EEN GEZEGENDE UITBREIDING VAN JEZUS’ KONINKRIJK

En zeker ook blijdschap op aarde bij Gods volk nl. de Apostelen met de anderen, die samen honderd en twintig personen waren.

Met recht mag men hier zeggen: Dit is de dag, die de Heere gemaakt heeft naar Zijn eeuwige Raad, laat ons op dezelve verheugd zijn en verblijd". Ps. 118 : 24. En dit was tot Gods verheerlijking, want de uitbreiding van Zijn koninkrijk strekt altijd tot Zijn eer. Wat hebben ze in de bron en oorzaak der zaligheid mogen eindigen, daar ze God geprezen hebben. Ze waren er uit gevaUen en door een eeuwig wonder er middten in gevallen. Dit was een dag van grote hemelse vreugde en blijdschap en hun ziel was als een gewaterde hof. Een blijde dag was het toen Israël door Gods krachtige hand uit Egypte trok, zoals we kunnen lezen in Ps. 105 : 20: God deed Zijn volk met wisse treden. Daar niemand struikeld' in zijn schreden. Met zilver en met goud belaan. Blijmoedig uit Egypte gaan, Toen juichte om hun vertrek al 't land, Daar 't al door schrik was overmand".

Een blijde en wonderlijke dag, toen ze aan de overzijde van de Rode Zee behouden aankwamen en hebben gezongen tot Gods verheerlijking. O, welk een blijde dag heeft de Heere Hanna gemaakt, na een donkere nacht van ach en wee, met bittere droefheid gepaard. Wat heeft ze gezongen door die Geest te Silo in hel) huis des Heeren en met al de weldaden in God mogen eindigen. 1 Sam. 2 : 1 en v.v. Die dag mag met recht een grote dag genaamd, daar dit alle verstand te boven gaat, als er zoveel bekeerd worden en God verheerlijkt wordt. We weten, dat de Heere alles doet tot Zijn verheerlijking, want Hij verheerlijkt Zich zowel in diegenen, die verloren gaan, als in hen die behouden worden. Zegt Hij in' Zijn Woord niet in Spreuken 16:4: De Heere heeft alles gewrocht om Zijns Zelfs wil, ja ook de goddeloze tot de dag des kwaads? "

Zo verheerlijkt Hij Zich wonderbaar in allen, die Hij Uefheeft tot Zijn verheerlijking in recht en in barmhartigheid beide. Hier zullen op dien dag van dat eeuwig Welbehagen gezongen hebben met de dichter van Ps. 98 : 8.

O. welk een zalige dag, zichzelf kwijt te zijn en in die Verbondsgod zich te mogen verliezen. Zijn het geen zalige dagen voor de ziel, als zij na bange strijd en na verkeerd te hebben in de schaduw des doods in het licht van Gods vriendelijk aangezicht mag wandelen. Deze dag hebben ze hun leven niet meer vergeten, al zijn daar dagen van strijd, donkerheid, angst en vreze op gevolgd.

Maar niet alleen door het groot getal der toegebrachten werd de Drieënige God verheerlijkt maar dit geld ook, al werd et maar één toegebracht. Heeft de Heere Jezus dit Zelf niet geleerd in Zijn omwandeling op aarde in Lucas 15, in verband met de gelijkenis van het verloren schaap n.1. dat er blijdschap in den hemel zal zijn over één zondaar, die zich bekeert. Dat zich bekeren is een mens wel verplicht, maar het is een oimiogelijk iets van zijn kant, wijl hij dood en vijandig in Adams val van God is en het bekeren een zuiver Goddelijk werk is. Het is toch een wonderlijke dag, als een uitverkoren vat een halt wordt toegeroepen om van dood levend gemaakt te worden, al kunnen al Gods kinderen dat niet juist bepalen, wanneer dat plaats heeft gehad.

Het is een grote dag, als de ziel in zichzelf verloren gaat, om nooit te vergeten. Een blijde, wonderlijke dag, als hun de weg der ontkoming en verzoening wordt aangewezen en mogen dan God in Christus prijzen en zelf in het niet wegzinken. O, een grote dag, als dat volk in Christus werk wordt ingeleid, dat het zijn spijze was des Vaders wil en werk te volbrengen. Zou het voor dat bekommerde volk geen grote dag zijn, als ze in Christus geborgen mochten worden en met God verzoend en dat verzegeld mochten weten door den H. Geest. De zesdq dag is door God geschapen en Adam op dtezelve naar Gods beeld tot Gods verheerlijking en alzo was dit een dag, die de Heere gemaakt heeft tot zaligheid.

O, wonder der genade, hier een dag gemaakt door herschepping van drieduizend zielen naar Gods beeld vernieuwd èn alzo de Goddelijke natuur deelachtig geworden tot Zijn verheerlijking. O, wat zal het & n straks een grote en blijde dag zijn, wanneer al Gods uitverkorenen toegedaan zullen wezen om in den hemel Ln de eeuwige zaligheid rondom Gods troon te verkeren om de Drieënige God eeuwig te verheerlijken, waar dat een eeuwige dag zal zijn, met een eeuwige bhjdSchap en volmaakt rein.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen