HOPENDE EN UITZIENDE

Hopende: e vorige keer hebben we dus al wat met elkaar gesproken over de noorden-en zuidenwind. De noordenwind gaat düs aan de zuidenwind vooraf. Er is natuurlijk allereerst over die scherpe, koude noordenwind nogal heel wat te zeggen. We weten wel, dat die wind een droge, zuiverende wind is. De noordenwind verdrijft de regen. Spr. 25:23. Zo gauw als de wind noordelijk gaat worden hebben wij beter weer te verwachten. De wolken worden verdreven en de lucht wordt schoon en helder. Maar in de winter betekent dat, dat het nu zeef koud zal worden. Maar ja, 'n koude winter is voor de vruchtbaarheid van het land ook weer niet te versmaden. We zijn echter altijd maar tegen hetgeen dat nuttig voor ons is.

Uitziende: Och vriend, we moeten ons toch wel wegschamen vanwege al die opstand en dat murmiureren tegen hetgeen dat ó& Heere nuttig en nodig voor ons keurt en wat we waarUjk tot ons tijdelijk, geestelijk en eeuwig welzijn niet kunnen missen. Als men eens tot zichzelf gebracht wordt, dan weet men soms niet waar men het zoeken moet uit schaamte vanwege dat ellendige, goddeloze, opstandige bestaan dat zich altijd tegen Gods handelingen verzet. Men weet zich dan ook werkelijk niet diep genoeg voor God te verfoeien. Het is toch immers eeuwige liefde dat de Heere zulk een weg met die mens houdt. Zonder de noordenwind kan immers de zuidenwind geen nut doen. Maar och, het is niet te zeggen wie de mens door zijn diepe val geworden is. Het is maar gelukkig, dat dfe Heere dat beter weet dan dat wij dat weten en dat Hij ons daarom voor dfe noordenwind niet spaart.

Hopende: Maar als de noordenwind een zuiverende wind is, dan zegt ons dat ook, dat dat ontdekkend werk van Gods Geest tegelijk een zondedodend werk is. Daarom hebben we die noordenwind niet alleen aanvankelijk in de weg der overtuiging nodig, maar blijft die ons onmisbaar tot het einde van ons leven. De bruid is hier in deze bedfe aan het woord. Van deze bruid hebben we reeds gehoord, hoedat zij zich het eigendom van Christus mag weten. Zij is in Zijn binnenste kameren ingeleid. En deze bruid horen we nu bidden om de noordenwind. Zij bidt om een ontwaken van die noordenwind. Als de werkingen van Gods Geest gemist worden, ligt toch alles van binnen zo stil. En de bruid kan ook zelf die Geest niet werkzaam bij zich maken. Nu is het wel waar, dat de noordenwind voor het vlees niet te begeren is, maar als het zo stil ligt van binnen, dan gevoelt de bruid toch ook wel dat het niet goed met haar gaat. Er is dan weinig van dé vrucht van Gods genade bij haar te aanschouwen.

Uitziende: De bruid vraagt dan ook om die noorden-en zuidenwind, opdat de specerijen zullen uitvloeien. Ze dient toch een lichtend licht en een zoutend zout te zijn. Ze is uit de duisternis tot Gods wonderbaar licht geroepen om Zijn deugden te verkondigen. Maar och, wat gaat er dikwijls toch maar weinig van haar uit! Er is dan maar weinig van te zien dat Koning Jezus ze Zich tot een schone en vruchtbare hof gemaakt heeft. Maar als de noorden-en de zuidenwind beide de hof zullen doorwaaien, dan zullen de specerijen uitvloeien.

Hopende: p de noordenwind, volgt dus de zuidenwind. De vorige keer hebben we opgemerkt, dat de ziel om de noorden-en de zuidenwind kan vragen, maar dat zij dan toch meest de zuidenwind op het oog heeft. Ze kan het dan dus nog wel zien, dat op de noordenwind de zuidenwind volgt. Maar als de noordenwind ontwaakt, dan kan ze dat meest niet meer bekijken. Maar toch, de zuidenwind zal niet achterblijven. God maakt op Zijn tijd de aarde weer eens stil uit het zuiden. Job 37 : 17. De zuidenwind is een warme wind, hoewel ook tegelijk een vochtige wind. Er volgt dan ook meest wel veel regen op. Maar de specerijen zullen dan uitvloeien. Zo deelt dan de ziel in de vrucht van die stormen die er uit-en inwendig gewoed hebben. Och, als dan de Heere met Zijn vertroostende genade weer eens de ziel verkwikt, hoe begint dan de ziel weer te herleven. Hoe goed is dan toch voor haar die noordenwind geweest. Welke onderwijzingen heeft zij daaronder opgedaan. Maar hoe wordt al haar smart nu ook dubbel verzoet. De Heere kan Zijn volk soms in zeer diepe wegen brengen, in-of uitwendig, of in-en uitwendig beide. Maar als de bergen uitwendig eens worden geslecht en de banden inwendig worden verbroken, hoe zullen dan de specerijen rijkelijk uitvloeien. Dan zullen ze haar reuk en geiur verspreiden.

Uitziende: Dan mag een ander dus ook nog in de vrucht daarvan delen. We horen de dichter van Psalm 142 zeggen: Voer mijne ziel uit de gevangenis om Uwe Naam te loven; de rechtvaardigen zullen mij omringen, wanneer Grij wel bij mij zult gedaan hebben. Maar het grootste van alles is, dat Christus Zelf dan weer Zijn hof bezoekt. We horen immers de bruid er ook gelijk aan toevoegen: O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame en ate Zijn edele vruchten!

Hopende: Het is dus bij de bruid in het bijzonder om de komst van de Bruidegom te dóen. En ook begeert zij, dat Hij Zich in de vrucht van Zijn eigen werk zal verlustigen. Daarom spreekt ze over Zijn edele vruchten. We hopen daar echter de volgende keer nog wat van te mogen zeggen. En dan gaan we aan het 5e hoofdstuk beginnen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen