Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET ROEKELOOS OPGRIJPEN VAN DE BELOFTEN DER ZALIGHEID (vervolg)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET ROEKELOOS OPGRIJPEN VAN DE BELOFTEN DER ZALIGHEID (vervolg)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

13e vraag. Maar wordt die plaats Jer. 17 : 9 hier niet buiten zijn oogmerk geappliceerd en toegepast?

Antw. Zo meent P. V. L. V. (iemand van de Antinomiunen, die Hulsius hier weerlegt). Hij meent, dat het hele oogmerk van God maar is, hier te tonen, dat Hij alleen is de Hartekenner. En dienvolgens dat het niet te pas komt om de bedrieglijkheid van het hart te tonen. Doch ieder ziet wel, dat dit een glosse is heel tegen de tekst aan. Het oogmerk van de profeet is, gelijk hij ook doet, scherpehjk te bestraffen de zonde van Israël, haar afgoderij, VS. 1-4. Haar vertrouwen op de schepselen, vs. 5-8. En zo is 't oo^gmerk niet aleen Gods alwetenschap te beschrijven, maar de boosheid en arglistigheid des harten, die zo hoog gaan, dat God ze alleen kan doorgronden, en niemand anders.

Dit is immers zeker, dat de tekst twee waarheden behelst:1. de bedrieglijkheid van het hart. 2. Gods alwetendheid, bewezen uit het doorgronden van dat bedrieglijk hart; en hoe bedrieglijker het hart is, hoe krachtiger het argimient voor Gods alwetendheid. Daarom gebruikt de profeet zo veel nadrukkelijke woorden. Arglistig is het om bedrieglijke vonden te bedenken, om ze te bedekken. Boos in 't oogmerk, om ze uit te voeren, en zo is 't dodelijk. Dit getuigt Gods Woord ook daar, waar het met Zijn alwetendheid niet wordt vergeleken. Spreuk. 20 : 5: e raad' in 't hart eens mans is als diepe wateren. Pred. 9:3: it is een kwaad, dat ook het hart van de kinderen der mensen vol boosheid is, en dat er in hun leven onzinigheden zijn in hun hart; ja zeven gruwelen. Spreuk. 25 : 25.

Een getal van volmaaktheid als in een Maria Magdalena, daar zeven duivelen in waren. Hij verheft de arglistigheid er van boven alles. Niet alleen overtreft het een vos in loosheid, een slang in arglistigheid, een adder in dodelijkheid, maar zelfs al wat in ons is. De tong is dikwijls een bedrieglijke boog, gespannen tot leugen. Het gelaat belooft dikmaals een geveinsde vriendschap. De handen zijn veeltijds werktuigen van bedrog. Maar de winkel én smidse van alle bedriegerijen is het hart. Daarom wil Salomo dit boven al bewaard hebben. Spreuk. 4 : 23. Dat daar bij staat: ie zal 't kennen, dient niet zozeer, om Gods alwetendheid te beschrijven, als om de grootheid van de bedrieglijkheid van 't hart te kennen te geven. Noch de wijste onder de mensen, noch engelen, noch duivelen kunnen het doorgronden. En hoewel niemand weet wat des mensen is, evenwel de geest des mensen, die in hem is weet het, 1 Cor. 2 : 11. Zo is 't dikwijls, dat een mens zelf een vreemdeling bij zichzelven is. Daarom zijn er Gods kinderen zelf over verlegen, en bidden dat God hen toetsen wil, Ps. 139 : 23, 24. Zodat God die arcana (verborgenheden) alleen weet en weten kan. Ja zelfs de hel en het verderf is bloot voor Hem. Zo blijft dan vast, dat het hart zo boos, arglistig en dodelijk is. En hier blijkt, dat dezer mensen toeleg is, tegen de H. Schrift te graven, om te verbieden, dat wat God gebiedt, om ons zorgeloos te maken, waar God ons tegen waarschuwt.

Wat is er algemener waarschuwing bij de profeten dan: edriegt uwe zielen niet, Jer. 29 : 8; 37 : 9. Bij Christus en de Apostelen: waalt niet; 1 Cor. 6 : 10; Gal. 6 : 7. Niemand bedriege zichzelven, 1 Cor. 3 : 18. Dat u niemand verleide, 1 Joh. 3 : 7.

Daartegen beweert de antinomiaanse tegenstander: e hebt geen bedrieglijk hart, het komt niet te pas. Daartegen geldt echter nog te meer: iet dan toe, broeders, dat niet te eniger tijd in iemand van u zij een boos en ongelovig hart, om af te wijken van de levendige God, Hebr. 3:12. Als er zulke bedriegers opstaan, mag men de wachten wel verdubbelen, en zien hoe men voorzichtig wandele, niet als onwijzen, maar als wijzen, Ef. 5 : 15. 14e vraag: s dan niet een iegelijk, die uiterlijk door het Evangelie geroepen is, gehouden te geloven, dat Christus voor zijn persoon gestorven is?

Antw. Dan moest Christus gestorven zijn voor alle uiterlijke geroepenen, derhalve ook voor hen, die niet uitverkoren zijn, want velen geroepen en weinigen uitverkoren, Matth. 20 en 22. En diensvolgens zouden ze gehouden zijn een leugen te geloven. Daar moet dan eerst gezien worden, hoe wij die roeping opvolgen en gehoorzamen. Want indien bij ons geen waar geloof en bekering is, zo is 't daar zo ver van daan, dat men gehouden is te geloven, dat men in zijn zonden sterven zal en verloren gaan. Het geloof wordt wel allen voorgeschreven als een plicht, Mare. 1 : 15. Maar de daad des geloofs, aan allen bevolen, is niet: hristus is voor mij gestorven, maar de toestemming geven aan het Evangelie, zoals 't met de natuur van de zaak overeen komt. Zo is ieder gehouden te geloven, dat Christus is die volmaakte en gewillige Zaligmaker, en dat zo hij naar Hem uitgaat, hongert, dorst, zijn zaligheid daarin zoekt met verloochening van alles, en dan Hem aanneme, daarop steune, daarheen de toevlucht neme.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juni 1964

De Wachter Sions | 4 Pagina's

HET ROEKELOOS OPGRIJPEN VAN DE BELOFTEN DER ZALIGHEID (vervolg)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juni 1964

De Wachter Sions | 4 Pagina's