Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HEMELVAARTSOVERDENKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HEMELVAARTSOVERDENKING

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gij zijt opgevaren in de hoogte; Gij heht de gevangenis gevankelijk gevoerd; Gij heht gaven genomen, om uil te delen onder de mensen; ja ook de wederhorigen, om bij U te wonen.

Ps. 68 : 19.

Psalm 68 bezinigt de overwinningen des Heenen op de vijanden, die altijd vele zijn geweest, met name de geestelijke vijanden.

De psalm is een pisalm van David, de lieflijke in psalmen. In deze psalm, wordt met name ook de opvoering van de ark medegedeeld, als een afschaduwing van de hemelvaart van Christus naar Zijn menselijke natuur na de opstanding uit de doden.

Het was met de ark zo gegaan, dat ze tijdelijk in de dagen van Eli in dé handen der onlbesneden Filistijnen was gevallen vanwege de zonden des volks en met name die van de zonen van Eli. Lang was ze sindsdien in ballingschap geweest. De Filistijnen konden echter niets aanvangen met de ark en zonden ze daaroim met geschenken terug naar Beth-Semes, en van daar werd ze gevoerd naar Kirjath Jearün, waar ze bleef tot David ze, nadat ze eerst nog drie 'maanden bij Obed-EdO'm was gebleven, ophaalde naar Jeruzalem, onder grote blijdschap en het uitdelen van geschenken. In die ark woonde de Heere Zelf, zoals Psalm 99 : 1 zegt: e Heere zit lussen de cherubim. En zo was de Heere Zelf, en , met name ook de Pleere Jezus, Wien de ark im, mers afschaduwde, al die tijd vernederd geworden, en van de ene plaats naar de andere gevoerd, maar niemand had Hem nodig tot zaligheid. Ze wisten niet wat ze met de ark beginnen moesten. Zonden de Filistijnen de ark uit de benauwdheid met geschenken terug, onder Israël werd ook al geen recht opmerken gevonden, en werd er weinig naar gevraagd. Men was er liever van af, zoals uit dit alles bleek. Zelfs onder Saul hebben wij de ark niet gezocht, klaagt David in 1 Chron. 13 : 3. Men was de Heere blijkbaar liever kwijt dan rijk. Zo was het vroeger. Er was geen plaats voor Hem in de herberg. En zo is het nog al veelal.

Nu echter in de psalm wordt ze onder veel blijdschap en het uitdelen van geschenken door David opgevoierd naar zijn stad in een gezegende stemming van zijn eigene ziel. En waar die ark, waarin God Zelf tussen de cherubim woonde, een zinnebeeld was van Christus, is nu ook deze God verheerlijkende gang van zaken overgebracht op de hemelvaart van Christus in Ef. 4 : 8, dat zakehjk hetzelfde zegt als Psalm 68 : 19.

En zo wijzen de woorden: Gij zijt opgevaren in de hoogte op Christus. Gij o, dierbare Zaligmaker, zijt opgevaren in de hoogte! Maar dan moet Hij ook eerst in de diepte zijn afgedaald, dat Hij als het ware vóór Zijn hemelvaart een hellevaairt heeft medegemaakt plaatsibekledend voor de Zijnen. En dat is imm.ers ook zo, zoals de ark is ook Hij in de allergrootste vernedering gekomen. Het begon al met Zijn nederige geboorte. Het zette zich voort in Zijn leven in armoede en diepe vernede­ ring in de staat Zijner vernedering. Het eindigde inzonderheid in Zijn hjdeu aan het vloekhout der schande. Zijn sterven met Zijn begrafenis en nederdaling ter helle. O, Hij was gerekend met degenen, die in de kuil nederdalen, om nooit meer op te komen, Ps. 88. Ook zou Hij op de weg eens uit de beek drinken, en daarom het hoofd toch weer omhoog heffen, Ps. 110. En Jes. 53 zegt zo treffend: Als Zijne ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zou hebben, zou Hij zaad zien, en de dagen verlengen, ja, de Heere zou Hem uitermate verhogen. Hij zou dus niet in de vernedering blijven, maar er weer uit opkomen en tot Zijn heerhjkheid wederkeren. En zo wijst Ps. 68 zo kennelijk heen naar Zijn doorluchte hemelvaart naar de menselijke natuur, zoals Hijzelf dat ook al tevoren aangewezen had, met name in Joh. 3 en 6.

Na zijn doorluchte arbeid in Zijn allerdiepste vernedering, maar waarin Hij tegelijk al de vijanden volkomenlijk heeft overwonnen, is Hij verhoogd en de hemelen doorgegaan en aan des Vaders rechterhand gezet, als het dierbaar loon op Zijn gezegende arbeid. Hoger dan Sinai en het aardse Zion, ja hoger dan de hemelen is Hij verhoogd en opgevaren, ja wedergekeerd tot Zijn heerhjkheid. Om de arbeid Zijner ziel zou Hij het zien en verzadigd worden in Zijn volzalige staat der verhoging en de palmtak der overwinning' op satan, dood en hel voor eeuwig ontvangen.

Vervolgens wordt er gezegd: Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd. Uit de poorten des doods verhoogd, heeft Hij de gevangenis, dat zijn degenen, die de Zijnen gevangen hebben gehouden, zelf gevangen genomen. Hier gaat het woord in vervulling, dat 'hij die in de gevangenis der zonde leidt zelf in de gevangenis moet komen. En zo zijn dat de geestelijke vijanden, de duivel, de dood en de hel, met de goddeloze wereld, en het oude bestaan ook zelf van Gods verkregen volk. Die zijn door de Heere Jezus aan het vloekhout der schande ten toon gesteld. Zij zijn gevankelijk gevoerd, ja, zó teniet gemaakt, dat Hij de sleutels van dood en hel, naar de hemel met Zijn hemelvaart heeft medegenomen en ze tot Zijn doorluchte wederkomst ten oordeel niet meer uit handen geeft.

Het ziet ook op de gevangenen, die door de droeve val en bondsbreuk, geslagen in het paradijs, onder de macht van satan' en zonde gekomen zijn, en schoon van nature net zo vijandig als de anderen, maar verkoren ten eeuwigen leven, die Hij door het openrukken der gevangenis kwam verlossen, en te Zijner eigen tijd persoonlijk in dat heil door Zijn lieve Geest doet delen. Maar het gaat verder: ij hebt gaven genoimen om uit te delen onder de mensen, wat Ef. 4:8 verkort tot geven, wat zakelijk hetzelfde is.

Dat zijn de in Adams val verloren gegane gaven en weldaden, die immers door Hem weer door Zijn dierbare zoen-en kruisverdiensten zijn verworven. Zelf had Hij als de Zoon des Vaders niets meer nodig, waar Hij alles had, maar als de grote Borg der gerechtigheid, als het Plaatsbekledend Hoofd der Zijnen, is door Zijn eigen bloe­ dige verdiensten de hemelse erfenis Hem geworden, is Hij tot grote Erfgenaam van alles door de Vader gesteld, Hebr. 1:2, en zijn de Zijnen ook in en om en door Hem mede-erfgenamen, met Hem van God, Rom. 8 : 17.

Die gezegende erfenis is dus het inbegrip van al de genade-gaven en weldaden die Hij door Zijn eigen bloedstorting heeflt verworven, en ze nu in de staat Zijner verhoging gaat uitdelen, en dat onder de mensen. Dat wijst op het souvereine van die uitdeling. Want wat zal de arone mens tooh al anders van zichzelf medebrengen dan schuld, gebrek en zonde. Het wil ook zeggen, dat de uitverkorenen, die dat zalige goed geworden mag, niet beperkt tot een enkel volk, geslacht of familie, maar verspreid zijn over de gehele wereld, waar ze maar gevonden worden. Ja, de grootheid van de zonde staat Hem ook nog niet in de weg. Immers, het slot van de tekst luidt: Ja ook de wederhorigen.

De wederhorigen, dat zijn hier de weerbar stigen, vijanden, die eerst geroepen hebben met al de anderen, dat ze niets met Heim te doen wilden hebben, zoals ook al elk mens van nature zegt: ijk maar van mij, want aan de kennis van die wegen heb ik toch geen lust. Die wederhorigen, die als uitverkorenen Gods in het dierbaar bundeltje der levenden begrepen worden, en ZO' bewaard voor de lastering des Geestes, kunnen in zo grove uitgebroken ongerechtigheid niet ; zijn gekomen, of ze worden op 's Heeren tijd getrokken uit de verderfenis en mede begiftigd met de gave der genade. Dan mag het nog weer eens worden: n U heeft Hij imede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden. Ja dat volk wordt opgewekt om bij de Heere te wonen, en in de Heere Jezus mede opgebouwd te worden tot eene woonstede Gods in de Geest, Ef. 2 : 22.

Zo spreekt dan de hemelvaart, evenals Zijn komst in de wereld, en het profetische woord van Ps. 68:19 van de verheerlijking van de deugden Gods door de Heere Jezus Christus en de toebedeling van de zaligheid aan de Zijnen. En nu zal het er maar op aan komen geachte lezer! of we ook al in geest en waarheid zo'n wederhorige zijn geworden. Want dat zijn in de grond der zaak, als het er op aankomt alle mensen van nature, maar de mens wil daar van zichzelven uit maar niet aan. Hij mocht maar recht ontdekt worden, dat hij van nature zo' niets hebben moet van de Heere Jezus en van Zijn vernedering en verhoging met Zijn hemelvaart in heerlijkheid. En dan zo maar voortleven, terwijl hij elk ogenblik in .groot levensgevaar is, er van ogenblik tot ogenblik maar als ene schrede tussen hem en de dood is. In dodeüjke gerustheid het leven maar weer verder ingaan, soms met een inbeelding dat het voor de eeuwigheid wel goed staat. Wat zullen er al velen , met een opgeraapte Christus voor eeuwig omkomen. Want het zal toch al niet anders ktumen, zal het recht zijn, dan dat de ziel in de toebediening der genade eerst in de dood gevoerd wordt en een hellevaart krijigt te beleven vóór ze in de gelijkmaking van Christus opstanding göbracht mag worden en zo ook in Zijn hemelvaart en zitten aan des

Vaders rechterhand in de oefeaiing des geloofs mag delen. De Heere mocht Zijn arm en ledig volk er maar wat van geven, met name ook op de komende hemelvaartsdag. Dat volk mocht nog eens enige moed ontvangen. Waar Hij zegt: Ik zal u geen wezen laten, dat zij kregen te zuchten: Immers zal een wees bij U ontfermd worden. En in die weg mocht het nog eens waar worden wat de psakndichter zegt: Hij zal genade en eere geven. Hij zal het goede niet in nood onthouden zelfs niet in de dood. Die in oprechtheid voor Hem leven. En dat alles uit het eeuwig souvereine van Gods ontfermingen in Christus.

G.

St.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1964

De Wachter Sions | 4 Pagina's

HEMELVAARTSOVERDENKING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1964

De Wachter Sions | 4 Pagina's