Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE BIJBELSE GESCHIEDENIS 128.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE BIJBELSE GESCHIEDENIS 128.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Antwoorden 731 t/m 740.

731. In Gaza, de zuidelijkste en grootste stad van de vijf vorstensteden der Fihstijnen. Simson waagde zich dus diep in hun land, was overmoedig en nu niet „gedreven daar de Heilige Geest".

732. Hij ontsnapte aan zijn vijanden door te middernacht op te staan. Zij hadden zéker niet verwacht dat hij vóór de ochtend het huis verlaten zou en hadden daarom wachters bij de stadspoort op post gesteld ent hem 's morgens daar te grijpen. Waarschijnlijk waren de wachters m slaap gevallen, want midden in de nacht komt Simson ongehinderd bij de gesloten deuren. Hij houdt zich niet op om de deuren open te breken, maar rukt dé posten uit de grond, neemt deuren, posten met grendelboom en al op zijn schouder en dïaagt ze, nünstens driekwart uur gaans, naar de hoogte des bergs. Hun poging om hem door deuren en grendels vast te houden werd tot nu toe nog beschaamd, maar voor Simson lag in deze aanslag op zijn leven toch een ernstige waarschuwing van 's Heeren wege, om zich met de Filistijnen niet te verbroederen, maar altijd voor hen op zijn hoede te zijn.

733. Delila woonde aan de beek Sorek, in de omgeving van Joppe, waar het water in de Middellandsche Zee uitmondde. Ook nu lezen we niet dat het van de Heere was dat Simson zich naar deze plaats begaf-* Het was nu niét om met de Filistijnen in aanraking te komen, maar om aan zijn zinnelijke lusten te voldoen.

734. Tot driemaal toe probeerde zij tevergeefs Simsons geheim te ontfutselen. Driemaal had hij zich laten binden en gedurig riep zij: „De Filistijnen over u, Simson!" Telkens had hij haar misleid. De eerste maal had hij gezegd, dat hij, gebonden met zeven verse zelen, zwak zou zijn als een ander mens. De tweede keer had hij nieuwe touwen genoemd en de derde maal was het: „Indien gij de zeven haarlokken mijns hoof ds vlocht aan een weversboom. Gedurig liep hij echter verder in de val en de verleidster hield vol. Hoewel hi] haar valsheid al lang had kunnen bevroe-

den, Iaat hij zich steeds vaster in haar strikken verschalken. Kennelijk toonde de Heere hierin zijn ongenoegen, door hem aan zichzelf over te laten, want dat Simson het getal zeven noemt, is al een aanwijzing dat hij de heilige oorzaak van zijn kracht begint te verraden en toen hij de derde maal over zijn haarlokken begon te spreken, bewees dat alle wijsheid en voorzichtigheid van hem geweken was, want nu liet hij zelfs het teken van zijn toegewijd zijn aan God door de onbesneden Filistijnen vastbinden aan een zware weversboom.

735. Van Jozef staat geschreven, dat Potifars vrouw hem dag op dag aansprak, maar dat hij naar haar niet hoorde: „Zou ik zo een groot kwaad doen en zondigen tegen God? ", was zijn beslist antwoord, zeUs tegen aanhoudende verzoekingen. Simson daarentegen viel. God gaf Zijn knecht een ogenbük aan zichzelf over om deze dwaasheid te doen; „Hij verklaarde", zo lezen wij, „Delila zijn ganse hart".

736. Neen, Simsons kracht was niet in zijn haarlokken gelegen, maar omdat het afscheren van zijn haar een verbreking was van de gelofte zijns Nazireërschaps, waaraan hij verpücht was door het bevel Gods, die hem door Zijn Geest met extra-ordinaire sterkte begaafde zolang hij zijn Na' zireërschap onderhield, werd hij van die kracht ontbloot toen hij zich schuldig maakte aan inbreuk der Nazireërsvoorschriften. De Heere week van hem, toen Delila hem de zeven haarlokken zijns hoofds üet af scheren. Hij had zich in haar schoot te slapen gelegd en toen hij ontwaakte begon zij hem meteen te kwellen. Hij dacht zich te kunnen uitschudden als op andere malen, maar hij werd het spoedig gewaar dat de Heere van hem geweken was. En als God geweken is, dan is een mensenkind een gemakkeUjke prooi voor de vijand.

737. In het verlies van zijn ogen, ügt zeker een opmerkelijke beproeving. De „begeerlijkheid der ogen" had hem dben zondigen - nu moet hij zijn ogen missen. In dezelfde stad waar hij zijn ogen aan de ijdelheid had overgegeven, werd hij nu gevoerd n.1. Gaza. Daar hadden zijn ogen de zonde binnengelaten en daar onderging hij zijn straf.

738. Wreken is in het algemeen een uiting van de menselijke haat en dus een zonde tegen het zesde gebod. Reeds in Lev. 19 : 18 wordt het veroordeeld: gij zult niet wreken, noch toorn behouden tegen de kinderen uws volks" en de apostel Paulus zegt: Wreekt uzelven niet, beminden" (Romeinen 12 : 19). Bij Simson kwam het echter niet voort uit persoonlijke haat of hartstocht, maar uit een, heilige ijver voor de eer van de God Israels. Wraak is hier straf. Simson was richter en bad uit het geloof en werd van God verhoord. De Filistijnen hadden hem de ogen uitgegraven opdat hij zijn ambt niet meer zou kunnen uitvoeren en hielden een dankdag voor hun vermeende overwinning in de tempel van Dagon. De Heere gaf Simson een gebed in zijn binnenste en verhoorde het op een wonderbaarlijkje wijte tot eer van Zijn heüige naam, bespotting der afgoden en beschaming der Fihstijnen.

739. Uit het vorige antwoord blijkt al, dat Simson geen zelfmoordenaar was. Hij had het niet op de ondergang van zijn eigen leven voorzien, hoewel hij wel reden had om levensmoe te zijn. Neen, we moeten Simson zien als geloofsheld, als richter van Israël, en in dat ambt als de verklaarde vijand van de onbesneden Füisijnen, die op dat moment bezig waren een wrede oorlog tegen hem te voeren. Midden in het strijdperk bad Simson of God hem nog eenmaal wilde bekrachtigen om zijn ambt uit te richten, de vijand te straffen, ook al kostte het hem zijn leven. Daar de Heere zijn ootmoedig gebed verhoorde hebben we gegronde reden, dat God in gunst tot hem wedergekeerd was en dat Simson, hoewel hij stierf met dé Filistijnen, zijn eeuwig deel mét hen niet gehad heeft.

740. Simsons sterven komt hierin overeen met Christus' sterven:

a. Simson wierp Dagons tempel neder; Christus het rijk van Satan,

b. Simson overwon in zijn sterven de Filistijnen; Christus overwon door zijn sterven alle machten der duisternis.

Christus overtrof Simson echter verre, doordat Hij niet slechts door de dood teniet gedaan heeft, degene die het geweld des doods had (dat is de duivel) maar daarenboven is opgestaan uit de doden om eeuwig te triomferen en het leven voor Zijn volk te verwerven.

Zijn Naam is heilig en geducht De vijand beeft op Zijn gerucht; Maar 's Heeren vrees zal altoos wezen 't Begin der wijsheid; wien Gods hand Die doet betrachten heeft verstand; Zijn naam blijft eeuwiglijk geprezen

(Psahn 111:6)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 mei 1967

De Wachter Sions | 4 Pagina's

DE BIJBELSE GESCHIEDENIS 128.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 mei 1967

De Wachter Sions | 4 Pagina's