Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HOPENDE EN UITZIENDE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOPENDE EN UITZIENDE

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hopende: De bruid zegt dus dat Christus haar als een bundeltje mirre is, dat tussen haar borsten vernacht. Zoals we er de vorige keer al op wezen, hebben we hier het Hooglied voor ons. De bruid spreekt over de zoete, zalige gemeenschap met Christus, zoals ze die dadelijk in haar ziel mag ervaren. De Koning is dichtbij haar. Ze spreekt over een vernachten van Christus als een bundeltje mirre tussen haar borsten. De bruid spreekt in het Hooglied over de Koning. Daarom is er in het Hooghed ook nogal eens van een bed of een leger sprake. De bruid heeft ook nog een eigen bed. Als ze daarop ligt gaat het niet goed. Dat hopen we nog wel te beluisteren. Maar als Christus ttujssen haar borsten vernacht, dan ligt zij op Zijn bed.

Uitziende: Als Christus dan tussen haar borsten vernacht, dan gaat ze dus helemaal in Hem op. Er is dan voor niets anders plaats bij de bruid. Christus is het Voorwerp van haar overdenking. Ze staat als het ware met Hem op en legt zich met Hem neer. Hij vernacht tussen haar borsten. Dichter kan ze Hem niet bij zich hebben. Ze drukt Hem als het ware tegen haar hart. Hij krijgt al haar hefde. Zo wil ze Hem bij zich houden en wil Hem niet missen. Iets dat we zorgvuldig willen bewaren, dragen we wel op onze borst.

Hopende: Och, daar weet de ziel wel wat van, dat als ze in die gevoehge Uefde en nabijheid van die hemelse Bruidegom mag delen en verkeren, dat ze zich dan zorgvuldig wacht voor alles wat haar dat leven zou kurmen ontroven, hoewel toch op een ongemerkt ogenblik de diaboUsten stad mensenziel wel binnen weten te sluipen. Dan heeft vorst Immanuƫl de stad verlaten, eer de ziel er erg in heeft. Maar als Hij nog als een bundeltje mirre tussen de borsten van de bruid vernacht, dan heeft Hij waarlijk de hoogste plaats. Dan keert ze zich af van al wat haar van de gemeenschap met de Bruidegom zou kunnen aaftrekken.

Dat leven ligt dan toch zo teer in de ziel. Waarlijk, deze liefde is wonderlijker dan die der vrouwen. Al gaf iemand al het goed van zijn huis voor deze liefde, men zou hem ten enenmale verachten. Zo doet de bruid Hem dan tussen haar borsten vernachten. Och vriend, het Hooglied van Salomo zal ons nog wel wat meer van die tedere gemeenschap der liefde zeggen die de bruid met de Bruidegom dan mag oefenen. Het volgende hoofdstuk zal ons zeggen, hoe Zijn linkerhand dan is onder haar hoofd en Zijn rechterhand haar omhelst. Dan wordt de bruid krank van liefde.

Uitziende: Vriend, als we daarover spreken, dan komt er toch wat naar boven bij me. Het is me toch geen onbekende zaak, dat Hij zo wel eens tussen mijn borsten heeft mogen vernachten. Toen heeft Hij zich geheel en al aan me weggeschonken en heb ik Hem mogen omhelzen waar Hij maar te omhelzen was, in al Zijn Middelaarsgraveerselen. Toen stond ik als het ware alleen met die Persoon op de wereld.

Toen werd Hij me onuitsprekelijk dierbaar

in Zijn diep vernederende Middelaarsgangen en ook als die verhoogde Levensvorst.

Hoe diep wordt dan de ziel in dat Borgtochtelijk lijden van de Middelaar ingeleid. En daarop wijst ons ook die mirre, zoals ook de kanttekening ons dat zegt. Zou de ziel niet versmelten onder zulk een liefde als die Hij in Zijn bitter lijden tot Zijn bruid heeft getoond? Zou ze hem dan ook niet wederzijds al haar liefde schenken? Nooit kan ze Hem liefde genoeg terug bewijzen voor die onuitsprekelijke liefde die Hij tot haar in Zijn bitter lijden bewezen heeft. Maar die liefde die ze Hem dan bewijzen mag, wordt door Hem Zelf ook weer in haar ziel verwekt. Het is alles een Goddelijk werk. Wij behoren uit onszelf, ook na alle antvangene genade tot degenen die het aangezicht voor Hem in de weg van Zijn diepe vernedering verbergen. Maar als Christus bij de bruid tussen haar borsten mag vernachten, dan leidt Hij haar zelf in die binnenkameren van Zijn Hefde in, om haar te doen zien wat Hij uit eeuwige liefde voor haar gedaan heeft. En de bruid mag Hem dan aan haar hart drukken en alzo tussen haar borsten doen vernachten.

Hopende: Ze krijgt daar dus volkomen vrijheid toe. Er zijn er velen die over het lijden van Christus roemen en over de Uefde die Hij volgens hun gedachten daarin tot hen getoond heeft. Maar ze eigenen zichzelf maar toe wat hun niet door God geschonken is. Bij de bruid is het echter anders als zij in de binnenkameren des Konings wordt ingeleid. Dan gaat Hij haar tonen wat Hij uit eeuwige liefde voor haar heeft gedaan. Dan doet Hij haar dus weten, hoe Hij Zich als Borg voor haar onder die ontzaglijke toorn van Zijn Vader gesteld heeft en wat Hij uit eeuwige liefde in Zijn bitter lijden en sterven voor haar verworven heeft. Daar krijgt die bruid dan dus volkomen zekerheid van. Dat is wat anders dan dat men er op een oppervlakkige wijze over roemt dat Christus voor hem geleden heeft en gestorven is, zonder dat Christus dat de ziel Zelf eens heeft laten weten. Het Hooglied is vol zielsbevinding. Men mag de bevinding willen loochenen, maar men kan dat aan de hand van Gods Woord en zeker van het HoogUed nimmer doen. Het Hooglied zegt ons hoe Christus de bruid er van in kennis stelt, hoe Hij Zich voor haar doodgeliefd heeft aan het vloekhout des kruises. Zo toont Hij haar de bewijzen van Zijn uitnemende liefde.

En zo krijgt de bruid het recht om Hem te omarmen en al de door Hem verworven weldaden zich toe te eigenen. Och vriend, wat is er dan al niet van te zeggen, als de bruid hier getuigt, dat ze Christus tussen haar borsten mag laten vernachten. We hopen dat we er de volgende keer nog iets van zeggen mogen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 maart 1965

De Wachter Sions | 4 Pagina's

HOPENDE EN UITZIENDE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 maart 1965

De Wachter Sions | 4 Pagina's