Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE Bijbelse Geschiedenis 349

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE Bijbelse Geschiedenis 349

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jona’s prediking.

Vragen 471 t.m. 480.

We waren zover dat Jona in de zee geworpen en, door goddelijke beschikking wonderlijk bewaard zijnde, levend in de buik van een grote vis terecht was gekomen. Het zou niet vreemd zijn, indien hiermee de geschiedenis van Jona afgelopen was. Want al vond hij de dood niet in de golven, zo moest hij toch naar menselijke berekening de verstikkingsdood sterven in de maag van de vis. Maar neen, Jona bleef levend en in hoofdstuk 2 wordt beschreven hoe het verder met hem gegaan is. Hij was, nadat de vis hem had ingeslokt, bij z'n volle bewustzijn gebleven en besefte dus goed in welk een jammerlijke toestand hij nu verkeerde. Daarvan getuigt hij in een ootmoedig gebed dat hij opzond tot de troon der genade. Ik ben uitgestoten van voor Uw ogen, klaagde hij, ik ben geworpen in het hart der zeeën. De buik van de vis was voor Jona een benauwde, donkere gevangenis, en uit die kerker bad hij tot God. Hij naderde tot Hem, van wie hij eerst door eigen schuld ver afgeweken was. Uit de buik des grafs schreide ik, staat er. De wateren hadden my omgeven tot de ziel toe.. . De grendelen der aarde waren om my henen in eeuwigheid. In deze ontzettende benauwdheid streed zijn ziel, onder de bearbeiding des Geestes, de strijd tussen geloof en verstand, tussen hoop en vrees. Welke hoop op bevrijding kon hij hebben ? Er was geen voorbeeld van iemand die uit het ingewand van een vis gered was ?

Anders dan door een groot wonder zou geen redding mogelijk zijn. En wat voor reden had Jona om een wonder van 's Heerenwege te verwachten ? Verkeerde hij niet onder de tekenen van Zijn ongenoegen en was hij niet tot een voorbeeld gesteld van Zijn rechtvaardigheid ? En toch verhaalt hij: ... als mijn ziel overstelpt was, dacht ik aan de Heere. Toen hij vluchtte had hij God vergeten en er niet aan gedacht dat Zijn ogen de ganse aarde doorlopen, maar nu gingen zijn gedachten terug naar hetgeen de Heere voor hem geweest was.

Nu hij niet in staat is tot God te spreken „schreit" hij, en als hij niet meer schreien kan „denkt" hij aan Hem. Hij weet dat God de Machtige is hem uit dit graf op. te voeren en er ligt een stille hoop in zijn ziel dat Hij zijn smeking hoort. Hoewel hij de buik van de vis vergelijkt met een graf, zo weet hij toch wel dat niet alle verwachting totaal afgesneden is, zoals dat in de hel het geval is. We lezen verder hoe Jona's hoop niet beschaamd geworden is. God sprak tot de vis en hy spuwde Jona uit op het droge (vers 10.)

Zijn gebed was door God gehoord. Uit de diepste diepte werd het opgezonden maar het kwam tot de Heere in de tempel Zijner heiligheid. Hij, die heerst over de opgeblazenheid der zee, toonde ook macht te hebben over alle andere schepselen. Hij gelaste de vis Jona terug te geven, zoals Hij tevoren gelast had hem op te nemen. Alles staat onder Zijn bestuur: ij spreekt en het is er». Hij gebiedt en het staat er, zelfs de vissen der zee moeten zijn raad uitvoeren. Zo werd Jona uit zijn kerker bevrijd, niet wegens zijn goed gedrag, ook niet omdat zijn gebed, als zodanig, enige verdienstelijkheid bezat, maar omdat het welbehagen des Heeren volbracht zou worden. De Heere kwam nu terug op het eerder aan Zijn knecht gegeven bevel: aafe u op, ga naar de grote stad Ninevé, en predik tegen haar. Onder de mensen wordt iemand niet licht weer in'dienst genomen, indien hij zijn heer een keer verraderlijk bedrogen heeft e'n de vlucht hheeft genomen uit tegenzin tegen hem verstrekte opdracht. Tot Jona kwam echter het Woord des Heeren bij vernieuwing. Als de Heere de zonden van Zijn volk vergeeft en verzoent, geeft Hij ook een nieuwe geest om Hem na te volgen. Jona maakt nu geen tegenwerpingen meer. Eer ik verdrukt werd, dwaalde ik, kon hij David na zeggen, doch nu onderhoud ik Uw geboden. God verandert Zijn bevelen niet, al is Zijn volk ontrouw en wispelturig. Jona moét dezelfde boodschap aan Ninevé brengen als de eerste keer. Maar nu kwijt hij zich kloekmoedig en met getrouwheid van zijn taak. We lezen in hfd. 3:3: .. Toen maakte zich Jona op en ging naar Ninevé. Hij ging er de boodschap brengen die God hem gezegd had. Welke uitwerking dit had hopen we de volgende keer te zien. Het zij intussen opgemerkt dat Jona meer navolgers heeft in zijn eigenzinnigheid en in zijn vlucht dan in zijn wegen van berouw en gehoorzaamheid.

Vragen:

471. Wat voor soort vis heeft Jona opgeslokt ?

472. Waarom is in de N.Vert. by hfdst. 2 : 4 van de grondtekst afgeweken ?

473. Noem enkele psalmen die in Jona's gebed zijn aangehaald.

474. Waarop doelt hy in vers 8 ?

475. Wat beoogt Jona met het doen van een gelofte ?

476. Kunt u verklaren waarom Jona by herhaling spreekt over de tempel Uwer heiligheid?

477. Waar kunnen we lezen dat Jona een type van Christus is ?

478. Hoe moeten we de mededeling opvatten: hy begon in de stad te gaan „een dagreis" ?

479. Heeft Jona in zijn prediking niet meer gezegd dan er vermeld staat in hfd. 3:4?

480. Hoeveel dagen uitstel kregen de Ninevieten alvorens het oordeel uitgevoerd zou worden ?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 december 1971

De Wachter Sions | 8 Pagina's

DE Bijbelse Geschiedenis 349

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 december 1971

De Wachter Sions | 8 Pagina's