Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE BIJBELSE GESCHIEDENIS 167.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE BIJBELSE GESCHIEDENIS 167.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

David vervolgd.

Vragen 921 t/m 930.

921. In het voorgaande hebben wij gezien dat David zijn huis moest verlaten en dat hij zijn vriend Jonathan vaarwel moest zeggen. Hij heeft voorgoed afscheid moeten nemen, zowel van Sauls hof als van het leger. Voortaan zal hij moeten zwerven van de ene plaats naar de andere, nagejaagd als een veldhoen op de bergen. Van de hoge positie als hoveling wordt hij gestort in de diepte van vervolging en ontbering. Een zeer moeilijke leerschool, n.1. die van het lijden, moet hij nu gaan doorlopen. In deze periode zullen zijn geloof en vertrouwen op God' in de vuuroven der vervolging hun echtheid moeten gaan bewijzen en zal het moeten uitkomen of liij die genade deelachtig is, welke niet alleen als kind des Heeren, maar voorals als toekomstige koning over Zijn volk, nodig is. Bovendien moeten zijn omzwervingen dienen om zijn volk te leren kennen, in zijn noden en behoeften, ook in zijn gebreken en kwade neigingen. Zijn rechtsbesef zal in die weg worden verstrekt en zijn zelfbeheersing zal worden geoefend. Kortom in deze leerschool moet hij worden opgeleid en ontwikkeld tot een rechtvaardig en godvrezend vorst, die des Heeren volk zal kunnen regeren en die niet als de andere oosterse vorsten van die tijd, als een despoot zal optreden om de ellendigen des lands te onderdrukken. Zo staat de Heere aan de spits om David te leiden langs paden, die hij vooraf niet geweten heeft, maar die toch heilzaam voor hem zuUen zijn en hem uiteindelijk tot de kroon zouden voeren. Voor zijn gemoed waren het evenwel smartelijke wegen. In menige psalm horen we hem zijn nood klagen.

Gedurig stort hij zijn overstelpte ziel uit voor het aangezicht des Heeren.

Gij weet, o God hoe 'k zwerven moet op aard, Mijn tranen hebt G' in Uwe fles vergaard.

In de geschiedenis van zijn vervolgingen vinden we de sleutel op veel psalmen, die hij in die tijd gemaakt heeft. Tevens zien wij dat David - evenals andere van Gods kinderen en knechten - een voorbeeld is geweest van degenen die door vele verdrukkingen ingegaan zijn in het koninlcrijk der hemelen. Inzonderheid was David echter in zijn lijden een type van Christus, Die van eeuwigheid af gezalfd is geweest en zich in de tijd heeft willen vernederen tot de allerdiepste versmaadheden en angsten der hel, maar Die ook weer uitermate verhoogd is geworden en in eeuwigheid als Koning zal regeren.

Het lijden van Davids Zoon was echter zonder smet of vlek - dat van David niet. We kunnen dat al zien aan het begin van zijn lijdensweg, die beschreven wordt in 1 Sam. 21. Hij komt daar bij de priester Achimelech te Nob. Misschien wilde hij daar afscheid van de tabenakel nemen.

Het huis des Heeren was hem boven alles dierbaar geweest en nu was hij een balling, die uit het erfdeel des Heeren verstoten was. Het kan ook zijn, dat hij van plan was door de Urim en de Tummim naar de mond des Heeren te vragen om raad en leiding aangaande de weg, die hij te gaan had. Hij trof de priester Achimelech echter in een vreesachtige houding aan. Bevende kwam hij hem tegemoet, zo lezen we in vers 1, en hij zeide tot hem: „Waarom zijt gij alleen, en geen man met u? " Hij werd daardoor wellicht weerhouden om de oorzaak van zijn reis aan de priester mede te delen. In ieder geval vraagt hij alleen om eten en wapenen. Hij wendt voor, dat Saul hem een geheime boodschap had opgedragen, waarover hij zelfs met de priester niet mocht spreken. Zijn verhaal was echter van begin tot het eind een leugen. De Schrift verbergt Davids handelwijze niet en wij mogen hem in deze niet rechtvaardigen. Het was een daad, die ontzettende gevolgen voor de priester zou hebben. Het was ook niet nodig dat hij de priester wat voorloog, want we mogen veronderstellen dat deze hem evengoed geholpen zou hebben als hij hem de waarheid gezegd zou hebben. Achimelech gaf aan David toonbroden en het zwaard van Goliath. Aan dat zwaard had hij een herinnering. Toch kan hij er blijkbaar nu zijn vertrouwen niet op stellen, want hij vreest door de hand van Saul te zullen omkomen. Hij vlucht naar Achis, de koning van Gath. Hij verlaat dus het land Kanaan en neemt zijn toevlucht tot zijn vijanden. Hij meende zeker niet herkend te zullen worden en gastvrij te zullen worden ontvangen omdat hij voor Saul vluchtte. Daarin vergiste hij zich echter. Hij werd spoedig door de hovelingen als de ovenvinnaar van Goliath herkend. „Is deze niet Dax'id, de koning des lands? Zong men niet van hem in de reien, zeggende: Saul heeft zijn duizenden verslagen, maar David zijn tienduizenden? ”

Toen David deze woorden hoorde vreesde • hij zeer. Om aan het dreigende gevaar te ontkomen stelde hij zich aan als een waanzinnige. Hij bekrabbelde de deuren der poort en gedroeg zich geheel als iemand die zijn verstand kwdjt was. Deze hst gelukte, want Achis wUde niets met hem te maken hebben. „Heb ik razenden gebrek? zal deze in mijn huis komen? ", zo sprak hij tot zijn knechten. Daarop joeg hij hem weg. David kon nu het Filistijnse land weer verlaten en terugkeren naar het land Kanaan. Ter nagedachtenis aan die redding heeft hij de 34ste psalm gedicht. Uit het opschrift van die psalm blijkt dat hij zijn gelaat veranderd had voor het aangezicht van Abimelech, die hem wegjoeg dat hij doorging, maar dat hij zijn geest niet had veranderd. De kalmte van zijn geest moeten we bewonderen. Onder de verschrikkelijke omstandigheden, waaronder hij verkeerde, was zijn hart vast, betrouwende op de Heere en zo kon hij nog tot troost van Gods kerk op aarde een bemoediging neerschrijven, als hij aan het einde van de psalm verklaart dat allen, die op Hem betrouwen, niet schuldig verklaard zullen worden.

We zouden in dit verband de vraag kunnen stellen of u in de 34ste psalm een opmerkelijke onderwijzing ziet, aangaande de enige troost voor Gods volk in leven en in sterven beide.

922. Ligt er in die psalm bovendien een profetie omtrent de bijzondere bewaring van het lichaam van de Heere Jezus, toen Hij aan het kruis hing?

923. David ontkwam uit de hand der FiUstijnen; hij trok naar zijn land terug en verborg zich in de spelonk van Addulam. Hij behoorde kennelijk tot degenen, van wie de Apostel aanhaalt, dat zij gedoold hebben in de woestijnen, en op de bergen en in de spelonken en in de holen der aarde. Weet u in welke zendbrief deze tekst voorkomt?

924. Toch werd deze eenzame plaats in de woestijn een keerpunt in Davids leven, want toen zijn broeders het hoorden, begaven zij zich met hun verdere bloedverwanten daarheen, omdat zij zich in Bethlehem niet meer veilig achtten. Er kwamen nog meer mannen tot David in de spelonk n.1. 400 maimen, die in de Schrift nader aangeduid worden met hun bijzondere hoedanigheden.

Weet u hoe zij genoemd worden?

925. Wie was de man, die Davids oponthoud bij de priester te Nob aan Saul verraadde?

926. Kunt u ook zeggen hoe de priester zich tegen de koning verantwoordde?

927. Welke straf kreeg hij van Saul?

928. Hoe heette zijn zoon, die aan Sauls wraak ontkwam en naar David vluchtte?

929. Waarheen bracht David zijn ouders?

930. Wie gaf David de raad om de spelonk van Adullam weer te verlaten?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 1968

De Wachter Sions | 4 Pagina's

DE BIJBELSE GESCHIEDENIS 167.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 1968

De Wachter Sions | 4 Pagina's