Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een brief uit AMERIKA.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een brief uit AMERIKA.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

18 februari 1971

„Ds. J. Pannekoek naar Canada" is de titel van het boek, waarin staat geschreven zijn afscheidspreek te Gouda en te Terneuzen, de bevestigingspreek met zijn intredepreek te Chilliwack en een kostelijk naschrift tot slot. Het is een boek van rijke inhoud en hij spreekt hierin nog na zijn dood. Ds. Pannekoek is niet meer. Ruim negen maanden mocht hij te Chilliwack vertoeven in de strijd in Mesech. Zijn Zender heeft hem toen opgeroepen tot Zijn eeuwige woning. Hij moest Terneuzen verlaten en naar Canada gaan. Maar hij moest ook Canada verlaten om in dit verre land te gaan, waar geen Mesech meer is. Hij mocht verlost worden van alles hier op aarde en zijn ziel werd opgenomen in de hemel, waar de straat der stad is zuiver goud. De stad, die fundamenten heeft, welker kunstenaar en bouwmeester God is. Nu mag onze overleden, geliefde ambtsbroeder wonen met Abraham, Izaak en Jakob. Ach, wie kan dit indenken ? Het is onbegrijpeHjk en ondoorgrondelijk. Wij kunnen het met ons natuurlijk verstand nooit vatten. Het is alleen geestelijk, door het geloof, het welk de Heere alleen aan Zijn volk schenkt. En daarom is het, dat onze arme medemensen, die dit geschonken geloof nooit hebben ontvangen uit het vrije, soevereine welbehagen des Vaders, het Woord Gods verwerpen. Zij wülen deze Godsgeheimen met hun verdorven verstand begrijpen en hun

Vervolg op blz. 3.

eigen verstand als grond leggen om het heilig Woord Gods te geloven. Arme mensen, mocht het de Heere nog believen om hun zielsogen te doen opengaan voor deze Zijn eeuvïrige zondaarsliefde. En God zeide tot Mozes: Ife zal zyn die Ik zijn zal. Ook zeide Hij: Alzo zult gij tot de kinderen Israels zeggen: Ik zal zyn heeft mij tot ulieden gezonden. Wil dan de zondige mens nog zijn hoofd boven de Almachtige God, Schepper en Formeerder aller dingen, verheffen ? Neen, o mens, gedenk toch aan uw •wegen en het mocht de Heere nog behagen u te leren bukken voor Zijn Majesteit en HeerUjkheid, voor dat het te laat is. Zulke gedachten van ons zondige mensen vloeien voort van dezelfde fontein als bij Eva in de hof van Eden. De slang (satan) is nog dezelfde, denk daaraan. Hij is niet veranderd. Hij werkt nog gedurig met hetzelfde vergif, om de mens in zijn macht te doen sterven en zo de eeuwigheid in tot zijn eeuwige rampzaligheid. Maar denk nu eens in wat een eeuwig wonder het is, dat een zondaar zo opgenomen wordt in de eeuwige heerlijkheid in de ure zijns doods, zoals met Ds. Pannekoek mocht gebeuren. Ja, maar dat zit allemaal in het hoofd, zeggen onze jonge mensen meestal in onze dagen. Dat moet men niet geloven. O neen ? Op welke grond kunt u dit bewijzen ? Waar gaat u straks heen in uw stervensuur ? Wij vragen u, waarom sterft een mens ? Waarom blijft hij niet in dit leven ? Als er geen God is in Wie wij moeten geloven, wie geeft ons dan leven en wie ontneemt dan van ons het leven .? Ja, ik weet wel uw antwoord, mijn lieve medereizigers naar de alles beslissende eeuwigheid. Maar uw antwoord is geen vaste grond om op te bouwen voor die Dag des Oordeels en om God te ontmoeten. Denk er om. Onze overleden broeder heeft een vaste grond ontvangen van God in dit leven voor het toekomende leven en dit is ons allen nodig te weten, opdat wij in dit leven die enige troost mochten ontvangen, waarin wij zalig mochten leven en sterven. Laat ons de oude, beproefde, palen niet terugzetten. Onderzoek met uw grote verstand de Heidelbergse Catechismus en mocht de Heere u schenken het licht des Heiligen Geestes en Zijn genade. De daarin verklaarde drie stukken zijn alle gegrond op het Woord des Heeren. En hier alweer willen velen van ons jonge volk zeggen: maar dat is een werk van een mens. Het is waar, maar uw gedachten zijn ook maar gedachten van een mens die sterfelijk is. Maar vergelijk uw gedachten eens met dit werk en welk geeft de mens dan het meest hoop voor de eeuwigheid ? En als wij denken, dat wij niet naar de eeuwigheid heen reizen, waarheen reizen wij dan als mens, in ons stervensuur .? Het getuigenis hiervan is en blijft in ons midden met elk sterfgeval. Het leven wordt afgesneden en het lichaam is dood en levenloos. Ik vraag u met uw groot verstand: Hoe komt dit ? Wie bewerkt dit ? Niet de mens. Waarom valt het lichaam zo machteloos ter aarde in dat ogenblik ? Ja, denk er eens goed aan, mijn jonge volk, ach, laat u niet zo bedriegen voor eeuwig door uw naasten. De Heere mocht uw zielsogen openen voor dat grote wonder Zijner Genade. Hij mocht u schenken dat zaligmakende geloof in Christus, volgens vraag 21.

Maar laat ons nu even onze overleden broeder mogen nastaren in het geloof met het oog des geloofs. Ziet, de Heere Jezus leidde Zijn apostelen tot buiten Bethanië en Zijn handen opheffende, zegende Hij hen. En Hij werd opgenomen in de hemel. En zij zagen het en een wolk nam Hem weg van hun ogen. Terwijl zij Hem zo stonden na te staren, zeiden twee engelen tot hen: Wat staat gij en ziet op naar de hemel ? Deze Jezus, Die van u opgenomen werd in de hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien henenvaren. Dus, omdat de Heere Jezus is opgevaren ten hemel voor al Zijn uitverkoren volk, zo zal Hij hen ook opnemen in die heerlijkheid, die bij Hem is. Mocht ons dat ware geloof gegeven worden om zo al het lieve volk na te staren met een verlangend hart en ziel naar die eeuwige rust, waar geen nacht meer zijn zal. Want daar zal de zon en de maan niet meer nodig zijn, dat zij in dezelve zouden schijnen. Want de heerlijkheid Gods zal hen verlichten en het Lam is haar kaars. En de volkeren die zalig worden, zullen in Zijn licht wandelen. En de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid en eer in dezelve enz. Mocht de Heere ons verwaardigen om die grote verheerlijkte Immanuel in het licht des Heiligen Geestes zo na te staren. Volk van God, onze medebroeder en dienaar des Woords is niet meer in dit Mesech, maar triumpheert daar boven bij Zijn Verlosser, Die hem zo dierbaar was door genade. Mochten de woorden, die hij tot ons heeft mogen spreken nog tot zegen voor onze onsterfelijke zielen strekken en tot de eer van Gods Naam. Mocht de Heere zijn geringe arbeid nog zegenen aan de harten van onbekeerden. Dit mocht ook nog gebeuren, want de Heere werkt wonderen in de harten der mensenkinderen, al zijn er sommigen die Hem verloochenen en de wereld ingaan of met de zogenaamde beter wetende optrekken tot hun eeuwig verderf. De Heere is vrij in al Zijn weg en werk. Hij geve ons wat nodig is tot onze zaligheid. Versterkende de handen der overgeblevenen, de weduwe mevrouw Pannekoek met de kinderen, de verdere familieleden, de gemeente te Chüiwack, met alle vrienden en mede-ambtsbroeders in de bediening. Uw gedenkende vriend aan deze zijde der oceaan.

Ds. Breeman.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 1971

De Wachter Sions | 4 Pagina's

Een brief uit AMERIKA.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 1971

De Wachter Sions | 4 Pagina's