Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE BIJBELSE GESCHIEDENIS 72

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE BIJBELSE GESCHIEDENIS 72

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Antwoorden 451 t/m 560

451. De Israëheten hadden die geschenken van de Egyptenaars gevraagd. De Heere had zulks uitdrukkelijk bevolen n.1. dat ieder man en ieder vrouw van de naaste zilver en goud zou eisen. Zij deden dit dus niet uit willekeur, maar op direct bevel van Hem, Wienst het zilver en het goud is, ook dat der Egyptenaren. Dus zorgde de Heere er zelf voor dat Zijn volk niet zonder loon uittrok, want Hij gaf in het hart der Egyptenaren dat zij de Israëheten gaven hetgeen zij verlangden.

452. Ja, zij gedachten aan hun verpüchting, welke door Jozef met een eed was opgelegd, n.1. dat zij zijn beenderen zouden meenemen. (Al die jaren was dus Jozefs doodkist bewaard als een teken van hoop).

453. Zeshonderd duizend, de mannen alleen. (Zij trokken uit bij vijven, dus in geregelde orde).

454. Ja, veel vermengd volk trok er mede. Volgens de kanttekening moeten wij daaronder verstaan: gyptenaars en anderen, die door de wonderwerken, welke zij ge-. zien hadden bewogen werden mede te trekken, doch daarna bezweken zijn. (zie Num. 11 : 4 en 5)

455. De Heere toog zelf voor hun aangezicht, des daags in de gedaante van een wolkkolom, des nachts in een vuurkolom. (Andere karavanen hadden wel de gewoonte om des nachts een fakkel mee te dragen tegen het wUd gedierte en als teken voor de gids, doch zulk een wonderlijke en zekere Leidsman als het volk Israël had geen volk ooit gehad). De wolk beschermde tegen de zon en een vuur verlichtte de nacht, zo als de dichter van Ps. 105 er van zong:

God breidd.' een wolk uit, om Zijn scharen Bij dag te hoeden voor gevaren; Hij gaf hun, door Zijn hoog bestuur. Des nachts ten licht een wondervuur. Psalm 105:21

456. Neen, de Heere leidde hen niet op de gewone weg rechtuit naar Kanaan, maar langs een omweg, zodat zij aan de westzijde van de Schelfzee terecht kwamen en zich legerden bij Pi-Hachiroth.

457. Zij behoefden niet lang op uitkomst te wachten, want de Engel des Heeren, die in de wolk vóór het leger des Israëlieten ging, stelde zich achter hen. Zo stond de wolkkolom tussen hen en hun achtervolgers, waardoor deze niet bij hen konden komen. Daarna geeft de Heere opdracht aan Mozes om de wateren der zee te slaan-De wateren worden nu gekhefd, de bodem der zee komt droog te hggen en door een wonderbaar pad kan het leger de ganse nacht doortrekken, zodat het in de morgenstond droogvoets de andere oever mag bereiken.

458. Met Farao liep het slecht af, want toen hij met zijn ruiterij in het duister het pad door de zee was opgegaan, verschrikte de Heere hem; de raderen van zijn wagens bleven in het zand steken, ontvluchten was niet meer mogelijk, want Mozes strekte

zijn hand wederom uit over de zee en de wateren, die als een muur gestaan hadden, keerden terug, de golven kwamen aan beide zijden op hen aanzetten en overstroomden de Egyptenaren, zodat zij midden in de zee omkwamen.

459. In Openb. 15:3. Daar ziet de Apostel Johannes de overwinnaars van het beest staan aan de glazen zee, hebbende citers Gods. En zij zongen het gezang van Mozes, de dienstknecht Gods en het gezang des Lams, zeggende: root en wonderüjk zijn Uw werken, Heere, Gij almachtige God; rechtvaardig en waarachtig zijn Uwe wegen. Gij Koning der heiügen. (Onder het voorbeeld van de verlossing der kinderen Israels uit Egypte en de ondergang van Farao, wordt aan de Apostel Johannes getoond, dat de Heere uiteindelijk Zijn volk dwars door alle verdrukking en vervolging van de helse Farao, aan de oever der zaligheid brengt).

460. De uitspraak in het doopsformuher is ontleend aan de uiteenzetting van de Apostel Paulus in 1 Cor. 10:2, waar hij leert dat de vaders die uit Egypte getrokken zijn, in de wolk en in de zee gedoopt zijn geworden. De Apostel doelt hier op de doop zoals hij een teken en zegel is van gemeenschap van Gods volk met Christus. Door het indompelen in het doopwater wordt een indalen in de dood en het graf. van Christus afgebeeld en het opkomen uit het water een opstanding tot een nieuw leven in gemeenschap met Hem. Hetzelfde werd afgebeeld in de doortocht door de Rode Zee: sraël werd onder beschaduwing van de wolk door de zee heengevoerd en bevrijd van de tyrannie van Farao, die in diezelfde zee voorgoed onderging.

In de uiteenzetting van de Apostel ligt meteen de waarschuwing besloten, dat het uitwendig teken en zegel van het sacrament niet met Christus verenigt, want in vers 5 vervolgt hij: „ Maar in het meerendeel heeft God geen weggevallen gehad; want zij zijn in de woestijn terneder geslagen”.

God baande door de woeste baren En brede stromen ons een pad; Daar rees Zijn lof op stem en snaren, Nadat Hij ons beveiligd had. Psalm 66:3.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 februari 1966

De Wachter Sions | 4 Pagina's

DE BIJBELSE GESCHIEDENIS 72

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 februari 1966

De Wachter Sions | 4 Pagina's