Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Weinig eerbied

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Weinig eerbied

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Hebr. 13 : 7 lezen we: Gedenkt Uwer voorgangeren, die U het Woord Gods gesproken hebben." De bedoeling van deze tekst is, dat we de gezanten Gods op een eerbiedige wijze zullen gedenken en niet al spottende.

In dat opzicht komt dr. A. Knijper er in deze tijd niet zo goed af. Als men de „Parade der mannenbroeders", hun leven en hun streven beschrijft, dan voelt men dikwijls een ondergrond van meewarige spot voor het in de ogen van dit geslacht bekrompen gedoe. De theologie en de etiek van deze theoloog heeft dan ook voor het gros van zijn volgelingen afgedaan. Wat overblijft is dan nog het resultaat van zijn werk, dat' men noemt „de emancipatie van het gereformeerde volksdeel." Helaas eindigt deze opkomst uit de hoek der verachten in een breken met de leer van Gods Woord en een volledige vrijzinnigheid. Men denke bijvoorbeeld aan Kuitert en Augustijn. Het volksdeel is wel geëmancipeerd en daarvoor eert men Knijper nog, maar het gereformeerde is verdwenen en als zodanig keurt men Kuijper nog een beschouwing als van een curiositeit uit de antikiteitenkast waardig.

In onze dagen maakt men het ook al heel bont. Oude kleren, boeken en meubilair van Kuijper worden tevoorschijn gehaald en moeten dienen voor het samenstellen van een toneelvoorstelling t.b.v. de televisie. Een toneelspeler is bereid gevonden om Kuijper uit te beelden. Hij zal van onder de ministersteek van Kuijper allerlei uitspraken van deze theoloog laten horen. Het getuigt van een volslagen gebrek aan eerbied, temeer daar Kuijper zelf het toneel zo scherp veroordeeld heeft. Het is goed om ook nog eens enkele van zijn uitspraken op dit terrein onder de aandacht te brengen.

Hetgeen we aanhalen, is geschreven in een serie artikelen in „De Standaard", waarvan de verschijning van het eerste nummer honderd jaar geleden thans herdacht wordt.

In het nummer van 29 dec. 1880 schreef hij: , „En nu weten we wel, dat wie in onze dagen ook aan de Kunst, en aan het Vermaak de waarheid durft zeggen, de stroom tegen zich krijgt. We weten zo goed als iemand, dat het dwepen met Kunst en Vermaak mode is geworden. Ja, we weten zelfs, dat sommige Christenen laf genoeg zijn, om in het bijzijn en voor de oren der wereld met warmer enthousiasme van de Kunst dan van de Opperste Kunstenaar te spreken."

In het artikel van 5 januari, 1881: „En dit inleven in de rol van een ander persoon; nadoen wat die andere persoon ondersteld wordt gedaan te hebben; dat doen alsof men een hartstocht in zich had, die slechts geveinsd is; dat zweren van een liefde, die geheel denkbeeldig blijft; dat inleven in een haat, die men niet kent; kortom dit stelselmatige onwaar zijn is, naar onze overtuiging, schadelijk voor eens Christens leven, en aldus voor de Christen ongeoorloofd."

En op 26 januari, 1881: „De Kerk van Jezus Christus heeft, geleid door de Heilige Geest, dit onreine wezen dan ook van meetaf in zijn leugenachtige grond doorzien en daarom steeds veroordeeld."

En om nu niet meer aan te halen nog dit uit hetzelfde nummer: „Gysbertus Voetius, de grote theoloog ... heeft... voor goed en voor immer tussen de levenswereld van Gereformeerde Christenen en de Schouwbrugwereld een muur opgetrokken, waar slechts zelfzuchtige genotzucht een poort doorslaat, en die niet dan met verloochening van het heilige wordt overklommen."

Men zal er misschien op wijzen, dat Kuijper in zijn redevoering „Het Calvinisme en de Kunst" toch een klein deurtje heeft opengezet. Helaas is dat waar en de muur, die Voetius opgetrokken heeft, is dan ook wel weggespoeld. Dat moest ons nu juist een waarschuwing zijn.

In „Onderling Kontakt" nr. 3, 1971 weet de Heer M. Golverdingen (en blijkbaar nogal met instemming) te melden, dat de zg. „Evangelische Omroep" ook meditaties van ds. G. H. Kersten voor de radio brengt. We kunnen dit van deze omroep best begrijpen, want zij kunnen er wel wat leden bijgebruiken. Maar ik acht het een slecht teken als we ons daarover verblijden. Misschien zegt men nu: „Als ds. Kersten in deze tijd geleefd had, dan... " Welja, waarom ook niet. Maar als we eeimiaal beginnen dat pad op te gaan, dan moeten we vrezen, dat een toneelspeler uit een verbasterd nakroost ook ds. Kersten nog eens ten tonele zal voeren.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 mei 1972

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Weinig eerbied

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 mei 1972

De Wachter Sions | 8 Pagina's