Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN BRIEF UIT EDERVEEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN BRIEF UIT EDERVEEN.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er liggen grote gedenkdagen achter ons. Allereerst Goede Vrijdag en de Paasdagen. En als we nu enigszins de betekenis van deze dagen hebben Ieren kennen, en de kracht van Christus opstanding hebben ervaren, dan is er stof genoeg om Zijn voeten te grijpen en Hem te aanbidden. Christus toch heeft het Borgtochtelijk werk voor Zijn volk reeds van eeuwigheid op zich genomen, maar heeft ook in Zijn staat der vernedering aan het recht Gods willen voldoen. Zijn offerande was een volkomen offer dat verzoening heeft teweeg gebracht. Hij heeft ook het eeuwige leven aangebracht en past het de Zijnen toe. Hem is nu ook gegeven alle macht in hemel en op aarde. Als dat niet waar was, zou geen een mens levend gemaakt worden. En dat niet alleen, maar wat zou er van de levende kerk terecht komen als dat niet waar was? De poorten der hel zou de gemeente Gods spoedig overweldigen. Christus gaf na Zijn opstanding de opdracht aan Zijn discipelen wat zij hadden te doen. Doch sprak ook ter bemoediging: En ziet. Ik ben met uUeden al de dagen tot de voleinding der wereld. En nu komen er verschillende dagen voor de kerke Gods op aarde, maar Zijn woord zal Hij nooit terug nemen. Dat mag in dit tranendal toch wel eens ervaren worden. Hier op aarde komen dagen van vreugde, maar ook dagen van grote droefheid. Dagen van druk en tegenheen. Dagen dat men eigen zwakheid en verdorvenheid goed leert kennen. Er komen ook dagen die heenwijzen naar onze eeuwige bestemming. De dagen nemen een einde en de eeuwigheid wacht.

Ook hebb enwij persoonlijke gedenkdagen achter ons liggen. Vandaar deze brief. Op 11 april mocht ik mijn 75ste jaar bereiken. De 19de april werd mijn vrouw 76 jaar. En op diezelfde dag hebben wij met onze kinderen en de meeste kleinkinderen die aanwezig konden zijn met elkander ons 50-jarig jubileum van ons huwelijk herdacht.

Wij hebben zoveel medeleven ontvangen op die gedenkdagen, dat het niet mogelijk is om elk afzonderlijk daarvoor te bedanken. Ik wil beginnen onze mede broeders in de ambtelijke bediening hartelijk dank te zeggen voor hun medeleven. Het deed ons echt goed. Met alles wat meegemaakt is sinds 53 jaar is de band der liefde toch niet verbroken. Ook van enkele leraars van de Oud-Geref. Gemeenten ontvingen wij per telefoon en per post een hartelijke felicitatie. Ook die leraars wensen wij langs deze weg onze dank toe te brengen. De post heeft ons zoveel kaarten en brieven bezorgd uit verschillende paatsen dat wij die niet allen kunnen opnoemen. We hebben een hele dag nodig gehad om ze allen open te maken en even in te zien.

Velen zonden bij hun schrijven ook nog stoffelijke blijken van medeleven. Zowel met bloemen als met fruitmanden zijn we overladen geworden.

Sommigen zonden ook nog een bedrag in geld. Wij weten eigenlijk geen juiste woorden te vinden om Uw aller medeleven te bedanken.

Onze tegenwoordige gemeente Ederveen hopen we woordelijk te bedanken. Wel mag iedereen weten dat de blijken van waardering alle verwachtingen verre te boven is gegaan. En dat aan een paar oude mensen die versleten zijn. Mijn catechisanten heb ik in aanwezigheid van mijn vrouw reeds bedankt voor hun zeer hartelijke en liefdevolle bijken van waardering.

U mag ook nog weten wat ik tegen hen gezegd heb. Dat ik zeer waardeer wat ze aan ons gegeven hebben, doch dat ik voor hen nog iets meer begeer dan een aangenaam samen leven zo lang als het de Heere behaagd. Dit: Dat ik van de Heere begeer als het hoogste cadeau, dat Hij ons als een middel zou mogen gebruiken, om nog zielen te willen toebrengen tot de gemeente die zalig zal worden. Wat zouden we verblijd worden als we dat nog mochten aanschouwen. Een aangenaam en onvergetelijk ogenblik zijn we met onze Catechisanten bijeen geweest. Die jonge mensen hebben ons nog een versje toegezongen, dat er bij ons beiden diep ingegaan is. Onder diepe indruk van Gods goedertierenheid zijn we die Catechisatieavond weer naar huis gegaan. Toen we beiden weer in huis waren hebben we tegen elkander gezegd met een traan in het oog: Dat was toch een aangenaam uurtje. Wat toch een verschil van tranen schreien. Meisjes en jongens nogmaals bedankt voor jullie liefdevol medeleven.

Ook de kerkeraad en de hele gemeente zeer hartelijk dank voor uw betoonde blijken van liefde. Doch nu wil ik ook nog even vermelden dat ik Ds. Pannekoek van Terneuzen gevraagd heb of hij uit onze naam de hele gemeente wil bedanken voor hun brieven, bloemstukken, fruitmanden enz. Te veel om op te noemen, maar ook te veel om al dat schrijven afzonderlijk te beantwoorden. In Terneuzen zijn zij hun oude leraar en zijn vrouw nog niet vergeten. Ook al hebben zij de hoogste achting voor hun nieuwe leraar. Hoeveel brieven en kaarten er uit Terneuzen kwamen, weet ik niet, ik kon ze niet meer tellen. Naar schatting ± 150.

En ik mag van Ds. Pannekoek en van zijn kerkeraad en van de hele gemeente nog een keertje komen preken ook. Dat werd mij uitdrukkelijk verzocht, omdat er ergens gesproken werd, als dat ik ook niet meer in Terneuzen mocht komen om te preken. Dat wil men in Terneuzen het tegendeel bewijzen. Wie dat heeft gezegd heb ik niet naar geïnformeerd.

Daar behoef ik niet lang naar te raden. Daar ga ik verder ook niet op in. Wel wil ik nog even een brief uit Terneuzen open leggen. Daar staat wat in wat op Gods woord gegrond is. Die persoon schreef bij zijn felicitatie: Onze Hemelse Vader belooft zijn kind geen kalme reis, maar wel een behouden thuiskomst. Die uitdrukking had ik nog nooit van iemand vernomen. Toch is het waar. En dat maakte in mijn ziel diepe indruk. En daar ik de schrijver goed ken, wil ik hem bedanken voor zijn uitspraak. Ik ga u persoonlijk even aanspreken.

Toen ik voor het eerst bij u in Terneuzen kwam, zou u dat niet gezegd hebben. Ik ben wel nieuwsgierig naar uw inwendige ziele leven. Want u schrijft: Onze Hemelse Vader belooft zijn kind. En dan onderstreep ik het woordje Onze. Dat wil toch wat zeggen, een Vader in de Hemel te hebben. Dat kan nooit zonder wedergeboorte. En al durft men de wedergeboorte niet te ontkennen, wat staat dan toch zo'n kind, dat waarlijk een kind van God uit genade is mogen worden, voor de grote zaak, cm te durven zeggen dat God hun Vader is mogen worden. Velen van Gods lieve kinderen die waarlijk bekommerd zijn geworden, durven die Vadernaam niet op de lippen te nemen.

Wel zien zij er naar uit dat zulks nog eens mag gebeuren. Daarom ben ik benieuwd hoe het nu met u gesteld is? Vanzelf vertel ik uw naam aan geen mens. Doch uw schrijven heeft mij toch goed gedaan. Ook wij hebben geen kalme reis gekregen. Dat weet ge ook. Ik wU u wel zeggen dat een veilige thuiskomst makkelijker voor een ander geloofd kan worden dan voor mijzelf. Al durf ik niet ontkennen, dat ik een levensgrond heb mogen verkrijgen buiten mijzelf. Die grond om thuis te kunnen komen ligt geheel in het Drieënige Goddelijke Wezen. De Vader is de bewegende oorzaak van mijn zaligheid. Daar ben ik geen vreemdeling van gebleven. Dat mag iedereen weten. Dat heeft de Vader mij zelf verklaard toen Hij sprak: Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde, daarom heb Ik u getrokken met koorden van Goedertierenheid. Dat de zoon de verdienende oorzaak is van mijn zaligheid, kan ik ook 'niet ontkennen. Dat heeft Hij mij getoond in Zijn levende opstanding. En als nu de Heilige Geest niet de bewerkende oorzaak was, als Hij niet de leidsman was, dan kwam ik nog nooit thuis. Het zal voor mij het grootste wonder zijn als dat ooit zal gebeuren. Een veilige thuiskomst om nooit te scheiden meer.

Ik moet nu afbreken want mijn brief moet weg.

Ik heb zo hier en daar maar een greep uit de post uitgenomen. Die ik nu vergeten heb wil ik alsnog zeer hartelijk bedanken voor uw medeleven met ons. Ook de Rijssenaren die hun medeleven betoond hebben wil ik extra bedanken. Er zijn er toch nog in Rijssen die hun oude leraar niet vergeten kunnen. En tuj^en niet vergeten en niet vergeten ligt ook nog een groot verschil. De een kan iemand niet vergeten uit liefde en een ander kan iemand niet vergeten uit vijandschap. Daar heb je nu het grote verschil. Doch wij allen hebben nodig te leren als vijanden met God verzoend te worden. En dat is alleen mogelijk door de dood Zijns Zoons.

Hiermede wil ik mijn brief beëindigen. Zijt al­ len zeer hartelijk van ons gegroet en Gode be­

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1966

De Wachter Sions | 4 Pagina's

EEN BRIEF UIT EDERVEEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1966

De Wachter Sions | 4 Pagina's