Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

III. DE KERK DES HEBREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

III. DE KERK DES HEBREN.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zondag 21.

De leer der verkiezing is de troostbron voor het volk Gods. Hier klopt het hart der kerk. Het is de leer dfer vrije, soevereine verkiezing Gods die al het werk van de mens zo totaal afsnijdt. Vandaar dat de Remonstranten deze leer niet verdragen konden. Maar al mocht er ook enig verschil onder onze vaderen zijn over de orde in Gods eeuwig besluit, in het vrije soevereine werk Gods konden zij elkander wel vinden. De zogenaamde infralapsariërs van deze tijd, nemen daaraan juist een aanstoot. Men kan volgens hen niet voldoende de nadtuk leggen op de volle verantwoordelijkheid van de mens, als men die verkiezing zo predikt. Maar denkt ge dat ooit één mens er zich voor Gods rechterstoel mee zal kunnen verontschulcïïgen dat hij niet uitverkoren was? Laat men er ons echter maar van beschuldigen dat wij de verantwoordelijkheid van dfe mens niet voldoende handhaven, de praktijk leert wel anders. Met al dat gescherm met het handhaven van de verantwoordelijkheid van de mens, laat men zijn onbekeerde hoorders wel de kerk uitgaan zonder hen het gewicht van dood en eeuwigheid recht op het hart te drukken. Ja, men heeft wel een woord voor zijn onbekeerde hoorders, maar dan een woord van opwekking om in eigen kracht aan het werk te gaan.

Gods Woord leert ons echter dat het niet is desgenen die wil, noch désgenen die loopt, maar alleen des ontfermenden Gods. De Zone Gods vergadert Zich uit het ganse menselijke geslacht een gemeente, tot het eeuwige leven uitverkoren. Die gemeente vergadert Hij Zich dus door Zijn Geest en Woord.

De pre(iïking dés Woord is dus het middel dat God tot bekering gebruikt. Zo is het Woord het zaad der wedergeboorte. Maar zal de prediking des Woords vruchtdragen, dan moet er Gods Geest mee gepaard gaan. En die vruchtbaarmakende werking des Geestes gaat er tot de zaligheid der uitverkorenen ook zeker mee gepaard. Dus ook die Geest dóet Zijn werk in de vergadering van die kerk. Dat heeft Hij gedaan van het begin dér wereld af en zal Hij ook doen tot het einde toe. Er zal dus een kerk zijn tot de laatste dag.

Die kerk vergadfert Christus Zich niet alleen door Zijn Geest en Woord, maar Hij beschermt en onderhoudt die ook. De poorten der hel zullen Zijn gemeente nimmer overweldigen. Qiristus is het Hoofd van Zijn duurgekochte kerk. Hij is niet alleen haar vertegenwoordigend Hoofd, maar ook haar besturend en bewarend Hoofd.

Die kerk is een strijdende kerk hier op aarde. In de hemel is ze triumferend, omdat ze daar alles overwonnen heeft. Als we spreken over een strijdende-en een triumferende kerk, dan bedoelen we daar geen twee aparte kerken mee. Er is maar één kerk. „Eén enige is Mijn duive", zo horen we Christus in het HoogUed zeggen, „Mijn volmaakte, de enige harer moedter, zij is de zuivere dergene, die haar gebaard heeft”.

Ze is dus zuiver en heilig. We beUjden te geloven in één heilige, algemene Christelijke kerk. In de hemel is de kerk volmaakt heilig, zonder zonde. Op aarde is ze echter toch ook heUig in Christus. Maar een nauwe band Is er dan toch ook tussen de strijdende-en db triumferende kerk. Neen, dit zijn geen twee kerken, maar twee gedeelten van één en dezelfde kerk. Het wordt dan ook de strijdende kerk hier op aarde wel eens vergund om gemeenschap met de triumferende kerk te oefenen. Dan gevoelt men dat degenen met wie men hier op aarde heeft geleefd, al zijn ze naar het lichaam ook gestorven, toch niet dood zijn. Ze leven nog, maar nu in volmaakte heerlijkheid.

De ware Christen mag echter hier ook nog belijden, dat hij geloven mag dat hij van die kerk die de Heere Zich hier op aarde vergadert, een levend lidmaat is en dat ook eeuwig zal blijven. Welk een weldaad om dit met vrijmoedigheid voor zichzelf te kiumen zeggen. Daar komt het toch ook voor ons allen maar op aan. Het uiterlijk lidmaatschap houdt op bij de dood. Als het nooit verder bij ons gekomen Is, heb^ ben we slechts als stelgerhout gediend. Het steigerhout wordt afgebroken als het gebouw voltrokken Is. Vreselijk zal het zijn, als we dan als kinderen des konlnkrijks, daar we uitwendig onder de opbarlng van Gods kerk hebben geleefd, voor eeuwig buitengeworpen zullen worden en als het kaf met onultblusselijk vuur zullen worden verbrand. De ware Christen mag een levend lidmaat zijn van de kerk. Dit houd in, dat hij gemeenschap heeft aan Christus als het Hoofd en alzo tot Zijn lichaam, namelijk Zijn gemeente mag behoren. Maar deze gemeenschap kan nooit verbroken worden.

Uit deze gemeenschap ontstaat ook de gemeenschap der heiligen. Dit. brengt ons tot onze tweede gedachte, als we ook nog willen letten op de eenheid der kerk.

„Wat verstaat gij door de gemeenschap der heiligen? " zo wordt er nu verder gevraagd. In het antwoord op deze vraag wordt dan gezegd: „Eerstelijk, dat alle en elke gelovige als lidmaten aan de Heere Chrisus en al Zijn schatten en gaven gemeenschap hebben". Dit wordt dus op de voorgrond gezegd. En dit is ook al weer zo kernachtig in onze Catechismus. De ware levende lidmaten der kerk kunnen alleen maar gemeenschap met elkander hebben omdat er een gemeenschap Is die zij tezamen hebben aan Christus als het Hoofd. En zo Is er alleen maar sprake van een_nauwe eenheid. Op die eenheid zijn we ook reeds gewezen in het eerste antwoord, als daar gezegd is, dat de Zone Gods Zich een gemeente vergadert in enigheid des waren geloofs. Zo is er dus maar één kerk en dat Is ook de algemene of dé kathoUeke kerk. Deze benaming van katholiek komt alleen de ware kerk des Heeren en niet Rome toe. De ware kerk is algemeen, omdat haar leer overal en dOor alle tijden dezelfde is.

Zo is er sprake van de enigheid des waren geloofs. Door dat geloof heeft men gemeenschap aan Christus en alzo ook deel aan al Zijn schatten en gaven. Men kan geen deel hebben aan de schatten en gaven van Christus, als men geen deel aan Christus Zelf heeft. Velen roemen wel In de schaten en gaven, maar om de Persoon des Middelaars is het ze nooit in waarheid te doen geworden. Comrie wijst er ons zeer terecht op, dat de oprechten de goederen van het verbond alleen maar deelachtig willen worden uit kracht van de vereniging met de Persoon des Middelaars. In de vorige zondagsafdeling nu zijn we er al op gewezen, hoe het de Heilige Geest is Die ons door een oprecht geloof Christus en al Zijn weldaden deelachtig maakt. We gaan daar dus nu niet naderop in.

In dit antwoord worden we nu meer in het bijzonder bij de gemeenschap der heiligen bepaald. Die gemeenschap is er dus door die enigheid des waren geloofs. Het is datzelfde geloof dat hen aan Christus en aan elkander verbindt. Zo ook spreekt de apostel zeer tref^ fend over die eenheid der gemeente van Chrisf « r tus, als hij zo zegt: „Eén lichaam is het en één Geest, gelijkerwijs gij ook geroepen zijt tot één hoop uwer roeping; één Heere, één geloof, één doop; één God en Vader van allen. Die daar is boven allen en door allen en in u allen." Die zalig worden, worden allen door dezelfde Middelaar zalig. Hoe verschillend dan ook de leidingen des Heeren mogen zijn, maar men zal toch elkander mogen vinden In datzelfde leven dat alleen uit God is en door die Persoon des Middelaars wordt verkregen. Dit doet dé nauwe gemeenschap gevoelen aan elkander. Er is toch geen andere weg der zaligheid. Maar hoe kan men dan ook van elkander gescheiden zijn en hoe zou men dan gemeenschap kunnen gevoelen met hen die met al wat ze zich ook kunnen Inbeelden, van die weg der zaligheid vreemdelingen zijn? De ware üdmaten van Christus zijn één met elkaar. De Christen belijdt in deze zondagsafdeling zijn geloof in de gemeenschap der heUlgen.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 1968

De Wachter Sions | 4 Pagina's

III. DE KERK DES HEBREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 1968

De Wachter Sions | 4 Pagina's