Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

RADIO EN TELEVISIE (1.)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

RADIO EN TELEVISIE (1.)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Men heeft onlangs uit diverse dagbladen kunnen vernemen, dat er een nieuwe omroepvereniging in het leven is geroepen. Wanneer wij goed geïnformeerd zijn, zou deze „Evangelische Omroep", zoals haar naam luidt, haar ontstaan te danken hebben aan het initiatief van vrijgemaakt Gereformeerden, welke verontrust zijn over de huidige radio-en t.v.-programma's, verzorgd door de Nederlandse Christelijke Radio Vereniging. Ook enkele personen, behorende tot de synodale Gereformeerde Gemeenten, hebben zitting in het bestuur dezer nieuwe vereniging gekregen. Naar aanleiding hiervan schrijft ds. K. de Gier in „De Saambinder" van 20 maart 1969, dat deze leden niet namens zijn kerkverband optreden, maar individueel in genoemd bestuur participeren. Het kommentaar sluit met: „Men neme hier goede nota van." Dit is op zichzelf genomen een verheugend bericht. Waarvan men helaas géén goede nota kan nemen, is een krachtige waarschuwing tegen het gevaarvolle bezit van een radio-en televisietoestel in het gezin, alsmede tegen wat voor steun aan welke omroepvereniging dan ook. Ds. de Gier merkt slechts op, dat het standpunt van de Gereformeerde Gemeenten aangaande radio en televisie bekend en nog hetzelfde is. Op hun synodes van 1953, 1959 en 1962 heeft men „het gebruik van de televisie ter vermaak in de gezinnen" (waarvoor zou het anders in de huiskamer moeten dienen - inz.) steeds en terecht veroordeeld. Ten aanzien van de radio is vroeger altijd hetzelfde standpunt ingenomen. De ouderen onder de lezers zullen zich nog wel kunnen herinneren, hoe wijlen ds. G. H. Kersten te Rotterdam vanaf de kansel het gebruik van radio in het gezin ten strengste afwees. Op 29 maart j.1.

echter heeft Ir. H. van Rossum, lid van het deputaatschap voor vertegenwoordiging en voorlichting, aan de Roemeense dominee Richard Wurmbrand, na afloop van diens spreekbeurt te Delft, namens de Gereformeerde Gemeenten, een cheque overhandigd van 42.000 gulden. Dit geld zal onder andere worden gebruikt voor radio-uitzendingen en lektuurverspreiding. In verband hiermede vragen wij ons af, wat thans het standpunt der Gereformeerde Gemeenten (in synodaal verband) ten aanzien van de radio dan wel is.

We zullen vooralsnog niet dieper ingaan op het gebaar der synodale gemeenten en ons beperken tot het aloude standpunt met betrekking tot rodio en televisie.

Laten we beginnen met even te citeren hetgeen ds. F. Mallan eens in een interview aangaande deze media naar voren bracht (Rik Valkenburg: „Wat wij geloven", uitgave J. P. van den Tol, 1967, pag. 150: „Een uitvinding kan niet tot stand komen zonder de kracht van Gods medewerking. De meeste uitvindingen worden eciiter ten dienste gesteld aan de vorst der duisternis. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de radio en de t.v." En inderdaad het kwaad zit niet in de apparatuur van een en ander, maar in de mens; enerzijds in het uitzenden, anderzijds in het luisteren en kijken. Sommigen beweren, dat zij het toestel slechts hebben voor het „nieuws" of het „journaal". Andere luisteraars en kijkers voeren aan, dat men de knop toch om kan draaien, warmeer men wil. Nu, dit zijn slechts loze en valse voorwendsels.

Afgezien van de moeilijkheden in het gezin (de één zal het willen afzetten, de ander wil verder genieten), wijst de praktijk het immers onweerlegbaar uit, dat de van nature tot alle kwaad geneigde mens het niet op kan brengen de verleiding te weerstaan.

Daarenboven is het bezit op zichzélf al afkeurenswaardig. Het brengt namelijk direkt met zich mee, dat men luister-en/of kijkgeld moet betalen. Deze gelden worden onder de diverse omroepverenigingen naar evenredigheid van hun ledental verdeeld, terwijl een niet onbelangrijk deel ervan afvloeit naar de onder staatsbestel vallende organisaties: de Nederlandse Radio Unie en de Nederlandse Televisie Stichting. Deze verenigingen en rasteUingen wenden dit geld aan om de rechten tot uitzending te kopen van dans, ballet, toneel, fihns, modeshows, voetbalmatches, schaatswedstrijden en andere sportevenementen, alsook van samenkomsten, welke in het teken der valse oecumene staan. Het zijn juist deze vormen van amusement en. vrijzinnigheid, waartegen onze vaderen altijd zo ernstig vermaand en krachtig gewaarschuwd hebben. Wij denken hierbij onder meer aan mannen als Beukelman, Calvijn, Fruytier, Udemans, Wittewrongel en Voetius (welke smadend wel met de naam „precidisten" werden betiteld), alsmede aan onze vroegere predikanten zoals ds. J. D. Barth, ds. G. H. Kersten en dr. C. Steenblok. Het lijkt ons niet ondienstig door middel van enkele citaten aan te tonen, hoe deze Godsgezanten dachten over hetgeen thans voor het grootste deel de programma's vult.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1969

De Wachter Sions | 4 Pagina's

RADIO EN TELEVISIE (1.)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1969

De Wachter Sions | 4 Pagina's