Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE Bijbelse Geschiedenis. 307

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE Bijbelse Geschiedenis. 307

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Achab en Naboth Vragen 331 t.m. 340.

331. Onder de vele woorden der waarheid in het boek van de Prediker vinden we ook deze: aarna wendde ik my, en zag aan al de onderdrukkingen, die onder de zon geschieden; en ziet, er waren de tranen der verdrukten, en dergene die geen trooster hadden; en aan de zyde hunner verdrukkers was macht; zy daarentegen hadden geen vertrooster (Pred. 4:1). Salomo had opgemerkt dat macht in deze wereld menigmaal de overhand heeft over recht en hij was er door bewogen. Zelf heeft hij als koning ongetwijfeld wel acht gegeven op de verdrukten, die in stilte weenden omdat zij geen helper hadden, want in Psalm 72 wordt hij getekend als een vorst, in wiens dagen de rechtvaardige zou bloeien omdat hij hen zou richten met gerechtigheid en de ellendigen met recht. Maar als Prediker profiteerde hij dat het recht menigmaal in verkeerde handen zou berusten, ja dat zelfs koningen hun macht zouden misbruiken om de ellendigen van de aarde en de nooddruftigen van onder de mens te verteren. Achab en zijn vrouw Izebel zijn droevige toonbeelden van zulke verdorven machthebbers. Het kwaad was in die dagen niet beperkt tot het koningshuis, maar het had blijkbaar ook alle lagere colleges doortrokken... de oudsten... de rechters... de getuigen... In 1 Kon. 21 lezen we dat Naboth een wijngaard had te Jizreël. Achab begeerde die wijngaard bij zijn paleis te trekken. Het zou een mooie aanwinst voor de koninklijke domeinen zijn. En zulk een tiran was hij blijkbaar nog niet dat hij meteen tot geweld overging - hij wilde hem van Naboth kopen of hem ruilen tegen een andere. De volle waarde zou hij in ieder geval vergoeden. Maar Naboth wilde zijn land niet afstaan. Dat late de Heere verre van my zyn, sprak hij, dat ik de erve myner vaderen geven zou! Die weigering nam Achab hoog op. Korzelig en gemelijk wierp hij zich te bed, hij wilde niet eten, noch iemand ontvangen. Maar zijn vrouw Izebel wist raad. Dat zij begaan was met het verdriet van haar man, is op zichzelf prijzenswaardig. Een vrouw behoort een man zonodig met , raad en daad bij te staan. Izebel was echter een slechte raadgeefster. Zoudt gy nu het koninkrijk over Israël regeren ? zegt ze. Ze bedoelde daarmee geenszins dat Achab zich als koning over een rijk land onwaardig gedroeg door zich zo druk te maken over die ene wijngaard. Integendeel, ze sprak dit woord om daarmee Achabs eerzucht te prikkelen. Zijt gij een koning ? En néémt ge dat zo maar als één van uw onderdanen u weigert te geven waar ge zin in hebt.? En dat nog wel als ge er goed g^ld voor wilt betalen.? Indien gij de waardigheid van een koning niet weet op te houden, laat mij dan mijn gang maar eens gaan. Ge zult zien dat de wijngaard spoedig in uw bezit komt! Aanstonds gaat ze aan het werk. Op haar bevel wordt door de stadsregering een vastendag uitgeschreven. Daarbij wordt Naboth aan het hoofd des volks gezet. Twee valse getuigen worden opgeroepen en tegenover hem gezet om zijn woorden te verdraaien. En zo wordt de getrouwe Israëliet beschuldigd van de ergste dingen, die hem ten laste gelegd kunnen worden... hy heeft God en de koning gezegend! O, wat gaat deze vrouw gruwelijk laag tewerk. Ze is bUjkbaar tot alles in staat. Straks wordt Naboth als een godslasteraar en opstandeling tegen het gezag veroordeeld en wordt het doodvonnis zonder uitstel door steniging voltrokken. En als hij met zijn gekneusd lichaam onder de stenen ligt gaat ze vrolijk naar Achab met het bericht: ta op, bezit de wijngaard van Naboth, de Jizreëliet, erfelijk, want Naboth leeft niet, maar is dood. Achab komt van zijn bed en gaat meteen de nieuwe aanwinst in ogenschouw nemen. Hij denkt wellicht dat het hem niet aangaat, op welke wijze de transactie tot stand gekomen is en dat Izebel dat maar verantwoorden moet. Maar onverwacht treedt Elia hem tegemoet. Tot nog toe had God gezwegen, nu komt de bode van de Rechter der ganse aarde ( in diens Naam) de vierschaar spannen. Zou Achab aan de verantwoordelijkheid ontkomen ? De beschuldiging van Elia laat geen twijfel bestaan: ebt gy doodgeslagen en ook in erfelijke bezitting genomen ? klinkt het de moordenaar tegen. En dan volgt daarop de aankondiging van het goddelijk vonnis: Zie, Ik zal kwaad over u brengen, en uw nakomelingen wegdoen. De honden zullen Achabs bloed lekken en het vlees van Izebel eten aan de voorwal van Jizreël. Jaren geleden waren over de koningshuizen van Jerobeam en Baesa dezelfde oordelen uitgesproken, die thans over Achab geprofeteerd worden. En hij wist het: e vroegere vonnissen waren uitgevoerd, zoals ze waren aangekondigd door de profeten. Het woord van Elia maakte indruk.

Achab sidderde een ogenblik vanwege de gerichten Gods. Geheel in overeenstemming met zijn karakter toonde hij tekenen van boetvaardigheid. En hoewel zijn berouw zeer oppervlakkig was, gaf de Heere er acht op en Hij was zo lankmoedig om de straf te verzachten. In deze geschiedenis zien we weer eens een voorbeeld van de ontwikkeling der zonde vanaf haar eerste begin (de begeerlijkheid) tot aan haar vreselijk einde (de dood), zoals de apostel Jakobus haar verklaart in hfd. 1:15 van zijn zendbrief. En y aangezien een begeerte op zichzelf genomen, niet zondig behoeft te zijn, verzoeken wij u aan te tonen dat Achabs zucht naar Naboths wijngaard de kenmerken van de kwade begeerlijkheid bevatte.

332. En voorts of Naboth gegronde redenen had om Achabs streven te weerstaan ?

333. Op welke manier vervalste Izebel de brieven van haar man ?

334. Waartoe moest het uitroepen van een vastendag dienen ?

335. Wat beduidt het, dat Naboth gezet werd in de hoogste plaats des volks ?

336. Wat hield de beschuldiging: „Hij heeft God en. de koning gezegend" feitelijk in ?

337. Zeg nauwkeurig waar en wanneer Elia en Achab elkaar ontmoetten ?

338. Noem twee personen uit Achabs gevolg die daarbij tegenwoordig waren.

339. Wat wil de uitdrukking zeggen: „Hij had zich verkocht om kwaad te doen ? "

340. Waarom zou de Heere de verzachting van Achabs vonnis aan Elia bekend hebben gemaakt ?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 1971

De Wachter Sions | 4 Pagina's

DE Bijbelse Geschiedenis. 307

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 1971

De Wachter Sions | 4 Pagina's