Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

LOVE'S CATECHISMUS.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LOVE'S CATECHISMUS.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(vervolg)

Vr.: Hoevelerlei is het zaligmakend geloof?

Antw.: weeërlei:1. Een bijzonder aanklevend geloof, en 2. Een bijzonder toepassend geloof van klaarblijkelijkheid, 't welk hetzelfde is met verzekerdheid.

Vr.: Wat onderscheid is er tussen dat tweeërlei geloof?

Antw.:1. Ieder uitverkorene Gods heeft dit aanklevend geloof, maar niet allen hebben ze het geloof van baar(klaar)blijkelijkheid. 2. Die het geloof van klaarblijkeUjkheid heeft, die weet ook dat hij gelooft, maar die het geloof van aankleven maar heeft, kan ook wel niet klaarlijk weten, dat hij zelf een gelovige is, en daardoor troosteloos en droevig zijn.

Vr.: Wat is dat geloof van aankleven?

Antw.: Het is een bijzondere genade van Gods Geest, gemeenlijk gewrocht in de zielen der uitverkorenen door het horen van het gepredikte Woord, waardoor een zondaar, ziende en gelovende zijn zonde en ellende, gewillig is Christus Jezus aan te nemen op die conditiën, waarop Hij aangeboden wordt, door Hem verwachtende het leven en de zaligheid.

Vr.: Op welke conditiën wU een gelovige Christus aannemen?

Antw.:1. Dat hij de zoete en aangename zonden om Christus wil zal verlaten.

2. Dat hij Christus precieseüjk dienen zal.

3. Dat hij om Christus wil zwaar lijden zal verdragen.

Nu een ongelovige kan de Heere Jezus op zulke voorwaarden niet aannemen.

Vr.: Wie is de voorname Werker van deze genadegift?

Antw.: God door Zijn Geest. Ef. 1, 19 en 20. Vr.: Wat is de instrumentele of werktuigelijke oorzaak des geloofs?

Antw.: e prediking van het Evangelie, Romeinen 10:16, 17.

Vr.: Welke genadige werkingen heeft het geloof op de zielen dergenen, die het hebben.

Antw.:1. Hare zielen worden vastgesteld in het midden der gevaren en moeilijkheden, 2 Kron. 20, 20; Ps. 52, 3 vergeleken met Ps. 108; Jes. 7, 9.

2. Het geloof heeft een vrede-makende kracht op het hart, Rom. 15, 13.

3. Het heeft een ziel-zuiverende kracht Handelingen 15, 9.

4. Het heeft kracht om de wereld te overwinnen, 1 Joh. 5, 4, evenals 't vermaak, het profijt en de verering van deze wereld, Hebr. 11, 24.

Vr.: Zijn er geen hoedanigheden en voorbereidingen, die voor het geloof moeten gaan?

Antw.: Zo wij die voorbereidingen nemen voor enig zaligmakend werk, zo zijn er geen vóór het geloof. Want het geloof is de moeder-genade. Nu gelijk er geen kind zonder de moeder kan zijn, zo kan er geen genade zijn zonder of vóór het geloof, maar des niettegenstaande zo zijn er gemene werkingen van Gods Geest, die God gemeenlijk wekt in de mensen eer ze geloven, als:

1. God geeft hen een gezicht van de zonde.

2. Hij geeft hen een gevoelen van de zonde en van de ellende, uit de zonde voortkomend.

3. God overtuigt hem, dat er in hem is een gehele onbekwaamheid om zich van deze ellende te verlossen.

4. God overtuigt hem, dat Christus dat alleen doen kan. Nu dit zijn geen zaligmakende werkingen, maar kuimen ook in een verworpene zijn. Evenwel is God gewoon de mensen op deze weg tot Christus te brengen. Dat men nu zou dringen:1. Op de volstrekte noodzakelijkheid van deze voorbereidingen;

2. Op derzelver mate; 3. Op de lengte van tijd waarin zij in de ziel zijn, is niet dienstig.

Vr.: Welke zijn de merktekenen van het zaligmakend geloof?

Antw.:1. Die dit geloof heeft is gewiUig om de Heere Jezus op de genoemde conditiën aan te nemen, Joh. 1, 12.

2. Hoe iemand meer geloof heeft, hoe meer het hem heüig maakt, en hoe meer de vruchten des geloofs in zijn wandel zullen blinken.

3. Het ware geloof doet de harten der mensen ontvlammen in liefde tot God en tot Zijn volk, Gal. 5, 6.

4. Die dit geloof heeft, overwint de wereld, 1 Joh. 5, 4.

Vr. Welke hinderpalen weerhouden de mensen van het geloven?

Anw. 1. Onwetendheid van hun geringheid en ellende, en van Christus heerlijkheid en treffelijkheid.

2. Omdat ze niet hebben de prediking des Evangelies in haar kracht, 't welk is het gewone middel om 't geloof in de mensen te werken, Rom. 10 , 16.

3. Denken dat het een lichte zaak is te geloven, daar eilaas! diezelfde kracht die God gebruikt heeft in het opwekken van Christus uit de doden, gebruikt moet worden, om in de harten der mensen het geloof te werken, Ef. 1, 19.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 maart 1966

De Wachter Sions | 4 Pagina's

LOVE'S CATECHISMUS.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 maart 1966

De Wachter Sions | 4 Pagina's