt de Overheid verplicht de doodslag met het zwaard te wreken.

SEM, CHAM en JAFETH.

Vragen 81 tot en met 90.

81. Welke kostelijke vruchten ging Noach na de zondvloed telen?

82. V/elke drank kan uit het sap daarvan bereid worden en welk gevaar schuilt in het gebruik daarvan?

83. Hoe luidt de vermaning van, de Apostel Paulus hieromtrent? (Zie Efeze 5).

84. Is Noach voor overmatig gebruik bewaard gebleven? Zo neen, wat was 't gevolg?

85. Wie trof Noach in deze toestand het eersi aan?

86. Wat deed de in vraag 85 bedoelde persoon, toen hij zijn vader aldus zag?

En wat deden zijn broeders daarna?

87. Welke woorden sprak Noach, nadat hij ontwaakt was?

88. Berustten die woorden maar op zijn persoonlijke mening, of sprak hij met hoger gezag?

89. Toon uit de latere geschiedenis aan, dat Noach's profetie aangaande Cham uitgekoimen is.

90. Zijn de beloofde zegeningen over Sem en Jafeth ook vervuld?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen