J. VAN WOENSEL OVER DE ALGEMENE AANBIEDING

We hebben tevoren al reeds met een woord aangewezen, dat Paulus in zijn brief aan de Romeinen juist diezelfde orde houdt, die de opstellers van de Heidelbergse Catechismus in navolging van hem houden en ook door alle tijden van alle rechtgeaarde gereformeerde leraars gehouden is, om nameüjk de mens (om hem tot behoudenis het EvangeUe te prediken) eerst te bepalen bij zijn ellendestaat, zo van schuld als van de straf en van de smet, of de gans verdorven toestand, waaronder hij van nature ligt. Zie Romeinen 1 : 18 tot Cap. 3:24 en de Catechismus Zondag 1, 2, 3, 4. wanneer het eigenlijke de tijd is om Christus te prediken en wanneer datgeen dat men aanbieding zou kunnen noemen alleen behoort tot zulken, die van him ellendestaat overtuigd zijn geworden, dat de reden is dat Paulus in het tweede deel van diens brief beghit met dat Goddelijk voorstellen van Christus tot verzoening door 't geloof in Zijn bloed, enz. Rom. 3 : 25, 26.

Doch dit kan onmogelijk bestaan met een algemene aanbieding, vermits altijd de grootsie menigte der mensen, die onder het Evangelie leven, leven in een staat van diepe zorgeloosheid, tot zolang God Zelf hen wakker maakt Zie hetgeen we gezegd hebben ten opzichte van de noodzakelijkheid om de Wet te prediken tot ontdekking en ontgronding.

Voorts vestigen wij het oog op de prediking van Paulus. Waar ik hem ook naspeur, nergens kan ik vinden dat hij zulk een algemene aanbieding doet, maar wel, dat hij aan allen die hij Christus prediken wil, eerst onder het oog brengt him diepe ellendestaat en dan predikt hij Christus en Zijn heil, doch altijd onder voorwaarde van geloof en bekering. Daar zullen wij nu niet verder op ingaan, omdat we straks bij de behandeling van 2 Cor. 5 : 20 er nog nadere gelegenheid toe zullen vinden, om van de wijze van het Evangelieprediken door deze apostel te spreken.

Alleenlijk kan ik niet nalaten een ogenblik de aandacht te vragen voor de rede van Paulus, uitgesproken bij liet afscheid van de ouderlingen van Efezen, die hij te MUéte bij zich ontboden had, Hand. 20 : 17-39, waar hij onder andere rekenschap geeft van zijn drie-jarig verblijf en Evangeüedienst te Efeze.

Indien Paulus zulk een EvangeUe gepredikt had, diende men het daar te vinden, maar ik heb het daar tevergeefs gezocht, doch wel het tegendeel. Ik zal mij om het aan te tonen nu maar bepalen bij twee daar voorkomende bijzonderheden.

Vooreerst geeft Paulus daar een openhartige verklaring van de wijze, hoe hij gepredikt heeft onder hen, vers 200, 21. HOE IK NIETS ACHTER GEHOUDEN HEB VAN 'T GEEN NUTTIG WAS, DAT IK U NIET ZOUDE VERKONDIGEN EN U GELEERD HEB­ BEN, IN 'T OPENBAAR EN BIJ DE HUI­ ZEN, BETUIGENDE BEIDE JODEN EN GRIEKEN DE BEKERING TOT GOD EN HET GELOOF IN ONZE HEERE JEZUS CHRISTUS. Dit is in het kort samengevat zijn prediking, waaromtrent ik aanmerk, dat hij in het 20ste vers aanwijst de getrouwheid en uitgestrektheid van zijn dienst, want HIJ HAD NIETS ACHTERGEHOUDEN VAN 'f GEEN NUTTIG WAS, en dat niet alleen in het openbaar, maar ook bij de huizen. Maar in het 21ste vers geeft hij aan de wijze en de inhoud van zijn prediking en dat komt uit in die twee bijzonderheden, DE BEKERING TOT GOD EN 'T GELOOF IN DE HEERE JEZUS CHRISTUS. Hierin vind ik niets van zulk een algemene aanbieding en waarlijk, zo Paulus op die wijze het Evangehe gepredikt had en zo hij geoordeeld had dat daarin het rechte Evangeüeprediken bestond, hij zou het zeker gezegd hebben om de ouderlingen van Efezen te leren hierin zijn voorbeeld te volgen, daar hij niet meer onder hen zou prediken volgeus het 25ste vers. Uit dit stilzwijgen hierover meen ik veiüg te mogen besluiten dat Paulus een tegenovergesteld begrip omtrent deze zaak had. Beschouwen we nu eens de inhoud van Paulus prediking, dan word ik sterk in mijn vermoeden bevestigd, want vooreerst vind ik hier DE ORDE BIJ PAULUS JUIST OMGE­ KEERD, in vergelijking met hen, die dat zogenaamde zuiver EvangeUe prediken. Paulus heeft eerst aangedrongen op bekering en dan op het geloof, enz. maar dezen spreken altijd eerst van geloof als waaruit de bekering moet geboren worden.

(Wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen