Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

I. DE ZUIVERE LEER VAN DE HEILIGE DOOP.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

I. DE ZUIVERE LEER VAN DE HEILIGE DOOP.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG 27

In het tweede hoofdstuk van db zendbrief van dfc apostel Paulus aan de Kolossenzen hebben we het schriftuurlijk bewijs ervan dat de dbop in de plaats van die besnijdenis gekomen is. In het 11e vers van dat hoofdstuk lezen wij: „In Welke gij ook besneden zijt met een besnijdenis, die zondier hamten geschiedt, in het uittrekken van het lichaam der zonden dbs vleses, door dé besnijdenis van Qiristus".

De besnijdenis was een bloedig sacrament van het Oude Verbond, door God ingesteld ia Abrahams tijd. In Genesis 17 kunnen we dé instelling van die besnijdenis beschreven vinden. We lezen daar, dat dfe Heere tot Abraham geze^ heeft: „Dit is Mijn verbond, dat gijlieden houden zult, tussen Mij en tussen u en tussen uw zaad na u: dat al wat mannelijk is u besneden worde".

Het verbond waarover db Heere in die woorden tot Abraham sprak, was maar niet een uitwendig verbond met Abraham, waardoor hij met zijn g^lacht bevoorrecht werd boven andere volken , maar dit verbond was het verbond der genade. De besnijdenis was düs teken en zegel van dat verbond. En vanwege die betekende zaak van dit sacrament werd het door db Heere verbond zelf genoemd.

Het sacrament van de besnijdbnis nu heeft plaats moeten maken voor dat van db doop. In de tijd van db apostel echter, drongen er steeds valse leraars db gemeenten binnen, die er op aandrongen dat db gelovigen zich nog lieten besnijden. Maar db apostel wees er db Kolossenzen op, dat zij besnedbn waren in de doop. Hij schreef cït vanzelf aan db ware gegelovigen, die groot gedoopt waren en (ïïe de betekende zaak van db dbop hadden mogen leren verstaan en dooi genatte deelachtig waren geworcten.

Het hield immers nogal heel wat in, als hij aan hen schreef: „In Welke gij ook besnedba zijt met een besnijdenis, die zonder handen geschiedt". Die Kolossenzers mochten in Christus benepen zijn en waren alzo in Hem db besnijdbnis dbs harten deelachtig geworden. Van deze besnijdenis dbs harten spreekt db apostel als een besnijdenis die zonder handen geschiedt. In Romeinen 2 heeft dbze zelfde apostel erop gewezen, dat er tweeërlei besnijdbnis is, namelijk een inwendige en een uitwendige besnijdbnis. We lezen daar: „Want die is niet een Jood, die het in het openbaar is, noch die is de besnijdbnis, die het in het openbaar in het vlees is, maar db is een Jood , die het in' het verborgen is, en db besnijdenis dbs harten, in de geest, niet in db letter, is de besnijdbnis; wiens lof niet is uit db mensen, maar uit God". Zulk een besnijdenis dbs harten is een krachtda^g Goddelijk werk. En zo is het een (besnijdenis, die zonder handen geschiedt. Meerdbre malen wordt er zo in db Schrift over het werk Gods als een werk gesproken dat zondbr handen geschiedt. Zo spreekt db apostel over ©en gebouw dat Godls volk bij God heeft, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in db hemelen. En in Daniels profetie kunnen we reeds lezen van een steen die zondbr handen afgehouden werd.

Van (fe besnijdenis des harten spreekt de apostel dan ook als een uittrekken van het lichaam der zonden des vleses. Dit wil ons zeggen dat de door God wedergeborenen van de heerschappijvoerende macht dbr zonde zijn verlost. Dit is geschiedt dbor db besnijdbnis van Christus. Met die besnijdenis van Christus wordt niet de besnijdenis bedbeld die Christus Zelf ten achtste dage heeft ondbrgaan, maar de besnijdenis die door Zijn Geest geschiedt.

En zo laat db apostel er dan ook verder op volgen: „Zijnde met Hem begraven in de doop, in welke gij ook met Hem opgewekt zijt door het geloof der werking Godls, Die Hem uit de doden opgewekt heeft".

De Kolossenzen waren wel niet besnedbn en toch waren zij besnedbn. Zij waren besnedbn in d© doop, daar die doop van dbzelfdb betekenis was als de besnijdbnis en daar zij ook de betekende zaak van de dbop, namelijk de be^ snijdenis des harten deelachtig waren geworden. Hoe kon men er hen dan toch nog toe dwingen om zich te laten besnijden? Degenen die dat deden, gaven er wel duidelijk blijk van dat zij van db betekende zaak van de besnijdbnis niets verstonden. Hadden zij die verstaan, dan hadden ze die besnijdenis niet meer als noodzakelijk geacht. In de Heilige Doop werd niet minder dan dbzelfdb betekende zaak voorgesteld en verzegeld als in db besnijdenis. Dat is het met Christus begraven en opgewekt worden. Het is het afleggen van db oude mens en het aandoen van de nieuwe mens. Hierin bestaat de waarachtige bekering des mensen.

Die Kolossenzen hadden düs wel wat meer ontvangen dan alleen het uitwendige teken van Gods verbond. Ze waren het geloof der werking Gods deelachtig. Dat geloof neemt de weldaad aan die de doop ons aanwijst en verzegelt. Zbnder dat geloof blijft de doop dus voor ons zonder kracht. AUeen door dat geloof krijgen we dus deel aan db betekendb zaak van de doop. In zondag 27 van onze Heidelbergse Catechismus worcten we daarop heel dtódelijk gewezen. Deze 27e zondlagsafdbling vraagt dus thans onze aand^ht. Daar wordt gevraagd:

Vraag 72: Is dan het uiterlijk waterbad de afwassing der zonden zelve?

Antw.: Neen het; want alleen het bloed van Jezus Christus en db Heilige Geest reinigt ons van aUe zonden.

Vraag 73: Waarom noemit dan db Heilige Geest db doop het bad dbr wedergeboorte en de afwassing der zonden?

Antw.: God spreekt alzo niet zondbr grote oorzaak, namelijk, niet alleen om ons daarmede te leren, dat, gelijk db onzuiverheid des lichaams dbor het water, alzo ook onze zonden door het bloed en db Geest van Jezus Christus weggenomen worden; maar veelmeer, dat Hij ons dbor dit Goddelijk pand en waarteken wü verzekeren, dat wij zo waarachtigjijk van onze zonden inwendig gewassen zijn, als wij uitwendig met water gewassen worden.

Vraag 74: Zal men ook db jonge kinderen dopen?

Antw.: Ja; want mitsdien zij alzowel als db volwassenen hl het verbond Gods en in Zijn gemeente begrepen zijn, en dat hun dbor Christus' bloed db verlossing van db zonden en de Heilige Geest, die het geloof werkt, niet minder dan de volwassenen toegezegd wordt, zo moeten zij ook door de dbop, als door het teken dbs Verbonds, der Christelijke kerk ingelijfd en van de kinderen der ongelovigen onderscheiden worden, gelijk in het Oude Verbond of Testament door db besnijdenis geschied is, voor hetwelk in het Nieuwe Verbond de Doop ingezet is.

We worden hier dus bepaald bij:

De zuivere leer van de Heilige Doop.

En we hebben daarbij dan nog wat nader in te gaan op:

1. De betekende zaak van de Heilige Doop. 2. De grond van de Heilige Doop.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 september 1969

De Wachter Sions | 4 Pagina's

I. DE ZUIVERE LEER VAN DE HEILIGE DOOP.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 september 1969

De Wachter Sions | 4 Pagina's