Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Crematie 2

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Crematie 2

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heilige Schrift bevat nergens een bepaling die lijkverbranding verbiedt. Het aantal keren, dat van Hjkverbranding sprake is, is zeer gering. Zo lezen we in 1 Samuel 31 : 11 - 13, dat de mannen van Jabes de lichamen van Saul en zijn drie zonen van de muur te Beth-San namen, waaraan zij door de Filistijnen gehecht waren ; „en zij kwamen te Jabes en brandden ze aldaar. En zij namen hun beenderen en begroeven ze onder het geboomte te Jabes ; en zij vastten zeven dagen".

In 2 Kron. 16 : 14, 21:19 en Jer. 34 : 5 is zeker geen sprake van crematie. Hier wordt gedoeld op het gebruik om bij de begrafenis van aanzienlijken als bijzonder eerbetoon allerlei kostelijke en welriekende specerijen te ver­ branden. Joram werd dit gebruikeHjk eerbetoon onthouden. Asa werd het in grote hoeveelheid vergund. En tot Zedikia wordt door Jeremia als een zekere verzachting van het oordeel gezegd, dat hij in Babel toch nog een eervolle begrafenis krijgen zal.

De Statenvertalers houden het overigens hiet voor uitgesloten, dat ook ten aanzien van Saul aan een dergelijke branding van specerijen moet worden gedacht. Wij lezen namelijk in de kanttekening op 1 Samuel 31: „Alzo deze lichamen enige dagen waren onbegraven geweest en in de zon gehangen hadden, zo waren zij buiten alle twijfel verdorven en stinkende geworden, alzo dat men ze met balsemen niet zou hebben kunnen bewaren. Daarom hebben zij het vlees verbrand en de beenderen begraven, verhoedende alzo, dat die dode lichamen meer gehoond en beschimpt en ook weder opgegraven konden worden.

Anders: zij brandden bij of over hen, te weten enige specerijen, hetwelk ziet op de manier eertijds gebruikt aan der koningen lichamen".

Van lijkverbranding is ongetwijfeld sprake in Amos 6 : 10. De meeste verklaarders denken hier met de kanttekening aan buitengewone gevallen van grote sterfte, zoals pest, waarin geen tijd meer is om te begraven vanwege de veelheid van de doden. Duidelijk is, dat hier getekend wordt de akeligheid van het sterven.

De verbranding is als het ware een verzwaring van de straf. Hier vinden wij voorgesteld een goddeloos einde van een goddeloos volk en de verbranding tekent mede een vervloekt einde. Dit doet ons denken aan Leviticus 20 : 14 en 21 : 9, waar van bijzonder ernstige zonden gezegd wordt, dat die ze bedreven hebben, met vuur verbrand moeten worden, vergelijk ook Genesis 38 : 24 (Juda over Thamar). De verklaarders zijn het er niet over eens of hier gedoeld wordt op een levend verbranden. Wij sluiten ons het liefst aan bij hen, die hierin zien een verbranden van het lichaam, nadat de persoon tevoren gedood was door b.v. steniging, en dat tot verzwaring van de straf. Wij zien dit duideÜjk in Jozua 7 : 25 ten aanzien van Achan en de zijnen beschreven. Duidelijk is in ieder geval, dat de verbranding hier wordt toegepast als afsnijding van het volk Gods, als vloek over de misdadiger, die geen begrafenis werd waardig gekeurd.

Wij hebben deze teksten uitvoerig besproken, omdat ze nogal eens worden aangegrepen door voorstanders van de crematie. Tegenover deze schaarse gegevens is de Heilige Schrift vol van feiten, waar het begraven betreft. Wij lezen van Abraham, die zich een akker koopt van de zonen Hets tot een erfbegrafenis, van Izaak, Jakob, Jozef. God heeft Zelf Mozes begraven. Wij memoreerden reeds de zorg, waarmede David, Salomo en de latere koningen van Juda werden begraven. Op het begraven in het Nieuwe Testament komen we nog nader terug. Zo komen wij tot de conclusie, dat begrafenis in de Bijbel de enige vorm van lijkbezorging is (evenals trouwens bij de Israel omringende volkeren), zo algemeen, dat een verbod van lijkverbranding niet nodig was. De Bijbel kent de crematie niet anders dan óf als droeve noodzakelijkheid (Saul)), of als verzwaring van de doodstraf.

Wie de crematie verdedigt, kan zich op de Heilige Schrift in geen enkel opzicht beroepen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 oktober 1971

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Crematie 2

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 oktober 1971

De Wachter Sions | 8 Pagina's