Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VADERLANDSE GESCHIEDENIS.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VADERLANDSE GESCHIEDENIS.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoofdstuk 19.

Graven Albrecht, Willem VI en Gravin Jacoba.

Van graaf Albrecht is niet veel te vertellen. Hij heeft de stad Delft gedwongen hem als vorst te erkennen, toen hij als plaatsvervangend landvoogd voor Willem regeerde. Hij had bij zijn dood zoveel schuld, dat zijn vrouw Margaretha van Qeef bij zijn begrafenis zonderling gekleed was.

Zij had geleende kleren aan en een strohalm in haar hand, welke zij onderweg van zich wierp, als teken dat zij niets betalen zou van de grote schuld die haar man gemaakt had. Hij stierf in 1404. Zijn zoon Willem volgde hem op.

Zijn regering is niet zeer merkwaardig. Hij het één dochter na, die om haar vele tegenheden bekend is onder de naam van „De rampspoedige gravin Jacoba”.

Jacoba werd in het jaar 1401 geboren. Haar leven is een aaneenschakeling van droevige gebeurtenissen. Op 14-jarige leeftijd trouwde zij met de kroonprins van Frankrijk. Dit gaf haar de blijde hoop om eens koningin van Frankrijk te worden.

De Heeren had echter haar weg met veel doornen omtuind, de schone hoop verwelkte als een bloem. Haar man werd haar door de dood weggenomen, zodat zij op zeventienjarige leeftijd niet alleen een arme wees, maar ook een weduwe was.

Vader, zo jong nog en reeds zoveel tegenheden?

Luister maar verder. Haar oom Jan, (broer van haar vader) werd door verschillende steden als graaf gehuldigd en zocht zijn rechten tegen zijn nicht Jacoba te handhaven. Die oom was voor haar een hevige tegenstander. Jacoba, die daar niet tegen bestand was, trouwde met haar neef Jan, die hertog van Brabant en Limburg was, in de hoop, dat deze vorst voor haar een man, vader en beschermer zou zijn. Die hoop vervloog ook als een vroegopkomende dauw en morgenwoUc. AUes üep haar tegen. Met recht was zij een kind des ongeluks.

Hertog Jan was een slecht mens, die zijn onderdanen niet goed kon regeren en hoe zou het dan met zijn vrouw goed kunnen gaan?

Zij verliet hem en ging in Engeland een derde huwehjk aan met de hertog Glocester m het jaar 1422.

Deze Engelse graaf was heel bUj dat hij een gravin van Holland en Zeeland tot zijn vrouw kreeg, maar helaas, zodra hij zag dat haar vijanden zó machtig waren, vertrok hij stilletjes naar Engeland, de arme Jacoba achter latend in haar druk.

Die hertog was een trouweloze echtgenoot en een verbreker van zijn woord vader.

Inderdaad, de vriendeh van degenen die geschenken geeft zijn velen, maar de arme wordt zelfs van zijn vriend gehaat en zo ging het ook met deze gravin.

Jacoba werd daarop te Bergen in België gevangen genomen en naar Gent gevoerd. Het is haar gelukt ia mansgewaad xiit deze gevangenis te ontvluchten en in Holland te komen. Intussen stierf haar oom Jan.

Nu hoop ik dat het maar wati beter mag gaan met die vrouw, want ze had niet veel plezier van die oom gehad.

Na die tijd ging het niet veel beter met haar. Toen oom Jan dood was, kreeg zij haar neef Füips tegen haar. Deze Filips was zo machtig dat zij nu gedwongen werd het bestuur neer te leggen en te beloven niet zonder zijn toestemming te trouwen.

Was Jacoba nu geen gravin meer vader? Eigenlijk niet meer, want wat baat het of men de titel van graaf of gravin heeft zonder de daad. Jacoba was nu een gravin zonder land en dat is een arme gravin.

Zij genoot nu die grote inkomsten niet meer zoals voorheen, zij verkeerde wel eens in grote behoefte aan geld. In die nood kwam een edelman, Frank van Borstelen haar te hulp, met wie zij ook heimeMjk in het huwelijk trad. Dit was voor de vierde maal dat Jacoba trouwde.

Maar vader, ze mocht toch niet trouwen zonder toestemming van haar neef Filips?

Eerst bleef het geheim, doch weldra hoorde Fiüps van deze zaak. Zij moest nu zelfs de titel van gravin laten varen. Hij verleende haar daarop de vrijheid met die edelman te trouwen. Haar huwehjk werd toen openUjk voltrokken ki de kerk van St. Maartensdijk, een dorp op het eiland Tholen.

Hij benoemde haar echtgenoot tot graaf van Oostervant (koninkrijk België), zodat Jacoba toch de naam van gravin kon houden.

Zij heeft lang te Goes gewoond, waar nog een moerbeziën boonï staat, welke zij geplant zou hebben.

Haar laatste dagen sleet zij op een kasteel bij Leiden. De tering rukte haar uit dit leven. Zij stierf in 1436, slechts 36 jaar oud.

Jacoba mocht wel zeggen: Weinig en kwaad zijn de dagen mijns levens geweest. Met haar ging het bestuur over uit de Beijerse famUie in de Bourgondische, want haar neef Filips was een Bourgondiër.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 september 1967

De Wachter Sions | 4 Pagina's

VADERLANDSE GESCHIEDENIS.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 september 1967

De Wachter Sions | 4 Pagina's