Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE BIJBELSE GESCHIEDENIS 134.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE BIJBELSE GESCHIEDENIS 134.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ruth (slot) Vragen 761 t/m 770.

761. Naómi en Ruth waren dus te Bethlehem aangekomen in het begin van de gersteoogst. De mensen te Bethlehem schijnen het bij deelnemende woorden gelaten te hebben. We lezen tenminste niet dat zij hen in huis genomen hebben en hen aan het nodige hebben geholpen, maar het bhjkt dat er geen ander middel was om in hun levensbehoefte te voorzien, dan aren te gaan lezen op één van de velden. Deze noodtoestand gaf Ruth gelegenheid haar liefde tot Naomi met daden te be­ wijzen. Zij nam op zich voor haar oude schoonmoeder te blijven zorgen. Hoewel haar man overleden was toonde zij dat zij Naomi toch onderdanig wüde zijn. Ze zegt tot Naomi: „Laat mij toch in het veld gaan en van de aren oplezen, achter dien, in wiens ogen ik genade zal vinden". Aren oplezen was het werk van de zeer armen, eigenlijk niet anders dan bedelen. Ruth schikt zich echter goedsmoeds naar de omstandigheden. Zij is kennelijk al goed op de hoogte van de rechten van het volk van Israël, welke de arme, de vreemdeling en de weduwe de nalezing toekenden.

De Heere zou haar niet beschamen. Want nadat zij van haar schoonmoeder de toestemming verkregen heeft, gaat zij op weg en komt zij op het land van Boaz. Deze Boaz was een bloedverwant van EUmélech, die Ruth echter niet kende. Hij was een rijk en groot man, een man geweldig van vermogen. Zijn naam betekent: „In Hem is sterkte". Bovendien was hij een zeer vriendelijk persoon, die de wet Gods niet aUeen ten opzichte van zijn arbeiders wist te handhaven, maar eveneens ten opzichte van de armen.

Ruth had volgens de wet het recht om aan de arbeid te gaan, toch vroeg zij aan Boaz verlof het te mogen doen. Wat een verschil met de houding van veel mensen in onze tijd, die het altijd maar hebben over de rechten van de mens. Deze socialistische levensbeschouwing beheerst feitelijk onze hele samenleving. Het uitgangspunt ervan is het vermeende recht op een menswaardig bestaan, dat ieder mens wordt toegekend. Het beginsel is dus zuiver materialistisch en ongodsdienstig. In de diepste wortel is het socialisme feitelijk een geloof aan de satansbelofte in het paradijs: „Gij zult als God zijn”.

Het is dus een godsdienst van de wereld, een geloof in de natuurUjke goedheid van de mens, kortom mensvergoding en Godsverzaking. De verhouding tussen Boaz en zijn maaiers was anders. Zij verwisselden vriendelijke maar ook godvruchtige begroetingen. Hij zeide tot hen: De Heere zij met ulieden" en zij antwoordden: De Heere zegene u". Het zou een voorrecht zijn als dezelfde verstandhouding hier en daar ook in onze tijd nog gevonden zou mogen worden. Als het anders is, dan geldt voor de ondergeschikten echter het woord van de apostel, dat wij ook „de harde heren onderdanig zullen zijn" (1 Petrus 2:18).

Toen Boaz Ruth opmerkte, vroeg hij aan zijn opzichter, wie die jonge vrouw was, die zo ijverig aren zocht. En als hij dan van hem gehoord heeft, dat zij dfe Moabietische is, die met Naomi uit het land Moab is wedergekeerd, dan gaat hij naar haar toen en spreekt haar vaderlijk aan. Hij schaamt zich niet voor haar armoede, maar spreekt haar toe als zijn dochter en verleent haar bijzondere gunsten en moedigt haar aan om voort te gaan met het arenlezen op zijn landerijen. Ruth betuigt in deemoe^ge houding haar dank aan Boaz; zij viel, als overweldigd door zoveel welwillendheid, op haar aangezicht en boog zich ter aarde en zij zeide tol hem: Waarom heb ik genade gevonden in uwe ogen, dat gij mij kent". 7A\ had zulk een gevoel van eigen geringheid, dat het haar te machtig werd, dat zulk een groot heer naar haar omzag.

„Ik ben een vreemde", moest zij bekennen, „niet gelijk één uwer dienstmaagden' Dezelfdte stem als van de verloren zoon: „Ik ben niet waardig uw zoon genaamd te worden, maak mij als één uwer huurlingen." Zo ook Ruth: „Laat mij genade vinden in uwe ogen, hoewel onverdiend, blij' mij echter goedgunstig", wil zij zeggen. Boaz heriimert haar nu aan wat zij ge' daan heeft. Zij heeft de band met haar volk, met haar land en met haar godsdienst doorgesneden om heen te gaan met Naomi naar een vreemd land, om daar de God Israels te dienen.

En hij voegt er aan toe: „De Heere, onder Wiens vleugelen gij gekomen zijt om toevlucht te nemen, vergelde u uwe daad.' De zegenwens van Boaz begon reeds aan

stonds in vervulling te gaan. De Heere toonde voor Ruth te zorgen. Reeds de eerste avond komt zij thuis met een efa gerst, dat is minstens vijf dagen eten. En als Naomi hoort, dat Ruth, op het veld van Boaz is geweest, maakt zij haar ermee bekend, dat deze Boaz één van de lossers is. We weten niet of Naomi in de veronderstelling verkeerde dat Boaz de naaste bloedverwant van Elimélech was. In ieder geval bespreekt zij met Ruth, dat volgens de instelling des Heeren de losser verscheidene verplichtingen tegenover zijn nabestaanden had. Ruth blijft aren lezen op het veld van Boaz totdat de gerste-en de tarweoogst' beëindigd waren. Daarna maakte Naomi een plan om Ruth tot een goed huwelijk te brengen.

Zij zoekt dit te dben in de rechte weg n.1. volgens de instellingen Gods. Zij zendt Ruth in het uiterlijk van een bruid naar Boaz, opdat deze haar wens zien zou. Men werkte in die tijd tot laat in de avond op de dorsvloer en sliep daar ook ter bewaking van het koren. Naomi raadt Ruth aan deze gelegenheid tebaat te nemen om zich bij Boaz aan te melden zonder opzien te baren. Volgens onze gewoonten zou dit een enigszins onbetamelijke handelwijze zijn, maar volgens de oosterse zeden was dit beslist wèl geoorloofd. Ruth had het recht en de plicht ten opzichte van haar overleden man, om het erfgoed in de familie te doen voortbestaan. Bovendien, Boaz was bejaard en Naomi had het geboden: Zij kende Boaz wel. Toen het dag werd, keerde Ruth naar Naomi terug' voorzien van een grote hoeveelheid gerst. Thuis gekomen, vertelt zij aan Naomi alles wat haar wedervaren is. Naomi vertrouwt, dat Boa2 de zaak zeker tot een gewenst einde zal brengen. Deze heeft ook ogenblikkelijk werd van deze zaak gemaakt. Hij spreekt de naaste losser aan en vraagt hem of hij bereid is het land te lossen. Deze zegt dit wel te willen doen maar dat het hem onmogelijk is om met Ruth te huwen. De weg, die nu nog open is, is dat Boaz als losser optreedt. Onder getuigen van de oudsten der stad aanvaardt Boaz de lossing en tevens Ruth.

Zo eindigt dit verhaal met de vermelding van het huwelijk tussen Boaz en Ruth, de geboorte van Obed, de grootvader van David. Het boek Ruth is van veel historische en geestelijke waarde. Het beschrijft het landleven onder Israël met zijn voorbeeldige verhouding tussen landheer en knecht we zien er in getekend de gezegende werking van de wetten, waaronder Israël leefde, zowel ten opzichte van het lot der armen als de instandhouding van de geslachten, maar bovenal de uitvoering van de Raad des AUerhoogsten tot verwekking van het beloofde zaad der vrouw, de grote Zoon van David, van wie in de voUe zin van het woord gezegd zou kunnen worden, dat Hij zou zijn „een Man, geweldig van vermogen", die ook niet rusten, zou, tenzij Hij de zaken met betrekking tot de lossing en verlossing van Zijn uitverkorenen voleindigd zou hebben. Wilt u één en ander nog wat nader onderzoeken, tracht dan de antwoorden te vinden op de volgende vragen: waar kunnen we de wetten omtrent het recht van de armen om aren te lezen beschreven vinden?

762. In welk hoojdst. staan de rechten omtrent het lossen van de verkochte erfdelen opgetekend?

763. En waar worden de voorschriften omtrent trouwen met de weduwe van een broeder om hem zaad te verwekken beschreven?

764. Uit welke tekstwoorden kunnen wij afleiden, dat er in Boaz' tijd landeigeruiars waren, die zich aan de instelling Gods omtrent de armen niet hielden?

765. Hoe moeten wij de uitdrukking opvatten: „ en haar viel bij geval voor een deel van het veld van Boaz”?

766. Wat verstaan wij onder een „bloedvriend”?

767. Kunt u enkele van de bijzondere gtmsten noemen, die Boaz aan Ruth bewees toen zij op zijn veld aan het aren lezen was?

768. Wat symboliseerde het uittrekken en het geven van-de schoen?

769. Kunt u één of meer voormoeders van Christus noemen, die van heidense afkomst waren?

770. Waarom wordt Christus een Goël genoemd?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juli 1967

De Wachter Sions | 4 Pagina's

DE BIJBELSE GESCHIEDENIS 134.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juli 1967

De Wachter Sions | 4 Pagina's