De versterking van het geloof in het Heilig Avondmaal.

III

ZONDAG 28.

We lezen hier immers in het antwoord: „Alzo, dat Christus mij en alle gelovigen tot Zijner gedachtenis van dit gebroken brood te eten en van deze drinkbeker te drinken bevolen heeft, en daartoe ook beloofd heeft, eerstelijk, dat Zijn lichaam zo zekerlijk voor mij aan het kruis geofferd en gebroken, en Zijn bloed voor mij vergoten is, als ik met ogen zie, dat het brood des Heeren mij gebroken en de drinkbeker mij medegedeeld wordt."

Het Heilig Avondmaal is dus ingesteld tot versterking van het geloof.

Het antwoord spreekt over alle gelovigen. Er zijn zwakgelovigen en sterkgelovigen.

De Catechismus houdt dus met dit antwoord er aan vast dat men het geloof bezitten moet om aan het Heilig Avondmaal te kunnen komen. Maar tegelijk sluit de onderwijzer niet één van de ware gelovigen van de Avondmaalsbediening uit. Ja, hier is zelfs sprake van een Goddelijk bevel om de dood des Heeren te verkondigen. Christus heeft dit bevolen. Hij heeft het bevolen om tot Zijn gedachtenis van het gebroken brood te eten en van de drinkbeker te drinken.

Brood en wijn zijn dus de tekenen die door Hem ons in dit Avondmaal zijn gegeven. Het brood moet gewoon brood zijn en de wijn gewone wijn.

Bij de behandeling van de volgende zondagsafdeling hopen we terug te komen op het gebruik van deze tekenen, daar Rome immers geen gewoon brood in het Avondmaal gebruikt Ook de wijn moet volgens Rome met water vermengd worden.

Waar nu deze tekenen in het Avondmaal worden gebruikt, is er dus van een voeding sprake. Zo is dus het Avondmaal een maaltijd en vanwege de Goddelijke instelling spreken we dan van het Heilig Avondmaal. De benaming Avondmaal vinden we verschillende malen in de Schrift, maar voor het sacrament wordt die benaming slechts eenmaal gebruikt. In de Openbaring aan Johannes wordt ook wel gesproken over een Avondmaal dat de Heere met de ziel wil houden, als er zo staat: „Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen en de deur opendoen. Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem Avondmaal houden, en hij met Mij." We begrijpen wel dat daar niet het Heilig Avondmaal wordt bedoeld, maar een gemeenschap die de Heere de ziel met Hem wil doen ervaren buiten het sacrament. Zo ook spreekt hetzelfde boek der Openbaring over het avondmaal van de bruiloft des Lams. Met dat avondmaal wordt het avondmaal in de hemel bedoeld.

Het sacrament van het Heilig Avondmaal is voor de strijdende kerk op aarde ingesteld. We spreken ook wel over het Heilig Nachtmaal.

Christus heeft immers dit sacrament in de avond of nacht ingesteld. De benaming van Avond-of Nachtmaal zegt ons dus niet dat we dit sacrament alleen maar in de avond of nacht moge gebruiken.

Door de tekenen in dit Avondmaal worden we dus gewezen op het lichaam en het bloed des Heeren. De verbreking van het brood wijst ons op de verbreking van het Lichaam des Heeren en de vergieting van de wijn op de vergieting van Zijn bloed. Maar nu zegt ons hier dit antwoord, dat de Heere ons door die tekenen doet weten, dat Zijn lichaam zo zekerlijk voor ons aan het kruis geofferd en gebroken werd en Zijn bloed voor ons vergoten, als we met onze ogen zien, dat het brood des Heeren ons gebroken en de drinkbeker ons medegedeeld wordt.

Welk een dierbare en troostvolle verzekering is dit toch. Neen, hier wordt niet gezegd dat het Avondmaal de ziel tot volle geloofszekerheid brengt en ook niet dat men die geloofszekerheid bezitten moet om aan het Avond-

maal te komen, maar dat de Heere er Zijn volk zulk een zeker getuigenis van geeft in het Avondmaal, dat Hij Zijn lichaam voor de ware Avondmaalgangers heeft doen verbreken en Zijn bloed laten vergieten.

Wel mag de Christen die we hier in het antwoord zo horen spreken, zichzelf vrijmoedig bij die ware Avondmaalgangers insluiten. Hij zegt immers in dit antwoord: „Alzo, dat Christus my en alle gelovigen tot Zijn gedachtenis van dit gebroken brood te eten en van deze drinkbeker te drinken, bevolen heeft". En ook sluit hij zichzelf in, als hij verder zegt: „Eerstelijk, dat Zijn lichaam zo zekerlijk voor my aan het kruis geofferd en gebroken, en Zijn bloed voor mij vergoten is".

De onderwijzer wil ons heel duidelijk de rijke betekenis van dit sacrament onder het oog brengen. Daarom laat hij de Christenen uit deze geloofszekerheid spreken. En waarlijk, in elke oefening van het geloof ligt ook zekerheid, zodat het geloof alle twijfel uitsluit. De Heere heeft ook dit Avondmaal ingesteld tot versterking van het geloof. Zo wil Hij ook door het gebruik van het Avondmaal het geloof in de oefening doen komen. En als dat gebeurt, dan mag men geloven dat men deel heeft aan het verbroken lichaam des Heeren en aan Zijn vergoten bloed, dus aan de door Hem verworven gerechtigheid. En zo zal dat getuigenis dat de Heere dienaangaande geeft in het Heilig Avondmaal kracht doen in de ziel, zodat men in dat Avondmaal ook een geestelijke voeding mag vinden, want Christus' gerechtigheid verzadigt de hongerige ziel ten eeuwigen leven. Zo wprdt dus ook de versterking van het geloof in het Heilig Avondmaal verkregen. I

Daarbij zouden wij u in de tweede plaats nog wat nader willen bepalen.

Het tweede gedeelte van het eerste antwoord spreekt heel duidelijk over deze geestelijke voeding en alzo over die geloofsversterking. We lezen immers verder in dat antwoord: „En ten andere, dat Hij Zelf mijn ziel met Zijn gekruisigd lichaam en vergoten bloed zo zekerlijk tot het eeuwige leven spijst en laaft, als ik het brood en de drinkbeker des Heeren (als zekere waartekenen des lichaams en bloeds van Christus) uit des dienaars hand ontving en mondelijk geniet". l P sAwdkshGd

En daarop volgt nu de vraag: „Wat is dat te zeggen, het gekruisigde lichaam van Christus eten en Zijn vergoten bloed drinken? " De inhoud van het tweede gedeelte van het eerste antwoord zal dus in het tweede antwoord nader worden verklaard. n

Het gelovig eten en drinken van Christus' gekruisigde lichaam en van Zijn vergoten bloed houdt nogal wat in. In het antwoord dat op de tweede vraag gegeven wordt, wordt dat ook wel heel duidelijk gezegd. Uit het antwoord blijkt, dat de vraag toch echt niet overbodig is gesteld. Het antwoord zegt ons: „Het is niet alleen met een gelovig hart het ganse lijden en sterven van Christus aannemen, en daardoor vergeving der zonden en het eeuwige leven verkrijgen, maar ook daarbenevens door de Heilige Geest, Die tezamen in Christus en in ons woont, alzo ook met Zijn heilig lichaam hoe langer hoe meer verenigd worden".

Wordt vervolgd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen