Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De bijbelse geschiedenis 250

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De bijbelse geschiedenis 250

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Terapelbouw.

Vragen 161 t.m. 170.

Reeds David had in zijn hart de Heere een huis te bouwen. Hij had de gedachte niet kunnen verdragen dat hiizelf in een cederen huis woonde, terwijl de ark Gods slechts in het midden der gordijnen stond. Het werd hem echter niet toegestaan dit huis Gods te bouwen. Niet voor hem, maar voor zijn zoon was deze eer weggelegd. Wel had David ontzaglijk veel schatten voor de tempelbouw verzameld. Hij bereidde ijzer in menigte tot nagelen aan de deuren der poorten en tot samenvoegingen, ook koper in menigte zonder gewicht, en cederenhout zonder getal. Ook had hij honderdduizend talenten goud en duizend maal duizend talenten zilver verzameld. Bovendien had David het volk opgewekt om ook naar vermogen bij te dragen, zodat er meer dan 5.000 talenten goud, 10.000 talenten zilver, 18.000 talenten koper en 100.000 talenten ijzer werden bijeengebracht, behalve nog veel kostelijke stenen. Ook de grond had David reeds gekocht, waarop de tempel zou komen te staan. Immers toen de Engel des verderfs op de heuvel kwam bij de dorsvloer van Ornan, de Jebusiet, gebood de Heere dat de plaag wegens de volkstelling, zou ophouden. David had aldaar een altaar gebouwd en brandoffers en dankoffers geofferd. Deze plaats was daardoor in bijzondere zin heilig geworden. We lezen dan ook in 2 Kron 3:1: En Salomo begon het huis des Heeren te bouwen te Jeruzalem, op de berg Moria, die zijn vader David gewezen was, in de plaats, die David toebereid had enz." Het was een •stuk grond dat een omvang had van 80.000 ellen en alleen de toebereiding van de bodem die gelijk gemaakt moest worden en aan de zijkanten van uit het dal moest worden opgehoogd en aangebouwd met een stenen wal, kostte een arbeidstijd van drie jaar.

Daarna kon met de bouw van de eigenlijke tempel worden begonnen. Met Hiram, de koning van Tyrus kwam Salomo overeen, dat deze cederen zou leveren uit de Libanon en tevens een architect die leiding aan het werk zou geven. Het hout zou worden afgevoerd over zee en bij Jafo worden gelost. De grootte van het werk dat Salomo wilde uitvoeren blijkt wel uit het getal van de arbeiders dat hij nodig had. Uit Israël liet hij een lichting van 30.000 man opkomen en hout te houwen en te bewerken. Bovendien wierf hij uit de Kananieten 70.000 lastdragers en 80.000 steenhouwers aan. Onder leiding van Tyrische opzichters hakten deze werklieden reusachtige steenblokken uit, die moesten dienen als grondslag voor de tempel. Alle materialen werden geheel afgewerkt alvorens naar de bouwplaats te worden afgevoerd, zodat de eigenlijke bouw in eerbiedige stilte plaatsvond. Zelfs geen hamerslag werd gehoord. Zo werd zeven jaar achtereen gestadig voortgewerkt. Van buiten was het gebouw omgeven door een voorhof. Iets hoger bevond zich het voorhof der priesters. Hier stond het brandofferaltaar en de grote koperen zee. Dit zeer grote wasvat rustte op twaalf koperen runderen. Ook stonden er tien vierkante stellingen, waarop de wasbekkens werden geplaatst. Nog hoger verhief zich de eigenlijke tempel, die geheel naar het voorbeeld van de Tabernakel was gebouwd, maar nu duurzaam opgetrokken en met grotere afmetingen. Vóór de tempel was een voorportaal. Daar verhieven zich twee kunstig bewerkte pilaren met gebeeldhouwde kapitelen, de één genaamd Jachin en de andere Boaz. Het heiligdom was gebouwd van wit marmer. Rondom de tempelmuren waren door nevenbouw van een tweede muur drie verdiepingen aangebracht en deze waren in kamers verdeeld.

De tempel zelf was verdeeld in het heilige en het heilige der heiligen. Het heilige was 40 ellen lang, 20 breed en 30 hoog, het heilige der heiligen had de vorm van een zuivere kubus van 20 ellen. De wanden waren van cederenhout en de bodem van dennenhout, alles met goud overtogen. Door vleugeldeuren en een een voorhangsel of gordijn was het heilige der heiligen van de tempel afgezonderd.

Bij de inwijding vervulde de heerlijkheid des Heeren het huis. Daarmede gaf Hij te kennen dat Hij Zijn intrek in deze Tempel genomen had. Toen Salomo dit bewijs van 's Heeren welgevallen opgemerkt had, wierp hij zich bij het brandaltaar neder op de knieën en breidde hij zijn handen uit naar de hemel en in een vurig gebed smeekte hij dat de ogen des Heeren open mochten zijn, nacht en dag over dit huis, over deze plaats, van dewelke Hij gezegd had Zijn naam daar te doen wonen.. Welk een ontroerend gezicht zal dat geweest zijn voor het volk: un koning op de knieën, overluid biddende en smekende. Hoewel hij de hoogste in macht was van allen, schaamde hij zich niet zich een knecht te noemen; ofschoon hij de wijste was van allen, bidt hij onderwijs van boven te mogen ontvangen. Zo gaat hij zijn volk voor in het gebed en leert hij hen dat het huis des Heeren een huis des gebeds zijn zal. Ook voor de kerk van de Nieuwe Dag heeft dit alles nog veel te zeggen, zoals we lezen in Hebr. 9 : 23.

We willen derhalve door onderstaande vragen uw belangstelling nog voor enkele bijzonderheden opwekken.

Onder welke omstandigheden had David de grote voorraad materialen voor de bouw van de tempel bijeen gebracht?

162 Was het ontwerp van het Godshuis een vinding van David zelf}

163 Welke geschiedenissen waren aan de plaats waar de tempel verrees verbonden?

164 In welk jaar werd met de bouw begonnen?

165 Wat was het opmerkelijkste verschil tussen de tabernakel en de tempel?

166 Was er veel overeenkomst in inrichting van tempel en tabernakel?

167 Heeft het iets te zeggen dat de bouw des tempels in alle stilte plaatsvond?

168 Waarvan was de tempel een afbeelding?

169 In, het gebed der inwijding komen verscheidene leerstellige waarheden tot uitdrukking. Kunt u er enkele noemen?

170 Kunt u ook enkele by zondere omstandig-\ heden en noden noemen waarvoor Salomo by de inwijding van de tempel gebeden heeft?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1969

De Wachter Sions | 4 Pagina's

De bijbelse geschiedenis 250

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1969

De Wachter Sions | 4 Pagina's