LOVE’S CATECHISMUS

vervolg

Vr.: Wie vergeeft de zonde?

Antw.: Geen heihgen, noch engelen, noch de paus, noch iemand anders dan God alleen, Micha 7, 18: Wie is een God als Gij, Die de ongerechtigheid vergeeft, en de overtreding van het overblijfsel Zijner erfenis voorbijgaat.

Vr.: Wat is vergeving der zonde?

Antw.: Het is een genadige daad Gods waardoor Hij de schuld en straf van elke zonde van een gerechtvaardigd mens wegneemt, hem die niet ten laste leggende tot verdoemenis, Jes. 43, 25: Ik, Ik ben het. Die uwe overtreding uitdelg, om Mijnentwil, en Ik gedenk uwer zonden niet. Psalm 51, 3; 32, 2.

Vr.: Hoe komt het dat iemands zonden vergeven worden?

Antw.: Niet door enige verdiensten of waardigheid, die in de mens zijn, maar door de vrijwilligheid van Gods liefde en genade, en door de volheid van Christus verdiensten en voldoening, Coll. 1, 19, 20: Het is des Vaders welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou, en dat Hij door Hem vrede gemaakt hebbend, door het bloed Zijns kruises, door Hem, zeg ik, alle dingen verzoenen zou tot Zichzelf; Ef. 1, 7: In welken wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar de rijkdom Zijner genade.

Vr.: Wat begeert gij van God in deze bede?

Antw.: at God op mij wilde nederzien in Zijn Zoon Christus, en om Zijne oneindige waardigheid en voldoening mijne zonde vergeve, en niet toerekene tot verdoemenis. Psalm 51:3: ijt mij genadig, o God! naar Uwe goedertierenheid: elg mijne overtreding uit, naar de grootheid Uwer barmhartigheden.

Vr.: Hoe zou iemand kunnen weten, of zijn zonden vergeven zijn, of niet?

Antw.:1. Hij wiens zonden vergeven zijn, draagt in zijn hart een door genade ontstoken en aanzettende liefde tot de Heere Jezus, Luc. 7, 47: are zonden zijn haar vergeven, die vele waren; want zij heeft veel liefgehad; maar dien weinig vergeven wordt, die heeft weinig lief.

2. God geeft hem een geest zonder bedrog. Zo schrijft God de Heere Zelf een zondaar, wiens zonden vergeven zijn, Ps. 32:2: elgelukzaUg is, de mens, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is, en in geest geen bedrog is. Indien gij nu oprecht zijt in al uwe doeleinden en oogmerken, dan is dat een merkteken, dat uwe zonden vergeven zijn.

3. Hij, wiens zonden vergeven zijn, voelt ook de minste zonde als een last op zijn ziel. Hij zou zo willen scheiden van zijn verborgen, vermakelijk en profeitelijk kwaad, als een gevangene zijn ijzeren ketenen zou willen verlaten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen