Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

V. DE BEDE OM DE HEILIGING VAN GODS NAAM.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

V. DE BEDE OM DE HEILIGING VAN GODS NAAM.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

meditatie

Zondag 47.

Zo vinden we de bede om de heiliging van Gods Naam hier ook verklaard. „Geef ons eerstelijk, dat wij U recht kennen en U in alle Uw werken, in welke Uw almachtigheid, vnjsheid, goedheid, gerechtigheid, barmhartigheid en waarheid klaarlijk schijnt, heiligen, roemen en prijzen."

Het moest ons wel tot een gedurige smart zijn, dat er zo weinig getuigenis van ons in ons leven uitgaat. Hebben we over God te klagen ? Als we terugzien op de weg die Hij met ons heeft willen houden, dan moeten we het toch erkennen dat we met Hem nooit beschaamd uitgekomen zijn.? De verheffingen Gods moesten wel gedurig in onze keel zijn. Hoe weinig wordt dan Zijn Naam recht door ons geheiligd !

Vandaar de bede die we thans hebben te overdenken. Deze bede is en blijft een noodzakelijke bede. In deze bede wordt niet gezegd dat wij die Naam zo heiligen, maar wordt gevraagd of de Heere het ons zou willen schenken om recht tot eer van Zijn heilige Naam te mogen leven. En, zo wordt hier in de derde plaats ook gevraagd om een kinderlijk vrezen van God.

Het laatste gedeelte van het antwoord spreekt daarover, als er zo staat: „daarna ook, dat wij al ons leven, gedachten, woorden en werken, alzo schikken en richten, dat Uw Naam om onzentwil niet gelasterd, maar geëerd en geprezen worde.”

Hier is dus sprake van al ons leven. Ons gehele leven wordt ermee bedoeld, dus ons verborgen en ons openbare leven. Ook ons verborgen leven dus. Daarom worden hier ook de gedachten genoemd. In de.gedachten kan men ook Gods Naam zo ontheiligen. Steeds zijn we bij de behandeling van de geboden des Heeren afzonderlijk er zo bij bepaald, dat Gods geboden ook in onze gedachten door ons overtreden worden. Gods volk zal het weten, dat God nauwkeurig acht geeft ook op de gedachten en de overleggingen van het hart. Zijn heiligheid gedoogt niet de minste afwijking van Zijn wet, ook in de gedachten. Hij houdt daarom ook wel Zijn aangezicht voor de. ziel verborgen en neemt ook wel de vrijmoedigheid daarom bij Zijn volk en knechten weg in het openbaar voorgaan en in het uitdragen van Zijn Getuigenis. Dat is wat anders dan dat men met een slor­ dige levenswandel toch maar vrijmoedig en schijnbaar met een ruime ontsluiting des harten tot Gods troon kan naderen en de Schriften ontvouwen. De gaven der welsprekendheid kunnen hierin veel doen en ook kan men met gemoedelijkheid voor het oog des mensen veel bedekken, waar God echter niet overheen stapt.

God is een alwetend God en daar leert de ware bidder rekening mee houden. In de bede om de heiliging van Gods Naam stelt hij zich die alwetendheid Gods voor ogen. God weet van zijn gedachten af en als hij de zondige gedachten de vrije loop geeft, is dat niet anders dan een ontering van God en een ontheiliging van Zijn Naam. Maar och, men moet er zich wel over beschuldigen, dat men zo weinig dadelijke en rechte indrukken heeft van de alwetendheid Gods. Vandaar dat deze bede zulk een noodzakelijke bede is, waarin gevraagd wordt of we geheel ons leven, ook in de gedachten, alzo zouden mogen schikken en richten, dat het tot verheerlijking van Gods Naam zou mogen zijn. Gods Naam moet door ons dus geheiligd worden in de gedachten. En het moet de bede van de christen zijn, of hij zo Gods Naam in de gedachten steeds zal mogen heiligen.

Het antwoord spreekt verder ook over de woorden. De woorden openbaren wat er in het hart omgaat. We zullen dan ook uit onze woorden geoordeeld worden. Veeltijds wü men er zich voor de mensen uitredden met te zeggen dat men het zo niet bedoeld heeft als men het heeft opgevat uit de woorden die men gesproken heeft. De mensen zouden dan maar naar onze bedoeling moeten raden, al hebben we ons ook zeer duidelijk ergens over uitgesproken. Ze hebben echter alle recht om op onze woorden af te gaan en ons daarnaar te oordelen.

Maar voor God als de grote Kenner der harten is onze bedoeling ook zeker niet verborgen. En hoe goed we het ook bedoeld zouden kuimen hebben naar ons voorgeven, als onze woorden niet gericht zijn op Gods eer, vallen al onze goede bedoelingen in het water. Gods Naam moet geheiligd worden. En dit moet ook zeker geschieden door onze woorden. Het derde gebod heeft ons daar ook bij bepaald.

Maar zeker geldt het hier ook de heiliging van Gods Naam doot onze werken. Als Gods vojk in de zonde valt, wordt Gods Naam daardoor ontheiligd, wat het ergste van alles is. David had door de zonde waarin hij viel, de Naam des Heeren door de vijanden grotelijks doen lasteren.

Geheel de wereld ziet op het volk Gods. Als men ook maar iets kan aanmerken op de levenswandel van Gods volk, zal men het niet laten. Daarom kan een kind Gods niet voorzichtig genoeg in handel en in wandel zijn. Maar mocht daartoe dan ook de vreze des Heeren het hart maar vervullen ! Daar wordt dan ook in deze bede om gevraagd. Noodzakelijk is deze bede, daar de ware bidder hier leeft in een wereld die in het boze ligt, maar ook omdat hij een hart omdraagt dat zo boos en verdorven is van nature. Wel neemt God het stenen hart bij Zijn volk weg en geeft Hij er een vlesen hart voor in de plaats, maar van de oude mens der zonde raakt men hier niet verlost. De verdorvenheden blijven een kind van God alle zielsvermogens aankleven. En men struikelt dagelijks in vele. Geheel het leven zou een getuigenis moeten zijn van de genade die God in de ziel heeft willen verheerlijken, maar nu is zo menigmaal het tegenovergestelde daarvan het geval. Droevig genoeg geven we de vijanden soms oorzaak oni de godsdienst smaad aan te doen. We geven ze de stok in de hand om ons te slaan. Ze spreken niet altijd onwaarheid, als ze het christendom kwalificeren.

Zo moeten we er maar weer met schuld uitkomen als we de inhoud van deze bede overdenken. Mochten we onze schuld hierin maat eens recht zien liggen en gevoelen. Dan zou ons dat dringen tot deze bede: „Uw Naam worde geheiligd." En zo zou het dan onze verzuchting zijn of de Heere het ons zou willen geven, dat wij al ons leven, gedachten, woorden en werken, alzo zouden mogen schikken en richten, dat Zijn Naam om onzentwil niet gelasterd, maar geëerd en geprezen zou mogen worden. In geheel ons leven dus, in al onze godsdienstige verrichtingen, maat ook in onze omgang met de naasten, zou de eer van Gods Naam ons steeds voor ogen moeten staan. De bewarende hand des Heeren hebben we daarom ook gedurig maar nodig, zoals het gebed des Heeren ons daarbij ook nog wel bepalen zal. Ja, we hebben nodig om door Gods Geest geleid te worden, daar die Geest de Geest der heiligmaking is. Die Geest vervult het hart met kinderlijke vreze, zodat we in ootmoed zullen wandelen voor Gods aangezicht, in de gedurige verzuchting dat ons leven zal mogen strekken tot verheerlijking van Zijn Naam, zoals dit ook de verzuchting van de dichter was van de 86e Psalm, het 6e vers:

Leer mij naar Uw wil te hand'len, 'kZal dan in Uw waarheid wand' len; Neig mijn hart en voeg het sa& m Tot de vrees van Uwe Naam. Heer', myn God, ik zal U loven. Heffen 't ganse hart naar boven; 'k Zal Uw Naam en majesteit Eren tot in eeuwigheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juli 1972

De Wachter Sions | 8 Pagina's

V. DE BEDE OM DE HEILIGING VAN GODS NAAM.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juli 1972

De Wachter Sions | 8 Pagina's