Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Johannes Pistorius Woerdensis 38

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Pistorius Woerdensis 38

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Die Goddelijke openbaring vindt de kerk neergelegd in de Heilige Schrift en de ongeschreven traditie waarin de geopenbaarde waarheden bewaard blijven. Dit geloofspand is niet aan de willekeurige interpretatie van iedere gelovige toevertrouwd, maar aan het onfeilbaar leergezag der moederkerk, hetwelk feilloos en met gezag de gelovige de schatten der openbaring meedeelt."

Het is geen wonder dat Pistorius zei, beseffend dat het ook hier weer het grote punt in het geding kwam dat het beginsel der Reformatie duidelijk onderscheidt van dat der Roomse kerk: „Gij haalt zoveel overhoop dat ik er een dag voor nodig zou hebben om op alles in het bijzonder te antwoorden. Bewijs mij uit de Heilige Schrift. Hieruit zal ik weten of ik mij aan de inzettingen van de kerk heb te onderwerpen of niet..."

Vanzelfsprekend gingen de inquisiteurs daar niet op in, maar Coppin vroeg wel: „Is het vasten geen goede instelling ? Hét maakt ons bekwaam tot de dienst Gods, gelijk Mozes die veertig dagen gevast heeft toen hij bij de Heere was en de wet ontving."

Pistorius: „Dat weet ik, maar wat heeft dit met het vasten uit te staan dat de kerk ons oplegt ? "

Het dispuut over het vasten duurde nog enige ogenblikken voort tot Godschalck Rosemond er een einde aan maakte zeggende dat dit dispuut te lang ging duren en het standpunt van Pistorius nu wel bekend was. Ondertussen had Pistorius duidelijk naar voren gebracht dat het vasten dat de roomse kerk oplegt, niet overeenkomt met het vasten genoemd in de Bijbel en alzo een eigenwillige godsdienst is te noemen.

In de namiddag van de 14e juli werd Pistorius andermaal door de inquisiteurs ondervraagd. Ter aanvulling van het vorige verhoor kunnen we nog vermelden dat de kwestie over het huwelijk in feite het kernpunt was waarop zijn rechters hem veroordelen wilden. Pistorius had betuigd dat het huwelijk aan alle mensen, dus ook aan priesters volgens Gods Woord, is toegestaan. Op de vraag of hij inderdaad een vrouw getrouwd had weigerde Pistorius antwoord te geven omdat hij zich niet geroepen voelde zichzelf - naar de roomse wet - te beschuldigen. Hij vroeg zijn rechters bewijzen te leveren dat hij inderdaad gehuwd is. Dat was natuurlijk onmogelijk.

Coppin opende het verhoor met de vraag: „Hoe staat het er mede ? Hebt gij alles goed overdacht ?

Pistorius: „Ja ik !"

Coppin: „Hoe hebt gij er over gedacht. Zult gij ook op onze vragen antwoorden ? "

Pistorius: „Ik wil antwoorden op die conditiën, die ik heb aangegeven, te weten dat ik weten wil of iemand mij ergens van beschuldigd ..."

Coppin: „In het kort. .. Gij zult ons bescheid doen op wat wij vragen, of ik zal u de keizerlijke raad overleveren om in handen van de wereldlijke rechter gepijnigd of gedood te worden. Wij zullen er maar mede ophouden en weder vertrekken. Nu ... wel aan, kom en zit aan mijn zijde !"

Het is duidelijk dat Coppin inwendig van woede overliep en probeerde met dreigementen Pistorius te overrompelen.

Pistorius: „Al wat gij mij aandoet moet ik ondergaan. Ik geef mij tot alle lijden over. Overigens zult gij mij (eerlijke) rechters zijn ? Mij dunkt, gij zijt mijn strenge vijanden ..." Coppin: „Ik zou u met even gerust geweten veroordelen en ter dood brengen, als ik een mis doe !"

De vijandschap van Coppin de Montibus komt duidelijk openbaar. Pistorius haakte meteen op zijn woorden in en zeide: „Dat geloof ik. Gij maakt uzelf openbaar. Christus heeft immers gesproken dat allen die Christus discipelen doden, zullen menen Gode een dienst te bewijzen. Is dit Christus navolgen ? Heeft Christus ook iemand die hij tot ingaan riep, gedwongen in Hem te geloven ? '

De inquisiteurs stuiven op dit woord als het ware op en disputeerden over de vraag, hoe men ketters moet tegengaan. Zij brengen naar voren dat de beste methode is hem te straffen en te doden door het zwaard van de Overheid. Pistorius voert hier tegen aan dat men niet met het wereldlijke zwaard, maar alleen met geestelijke wapenen tegen de ketters op mag treden.

Coppin denkt hem te vangen en zegt: „Er staat geschreven: Dwingt ze om in te gaan ? " Hij wil zeggen door de dreiging van het scherprechterlijke zwaard kunnen, ja moeten de

(Jan de Bakker)

dienaars van de kerk, hen die niet gelovig zijn dwingen zich naar de leer van de kerk te voegen.

Terecht voert Pistorius hier tegen aan: „Christus dwingt niet met ketenen, noch met vuur of verbranding, maar met de veelheid der weldaden die van Hem verkondigd worden. Alzo komt ook niemand tot Christus dan die van de Vader getrokken wordt. Op deze wijze behoort men ook vijanden te dwingen, vurige kolen op hun hoofd hopende. Deze dwang is een liefelijke en zoete dwang: toch is zij zeer krachtig. Gij moogt ons lichamelijk geweld en dwang aandoen, maar ons hart kunt gij niet veranderen. Dit behoort God alleen toe ..."

Wordt vervolgd.

J.H.R.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 1972

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Johannes Pistorius Woerdensis 38

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 1972

De Wachter Sions | 8 Pagina's