DE BIJBELSE GESCHIEDENIS 146.

Samuël als richter.

Vragen 811 t/m 820.

811. Gedurende het leven van Eli was Samuel in zulk èen hoog aanzien bij het volk gekomen, dat hem kort na Eli's dood het' gezag van richter werd toegekend. Al aanstonds trad hij als hervormer op. Wat de staatkundige gesteldheid betreft, was Israël in die tijd in grote mate afhankelijk van de FiUstijnen. De macht van de Filistijnen was gestadig toegenomen en niet alleen aan de kust, maar ook m het midden van het land hadden zij zich gevestigd. De verdrukking was zwaar en duurde lang: „de dagen werden vermenigvuldigd". Men zag naar verlossing van de Filistijnen uit, elke dag. Twintig jaar lang was er een biddende Samuel onder hen, twintig jaar lang was hij eveneens werkzaam onder het volk, om het tot erkenning van hun zonden - de oorzaak van hun druk - te brengen. Toen kwam er een roep om verlossing. We lezen dat het voUc voorstelde ds vreemde goden weg te doen en de Heere alleen te dienen. En werkelijk luisterden de IsraëUeten naar Samuel. Zij volgden zijn raad op en wderpen de Baals en de Astaroths weg, en zij dienden den Heere alleen. Er kwam dus een hervorming. De Heere begon de arbeid van Samuel met vruchten te bekronen. Het wegzinkend volk begon te herleven. Samuel riep een volksvergadering bijeen te Mizpa. Daar schepten zij water en goten het uit voor het aangezicht des Heeren, daar hielden zij een openbare boete-en bededag en deden belijdenis van hun zonden. Zij verootmoedigden zich en toonden berouw door vasten en bidden. Toen de Filistijnen van deze volksvergadtering hoorden, verzamelden zij zich, om tegen de Israëheten te strijden. Zij werden blijkbaar achterdochtig. Een biddend volk is gevaarlijk voor de vijand.

Als de Satan bekering ziet, begint hij onmiddellijk de strijd. De Heere liet de vijand toe om op te komen. Hij had daarmede Zijn wijze bedoelingen. Nooit kon Israël meer te rechter tijd bedreigd worden, dan toen zij zich met berouw en bekering tot God gewend hadden. Zij waren te Mizpa gekomen, dezelfde plaats waar zij twintig jaar geleden zulk een zware nederlaag geleden hadden onder Hofni en Pinehas, daar stonden zij nu; ongewapend, onbereid tot de strijd, onder de leiding van Samuel, die ook nooit als een strijdbaar held een oorlog gevoerd had. Gebeden en tranen waren nu de enige wapenen, waarvan velen voorzien waren. En wetende dat Samuel een man des gebeds was, verzochten zij hem dringend een gebed voor hen op te zenden. „O, zwijg toch niet van onzentwege", zo dringen zij aan, „dat gij niet zoudt roepen tot den Heere, onzen God, opdat Hij ons verlosse uit de hand der Filistijnen". De Heere hoorde en zou verlossing schenken. Samuëël was voor hen met zijn voorbede tussenbeide getreden, echter niet zonder offer. We lezen dat hij een melklam nam en dat hij het geheel den Heere ten brandoffer offerde en terwijl het offer brandde, ging met de rook ervan zijn gebed op ten hemel. De Heere verhoorde hem, want op het zelfde ogenbhk, dat het melklam geofferd werd, begond de strijd'. Op kenneUjke wijze gaf de Heere uitkomst.

Hij verschrikte de vijanden zodanig, dat zij een gemakkelijke prooi voor Israel werden. Als gedenkteken van deze door God gewerkte overwinning richtte Samuel een steen op tussen Mizpa en Sen, welke hij de naam Eben-Haëzer gaf. Zo werden de FiUstijnen ten onder gebracht en kwamen de door hen bezette steden aan Israël terug. U kunt het alles nalezen in 1 Sam. 7; ook de verdere goede diensten die Samuel als richter aan Israël bewezen heeft staan in dat hoofdstuk opgetekend. We zullen trachten met het stellen van enkele vragen uw aandacht nog op enkele bijzonderheden te vestigen. 811. Op welke plaats was de Ark des Heeren tijdens bovengenoemde gebeurtenissen ?

812. Om welke oorzaak „klaagde het ganse huis Israels den Heere achternd' zoals we lezen in vers 2 ?

813. Wat wilden de Israëlieten te kennen geven met het water uitgieten voor het aangezicht des Heeren? (vers 6)

814. Was Israels berouw over de zonden van zaligmakende aard?

815. Op welke wijze verschrikte de Heere het leger der filistijnen?

816. Wat is de betekenis van „Eben-Haëzer"?

817. Waren er ten tijde van Samuel meerdere profeten?

818. Ware er (behalve Mozes) vóór Samuëh tijd al profeten onder Israël opgetreden?

819. Kunt u uit andere bijbelboeken dan de boeken van Samuel aantonen dat Samuel een Godsman van zeer grote betekenis geweest is?

820. Is hij tot aan zijn dood toe richter gebleven?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen