Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

IETS OVER EMERITERING EN HAAR GEVOLGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

IETS OVER EMERITERING EN HAAR GEVOLGEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Art. 13 van de D.K.O. handelt over de emeritering van de leraars. Zo het geschiedt, zo luidt het daar, dat enige Dienaars door ouderdom, ziekte of anderszins onbekwaam worden tot oefening van dienst, zo zullen zij nochtans desniettemin de eere en de naam eens Dienaars behouden, enz.

Dat wil dus zeggen, dat een dienaar, door ouderdom of ongesteldheid geëmeriteerd moet worden van zijn gemeente, zo zal hij de ere en de naam van dienaar behouden, en emeritaatspensioen ontvangen.

Er zijn hier nu twee mogelijkheden. De eerste is, dat hij in de gemeente blijft wonen. In dat geval kan hij soms, naar vermogen, nog wat

arbeid verrichten. Hij behoudt m dat geval de bevoegdheid om werkzaamheden in de gemeente als haar emeritus-dienaar te verrichten. Maar waar hij ontslagen is van de actieve dienst, kan hij ook maar alleen optreden, als de kerkeraad het hem verzoekt, of bij wederzijdse bewilliging. Ook kan de kerkeraad nog een zekere overeenkomst met hem aangaan om in die weg nog gedeeltelijke arbeid in die gemeente te verrichten, hetzij dan in het voorgaan bij de dienst van Woord en Sacrament, of ook voor andere arbeid, als voorzitting van de kerkeraad enz. Maar altijd weer bij wederzijdse bewilliging, hetzij bij gelegenheid of krachtens overeenkomst. Het is dus niet, zoals het was toen hij nog in actieve dienst verbonden was aan de gemeente, dat het vanzelf spreekt, dat hij optreedt in de functie van herder en leraar der gemeente om de ambtelijke arbeid te verrichten als tevoren, waar hij daar juist van ontslagen is door zijn emeritering, en aan de kerkeraad de regeling van de diensten is overgelaten, volgens art. 15 D.K.O.

Gaat hij naar elders wonen dan wordt de band minder dan wanneer hij blijft wonen in de gemeente, zoals vanzelf spreekt. Gaat hij elders wonen, dan kan hij, voor zover zijn krachten het hem nog toelaten, daar hd der gemeente worden en tot ouderling benoemd worden, en ook ambtelijke arbeid als leraar vervullen, al of niet bij overeenkomst.

Met dat al, doordat hij lid en ouderling geworden is van een andere gemeente en het ambt van ouderling, en dus als herder van de vorige gemeente, waar men geen lid van twee gemeenten kan zijn en ook niet ambtsdrager-ouderling kan zijn van twee gemeenten tegelijk, van de ene in actieve dienst en van de ander als emeritus herder-ouderling. De preek-bevoegdheid kan hij in zo'n geval behouden, evenals die van de bediening der sacramenten, evenals alle leraars in de classis en het kerkverband. Omdat hij in dat geval praktisch verbonden is aan een andere gemeente, schoon zonder eigen leraar van die gemeente te zijn, en daar gedurig aan de volle ambtelijke dienst waarneemt, heeft hij daarmede geen andere of meerdere rechten en verplichtingen jegens zijn vorige gemeente boven andere leraars in de classis en het kerkverband. Zo heeft dan de emeritus-predikant van een bepaalde gemeente, krachtens het kerkverband en zijn radicaal, bevoegdheid om ook in zijn vorige gemeente op te treden in de predikdienst en die der sacramenten, als hijzelf er toe in staat is. Maar met bewilliging van de kerkeraad van die vroegere gemeente. De kerkeraad van elke zelfstandige gemeente toch heeft het bestuur over de gemeente in de naam des Heeren, de Koning Zijner duurgekochte kerk. En die regelt de diensten. En dat weer volgens art. 15 van de D.K.O. dat zegt, dat niemand in een andere gemeente eni.ge predikatie doen mag of Sacramenten bedienen, zonder bewilliging van de kerkeraad daar. Dat geldt ook de emeritus-predikant. De emeritus-leraar heeft dus wel de bevoegdheid, krachtens het kerkverband en zijn radicaal, om ook in zijn oude gemeente op te treden. Maar krachtens zijn ontslagen zijn van de actieve ambtelijke bediening daar, kan hij er niet anders optreden dan met bewilliging van de kerkeraad.

Het is nog een voorrecht, als een emeritusdienaar nog een andere gemeente kan dienen met zwakkere krachten, maar daarmede is zijn verhouding tot zijn vorige gemeente, zoals gezegd is, anders geworden.

Hoe is het nu met de vacante gemeente. Deze verliest door de emeritering haar eigen herder en leraar, met name in het laatste geval. Krach tens het kerkverband, heeft zij de roeping en het recht om van de Classis, waar die gemeente onder ressorteert, hulp te vragen voor de ambtelijke bediening, en met name om een consulent te ontvangen. Immers, de Classis heeft ontslag verleent aan de leraar, en nu is de Classis ook verplicht om hulp te bieden aan de vacante gemeente, en met name om een consulent voor die gemeente aan te wijzen.

Bij beroeping van een leraar, moet de consulent gekend worden en is approbatie van de Classis nodig, evenals ook bij emeritering de Classis optreedt, en zo moet de Classis ook hulp bieden als de gemeente vacant wordt.

En dat krachtens het kerkverband. En zo kan ook een leraar buiten de Classis, en binnen het kerkverband een vacante gemeente dienen.

En het kerkverband houdt weer in, dat weder­ kerige hulp en bijstand geboden moet worden van en aan de gemeente onderling. En die verplichting rust weer in de gemeenschap der gelovigen, en van de zichtbare plaatselijke gemeenten in het kerkverband.

In Christus kerk mag niemand, ook geen plaat-•selijke gemeente, of classis als stelregel aannemen, dat ieder maar voor zichzelf zorgen moet, maar is roeping en verplichting elkander wederzijds te helpen.

De leraren hebben de roeping om, zo mogelijk, dde vacante gemeenten di dienen, en de vacante gemeenten hebben de roeping en plicht de leraren te ontvangen. En is er soms in een of ander opzicht wat hindering, dan dient dat weggenomen te worden langs de weg van billijkheid en liefde en met in achtneming van art. 84 D.K.O. Christus toch is alleen de Koning Zijner duurgekochte kerk, en Hijzelf zegt in Matth. 23 : 8: ant één is uw Meester, namelijk Christus, en gij zijt alle broeders.

VERANTWOORDING GIFTEN voor de opleiding Iiopen wg, wegens plaatsgebrek, volgende week op te nemen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1966

De Wachter Sions | 4 Pagina's

IETS OVER EMERITERING EN HAAR GEVOLGEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1966

De Wachter Sions | 4 Pagina's