Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TOELICHTING OP DE DORDTSE KERKENORDENING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TOELICHTING OP DE DORDTSE KERKENORDENING

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Art. 76. De kleine ban of de afhouding van het H. Avondmaal (vervolg)

Het hardnekkig de vermaning van de kerkeraad verwerpen als eerst genoemde oorzaak van kerkelijke tuchtoefening, is een rekbare voorstelling. Hier hangt al veel af van de rechte gang van de zaken, het recht inzicht van de kerkeraad in min duidelijke aangelegenheden, en de houding van de zondaar. Van de zijde van de zondaar kan er komen een lijdelijk verzet, of openbaar tegenspreken tegen al de getrouwe vermaningen in. En daar valt hier in het artikel de nadruk op. De regel der Schrift is hier ook van toepassing, dat wie dikwijls bestraft zijnde, de nek verhardt, schielijk verbroken zal worden, zodat er geen genezen aan zij, Spreuk. 19, 1; en wie zijn overtredingen bedekt, niet voorspoedig zal zijn, maar wie ze bekent en laat barmhartigheid zal verkrijgen, Spreuk. 28, 13.

De luchtwaardige zondaar is niet alleen schuldig door zijn voor de kerkeraad gebleken overtreding, maar te meer nog door zijn onboetvaardigheid, onbekeerlijkheid en onverzoenlijkheid.

Naast het hardnekkig de vermaningen van de kerkeraad verwerpen, valt ook een grove openbaar geworden of openbaar voorgevallen zonde, en nu niet als door hardnekkigheid verergerd kwaad, als in het eerste geval, doch onverwijld onder de kerkelijke afhouding van het H. Avondmaal, als de eerste of aan de volle uitsluiting uit de gemeente voorafgaande disciplinaire tuchthandeUng, de stille censuur of kleine ban, in de vorm van de wering van het Avondmaal. Daar wijst ook Zondag 30 op, dat wie zich in de gemeente aanstellen met hunne belijdenis en leven als ongelovige en goddeloze mensen door de sleutelen des hemelrijks uitgesloten moeten worden, totdat zij betering van hun leven bewijzen. Is iemand dus schuldig aan een grove zonde, dan moet hij evenals in het geval van hardnekkigheid, als het feit bewezen is, dadelijk onder de stille censuur gezet worden. Wel nog niet aanstonds uit de gemeente gebannen worden, maar toch het gebruik van de rechten als lid der gemeente ontnomen worden, zoals hij immers bij het doen van openbare belijdenis ook beloofd heeft zich gewillig te onderwerpen aan de christelijke straf, als hij zich misgaan zou.

Waar nu bij het lidmaatschap, met de belijdenis verkregen, onderscheiden wordt ten aaneen van het recht, op en het bezit van het hdmaatschap en de uitoefening of het gebruik er van, is het duidelijk, dat hier in art. 76 bij tuchtwaardige handelingen nog alleen het gebruikmaken van het recht ingekort wordt.

Dat wordt dan verder saamgevat in het weren ^an de Avondmaalsdis. Maar ook het gebruik fan andere rechten, die het ongerept Hd der sCmeente uitoefenen mag met een vrije con-'Ciéntie voor de Heere, vallen daaronder. En ^et name het stemrecht, nog weer te onder-'Cheiden in het actieve en passieve stemrecht 'IJ de verkiezingen en kerkelijke vergadering, l'aarbij het laatste uitsluit om voor enig ambt . dienstwerk gekozen te worden, en het aceve, dat hij niet deelnemen kan aan de stem-•H"§^" en andere kerkelijke handelingen als j^ der gemeente.

Wel mag en moet hij ter kerk komen om de'Odsdienstoefeningen mee te maken. Ook kan y m beroep komen bij de meerdere vergade-'ngen, als hij meent verongelijkt te zijn, vol-•^ns art. 31 K.O.

Art. 76 gaat intussen verder, en laat volgen, 3t, mdien hij afgehouden zijnde, na verschei­ dene vermaningen geen teken van boetvaardigheid bewijst, zo zal men ten laatste tot de uiterste remedie, namelijk de afsnijding, komen.

Er zullen dus nog vele vermaningen plaats moeten grijpen, al blijft de betrokkene onboetvaardig. Het moet altijd maar weer gaan om de ere Gods, het welzijn van de gemeente en het behoud van de zondaar. Het zal ook met vele verzuchtingen gepaard zijn of God Zijn genade nog eens verheerlijken wilde in het hart van de zondaar. Er zullen dus vele vermaningen en waarschuwingen nog geschieden. Het is immers zo, dat er vermaningen zullen voorafgaan onder biddend opzien tot God, vermaningen ook die verzeilen, en die volgen bij voortgaande onboetvaardigheid. De tucht zal medisch, niet juridisch zijn. Haastige spoed zal in vele gevallen niet goed zijn. Men vermane in zachtmoedigheid tot de hardnekkigheid, en het volharden in de zonde duidelijk uitgesproken is, zoals Voetius al aanwees.

Maar baat tenslotte niets, en blijft de verharde zondaar lid van de gemeente, dan komt ten laatste de uiterste remedie, de afsnijding van de gemeente.

En dat zal plaatsgrijpen volgens het formulier van de ban of afsnijding, maar niet dan na voorafgaand, advies van de classe, waarover we een volgende maal nader zullen handelen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 december 1964

De Wachter Sions | 4 Pagina's

TOELICHTING OP DE DORDTSE KERKENORDENING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 december 1964

De Wachter Sions | 4 Pagina's