Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hopende en Uitziende

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hopende en Uitziende

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hozéa 5:3.

HOPENDE: In het gericht des Heeren, waarin Efraïm zou worden betrokken, zou het blijken dat Afraïm met een alwetend Rechter te doen had. In het 2e vers is er van de voorgangers des volks gezegd: „En die afwijken, verdiepen zich om te slachten; maar Ik zal hun allen een tuchtmeester zijn." Het zich verdiepen om te slachten, vrijst ons op een arglistige handeling. De zonden zijn onvruchtbare werken der duisternis, die ook veelal in de duisternis worden bedreven. Maar voor het alziend oog des Heeren is niets verborgen. Dat laat ons dan ook het 3e vers weten, want dat zegt ons: „Ik ken Efraïm, en Israël is voor Mij niet verborgen; dat gij, o Efraïm ! nu hoereert, en Israël verontreinigd is."

UITZIENDE: Het blijkt zo duidelijk in de weg der ongerechtigheid, dat de natuurlijke mens God niet kent en vandaar ook geen rechte indrukken heeft van Zijn alwetendheid en alomtegenwoordigheid. Hij houdt er dus geen rekening mee, dat hij in al zijn wegen en handelingen door God wordt gadegeslagen. Gods kinderen zijn in dit leven ook allerlei bedriegelijke handelingen van mensen onderworpen. En dan kunnen ze daarin ook heel goed opmerken, hoe deze mensen in hun blindheid er nog niet eens erg in hebben, dat ze voor de mensen zelfs in het oog lopen en dus nog minder er bij stilstaan dat er een God is Die al hun gruwelijke werken aanschouwt, daar Zijn ogen toch de ganse aarde doorlopen.

HOPENDE: Een mens die God niet kent, kent ook zichzelf niet. Hij meent zelfs nog wel oprecht te handelen, al is het dat hij niet anders dan met list en bedrog te werk gaat. Menigmaal kan men dit aan-

schouwen bij degenen die in hun wegen en handelingen niet anders dan zichzelf zoeken en bedoelen. Zij schijnen aan hun eigen goede bedoelingen niet te twijfelen, al zijn hun wegen ook nog zo verdraaid en verkeerd. Maar nu zegt de Heere hier in de tekst: „Ik ken Efraïm, en Israël is voor Mij niet verborgen." Men kan zichzelf en anderen bedriegen en misleiden en onder vele schone voorwendsels zijn wegen zoeken te rechtvaardigen, maar Gods ogen blikken door al die voorwendsels heen en zien de dingen zoals ze in der waarheid zijn. Hij weet wat het verkeerde oogmerk des harten hierin is, want Hij kent Efraïm en Israël is voor Hem niet verborgen.

UITZIENDE: Och vriend, wat de Heere hier in deze tekst zegt, heb ik in mijn leven nog weleens mogen aanschouwen. De arglistige handelingen der mensen zijn me ook niet onbekend gebleven. Het valt niet mee, als men het slachtoffer van zulke bedriegelijke handelingen moet worden. Dit was David ook niet onbekend, waarom hij ook maar begeerde om niet in de handen der mensen te moeten vallen. Maar ja, we zijn nu eenmaal in een wereld die in het boze ligt en we zijn omringd van zondige mensen. Vandaar ontkomen we niet aan wat de mensen in hun arglistigheid ons weten aan te doen. We moeten in dit leven nogal eens onder het onrecht door. En dan schijnt het ons ook menigmaal wel toe, alsof er geen wetenschap bij de Allerhoogste is. Maar hier in de tekst vinden we toch de Allerhoogste aan het woord. En Die laat het ons hier weten dat Hij de grote Kenner der harten en Proever der nieren is.

HOPENDE: En dat zal op Zijn tijd toch wel blijken ook. Dan brengt Hij ai dat btarog, waar de ogen der mensen zo voor gesloten zijn gebleven, heel klaar aan het licht. De mensen kunnen we wel bedriegen, maar God is niet te bedriegen. Onder de godsdienst is er ook wat geveinsdheid te vinden. En vele mensen hebben daar maar geen erg in. Ze stellen al hun vertrouwen in degenen die bedriegelijk met hen omgaan. Maar als men nu zelf op een pijnlijke wijze al verschillende malen heeft moeten ervaren hoe men bedrogen werd, dan zou men wel graag willen dat een ander voor zulk een bedrog gespaard mocht bUjven en dan ziet men het met lede ogen aan, dat anderen in de val lopen bij zulke bedriegers. Omdat men zelf oog gekregen heeft voor dat bedrog, zou men wel willen dat een ander er ook oog voor had. Maar een ander moet nu eenmaal ook op een pijnlijke wijze tot de ontdekking komen iToe men bedrogen wordt. Daar men zelf iemand in zijn bedriegelijke gangen heeft leren kennen, ziet men hem daarin ook duidelijk gaan en zou men wel willen dat een ander dat ook zag. Immers gaat het er-alles zo geslepen naar toe, dat degenen die het onrecht bedrijven, zelf ook nog schijnen te denken dat ze in oprechtheid handelen. Ze weten van zulk een schijn van oprechtheid aan hun handelingen te geven, dat ze zelf ook nog gaan geloven dat ze daarin zo oprecht zijn. En hier blijkt het duidelijk, dat zij zichzelf niet kennen en dat nooit de argHstigheid van hun hart hun recht ontdekt is geworden. Maar God zegt: „Ik ken Efraïm, en Israël is voor Mij niet verborgen."

UITZIENDE: Och vriend, wat is het toch nodig dat we met dit getuigenis des Heeren eens recht zullen mogen inkeren tot onszelf ! God zie onze afhoerering en Hij weet hoe we verontreinigd zijn. Hij zegt in de tekst: „dat gij, o Efraïm ! nu hoereert, en Israël verontreinigd is." Dat woord geldt ons allen. Mochten we dat maar eens recht zien ! Dan krijgen we genoeg aan onszelf. We steken dan de hand in eigen boezem, al wil dat natuurlijk ook niet zeggen dat we ons daarom maar blindelings moeten laten meevoeren in een weg van snood bedrog.

HOPENDE: Als men zichzelf leert kennen, laat men zich zoveel niet meer wijsmaken, maar zal men ook tevens niet vanuit de hoogte op anderen kunnen neerzien. We komen er dan gedurig maar weer achter, dat God ons beter kent dan dat vwj onszelf kennen. Maar we zullen dan ook weten dat de Heere het onrecht niet gedoogt. De volgende verzen zullen ons daar nader bij bepalen. De volgende keer hopen we onze gedachten aan de twee volgende verzen te geven.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 oktober 1972

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Hopende en Uitziende

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 oktober 1972

De Wachter Sions | 8 Pagina's