DE RECHTVAARDIGMAKING.

Lettenvijze.

7. Van dit vonnis der vrijspreking wordt nu nader kennis aan de zondaar gegeven. Het is wel geschied in de Raad des Vredes omtrent alle uitverkorenen in het gemeen, en bevestigd in de opstandiag van Christus uit de doden Rom. 4 : 25. Opgewekt tot onze rechtvaardigmaking. Maar daar moet nu een nadere toepassing van geschieden, en dadeüjk worden uitgevoerd omtrent een iegeüjk gelovig zondaar, wanneer de beginselen des geloofs, hoe zwak die ook zijn mogen, in hem gewrocht worden. Hetwelk dan uitgevoerd wordt:1. Door de beloften des Evangeliums, in welke aan de boetvaardige en gelovige zondaar de vergeving van zijn zonden en het recht ten leven wordt toegezegd Hand. 26 : 18, en welke dat Hij hem nu moet toepassen.

2. Door de werking des H. Geestes. Die nu ook de verzekering des geloofs in hem werkt, en met zijn geest getuigt dat hij een kind' Gods is, en zo een erfgenaam Gods (dat is, een gerechtvaardigd en aangenomen ten leven), en een mede—erfgenaam van CJiristus, Rom. 1 : 15. Welke ZO' de gerechtigheid, die Christus verworven heeft, nu door het geloof met hem verenigt, mede deelachtig is Rom. 5:1. Gelijk hij ook ten 3. in hem werkt de heiligmaking om voor God m Christus te leven, alzo Christus hem wordt tot rechtvaardigmaking en heihgmaking 1 Cor. 1 : 30. Hem^ verlossende van de schuld en van de heerschappij der zonde. Welke bleiligmaking wel geheel niet te pas kwam tot zijn rechtvaardigmaking, alzo hij om niet gerechtvaardigd wordt uit zijne genade, door de verlossing die in Christus is, Rom. 3 : 24 zonder de werken der wet Rom. 3 : 28, maar nu als een vrucht en gevolg van de recht-.vaardigmaking moet aangemerkt worden; alzo de gerechtvaardigde vervuld wordt met vruchten der gerechtigheid, die dOor Jezus Christus zijn tot heerlijkheid en prijs Gods. PhiU. 1:11. En alzo hij deze vrucht in hem bevindt, zo kan hij vertrouwen, dat hij een gerechtvaardigde is, alzo hij een geheiligde is, waarvan Jacobus spreekt Jac. 2 : 24: iet gij dan nu, dat een mens uit de werken gerechtvaardigd wordt, en niet alleenlijk uit het geloof?

Terwijl hij getoond had, dat het geloof zonder de werken dood was, en < te rechtvaardigmaking zonder de heüigmakiag geen plaats had, opdat alzo ziorgeloze zondaars, die maar slechts zeide, ik ben een gelovige, en daarom, schoon geen werken doende, zo ben ik evenwel een gerechtvaardigde, zich niet zouden bedriegen, of gerust stellen, terwijl d& rechtvaardigmaking blijken moest uit de heiligmaking. En zo is er geen strijdigheid tussen Paulus en Jacobus in de plaatsen boven aangehaald, maar een zoete samenstemming, overeenkomende met de gehele leer der genade, want die hij te voren verordineerd heeft, deze heeft hij ook geroepen, en die hij geroepen heeft, deze heeft hij ook gerechtvaardigd, en die hij gerechtvaardigd heeft, deze heeft hij ook verheerlijkt Rom. 8:30, zijnde de heiligmaking ia de heerlijkmaking opgesloten, en daar een beginsel van.

Sterk Christen.

Zie, daar bUjkt dan wederom die aangename waarheid van de verzekering des geloofs, welke dan niet alleen bij beschouwing maar bevindelijk moet gekend worden, zal een ziel gerust zijn, dat zij een gerechtvaardigde is. En die moet dan ondervonden hebben, als nu getoond is:1. Dat na die voorgaande overtuiging, beschuldiging, veroordeling, verlegenheid en radeloosheid daar over, benevens het uitzien, begeren, verlangen, dorsten, aanbieden, komen, om zich te wiUen overgeven, na en aan Jezus, het Woord der belofte op hem kracht doet, en inzonderheid deze of gene belofte met klem en kracht op het hart gelegd wordt, hetzij door een heiüge redenering of door een bijzonder werk des Geestes (geüjk bij de verzekering des geloofs in 't brede getoond is) dat haar de zondten vergeven zijn, en zij in genade aangenomen is. Dit zijn de beloften Jes. 41 : 10. Vreest niet, want Ik ben met u; wees niet verbaasd, want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid. Jes. 45 : 22. Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde; want Ik ben God en niemand meer. Vs. 24. Menu zal van Mij zeggen: ewisselijk, in den Heere zijn gerechtigheden en sterkte: ot Hem zal men komen, maar zij zullen beschaamd worden, aUen die tegen Hem ontstoken zijn. Jes. 54 : 5. Want uw Maker is uw man, Heere der heirscharen is Zijn Naam, en de Heilige Israels is uw Verlosser, Hij zal de God des ganschen aarbodems genoemd worden, Jesaja 54:17. Alle instrument dat tegen u bereid wordt, zal niet gelukken, en aUe tong die in het gericht tegen u opstaat, zult gij verdoemen; dit is de erve der knechten des Heeren, en hunne gerechtigheid is uit Mij, spreekt de Heere. Matth. 5 : 6.

(Wordt vervolgd]

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen