Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GOUDA, 16 september 1972.

Bekijk het origineel

GOUDA, 16 september 1972.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

verzonden 26 september 1972

Aan Zijne Excellentie de Minister Sociale Zaken en Volksgezondheid, Zeestraat 73, 's-GRAVENHAGE.

Excellentie,

Het zal U bekend zijn dat onder de Nederlandse bevolking een groep personen voorkomt die overwegende gemoedsbezwaren hebben tegen alle verzekeringen.

Voor een belangrijk deel zijn deze personen kerkelijk aangesloten bij de Gereformeerde Gemeenten in Nederland.

Ondergetekenden zijn binnen dat kerkverband aangewezen als Deputaten voor Correspondentie met de Hoge Overheid en in die hoedanigheid richten zij zich tot Uwe Excellentie met het volgende.

De gemoedsbezwaren tegen verzekeringeri worden door de wetgever erkend zodanig dat de bezwaarden op hun verzoek kunnen worden vrijgesteld van verplichtingen voortvloeiende uit de sociale verzekeringswetten mits zij aan bepaalde voorwaarden voldoen.

Vrijstellingen worden afgegeven door de Raden van Arbeid tesamen met de Bedrijfsverenigingen.

Door de Sociale Verzekeringsraad wordt thans het standpunt ingenomen dat de bestaande wettelijke bepalingen geen ruimte bieden vrijstellingen als de onderhavige te verlenen aan rechtspersonen, bijgevolg komen slechts natuurlijke personen in aanmerking voor vrijstelling wegens gemoedsbezwaren.

Klaarblijkelijk is de Sociale Verzekeringsraad van oordeel dat alleen een natuurlijk persoon in het bezit kan zijn van een overtuiging waaruit gemoedsbezwaren kunnen ontstaan, hetgeen fysieke eigenschappen veronderstelt die bij een rechtspersoon niet aanwezig zijn.

In de kring van gemoedsbezwaarden leidt dit tot moeilijk te aanvaarden consequenties met betrekking tot stichtingen en Koninklijk erkende verenigingen.

Statutair ligt veelal voor deze rechtspersonen vast dat zij in hun beleid gebonden zijn aan godsdienstige beginselen die zich verzetten tegen verzekeringen terwijl echter op grond van het hierboven bedoelde standpunt van de Sociale Verzekeringsraad geen vrijstellingsmogelijkheid aanwezig is en dit spreekt nog te sterker ten aanzien van personen die als bestuurder van deze rechtspersonen optreden.

Hun persoonlijke overtuiging verzet zich tegen verzekering, echter in hun hoedanigheid als bestuurder van een rechtspersoon zijn zij gedwongen in te stemmen met verzekering.

Binnen het kerkverband der Gereformeerde Gemeenten in Nederland worden hierdoor getroffen Schoolverenigingen en Stichtingen met een liefdadig doel (bejaardenzorg).

In deze gevallen zijn, resp. worden in - de toekomst met natuurlijke personen (chauffeurs, bejaardenhelpsters, enz.) arbeidsovereenkomsten aangegaan waarbij genoemde rechtspersonen als werkgever optreden.

In dit verband zouden ook kerkeraden genoemd moeten worden, maar in de praktijk doen zich hier echter weinig bezwaren voor omdat een kerkeraad niet of slechts zelden een arbeidsovereenkomst pleegt aan te gaan.

De rechtsverhouding kerkeraad - koster behoeft niet als een arbeidsovereenkomst te worden aangemerkt ingevolge een beslissing van de Centrale Raad van Beroep van 8 april 1952, daarentegen hebben ons wel enkele malen vragen bereikt met betrekking tot de vrijstellingsmogelijkheid van de besloten vennootschap (B.V.).

Indien de bestuurders daarvan personen zijn met gemoedsbezwaren onstaat gelijke moeilijkheid als ten aanzien van Stichtingen en Koninklijk erkende verenigingen.

Op grond van het vorenstaande verzoeken wij Uwe Excellentie een zodanige maatregel te treffen dat onder bepaalde te stellen voorwaarden ook rechtspersonen kunnen worden vrijgesteld.

Deze voorwaarden zouden kunnen zijn: statutaire vastlegging van een godsdienstig beginsel waaruit bezwarentegen verzekeringen voortvloeien.

aanwezigheid van gemoedsbezwaren tegen'alle verzekeringen bij bestuurders van rechtspersonen.

Voor deze laatste voorwaarde menen wij argumenten te kunnen ontlenen aan de strafbepalingen voor rechtspersonen, zoals die in het fiscale en economische recht voorkomeii, want indien een vrijheidsstraf tegen een rechtspersoon wordt uitgesproken moet deze straf worden ondergaan door de bestuurders.

Dit is kennelijk een bepaling die bedoelt een vervanging te zijn van de fysieke onmogelijkheid een rechtspersoon een vrijheidsstraf te doen ondergaan.

Naar analogie daarvan ware te over-

wegen de vrijstellingsmogelijkheid voor rechtspersonen te binden aan de gemoedsbezwaren van de bestuurders.

Wij veroorloven ons als alternatief te wijzen op de mogelijkheid van een aan de onderhavige situatie aangepaste definiƫring van het begrip - gemoedsbezwaren-en wel op zulk een wijze dat voor de aanwezigheid daarvan geen fysieke eigenschappen worden verondersteld.

Tenslotte vestigen wij Uw aandacht er op dat in het verleden, d.w.z. voordat de Sociale Verzekeringsraad het gewraakte standpunt had ingenomen, wel vrijstellingen zijn verleend aan rechtspersonen.

Deze Raad heeft nog onlangs aan de Raad van Arbeid te Middelburg meegedeeld dat een eerder verleende vrijstelling wegens gemoedsbezwaren aan een rechtspersoon voorlopig in stand kan blijven.

Wij verzoeken daarom ook terwille van rechtsgelijkheid de hierboven gevraagde maatregel te vnllen bepleiten.

In het vertrouwen dat wij bij Uwe Excellentie in deze zaak gehoor zullen vinden tekenen wij met verschuldigde hoogachting.

De Deputaten bij de Hoge Overheid van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland,

ds. F. Mallan.

ds. M. van Beek.

L. M. P. Scholten.

G. Veerman.

Aan de Deputaten bij de Hoge Overheid van de Gereformeerde Gem. in Nederl.

Prins Mauritsstraat 6,

GOUDA.

Directie Soc. Verz. Afd. W.V.

Datum, 19 oktober 1972.

Onderwerp:

Gemoedsbezwaren rechtspersonen.

Naar aanleiding van uw brief van 16 september 1972 inzake bovenvermeld onderwerp deel ik u mede, dat de Sociale Verzekeringsraad my enige tijd geleden heeft medegedeeld van mening te zijn, dat de bestaande wettelijke bepalingen geen ruimte bieden om aan rechtspersonen een vrijstelling wegens gemoedsbezwaren te verlenen. Wel achtte genoemde Raad het redelijk, dat aan rechtspersonen onder omstandigheden een vrijstelling zou worden verleend, waarbij met name werd gedacht aan kerkgenootschappen en andere instellingen op levensbeschouwelijke grondslag. De Raad meende evenwel, dat deze mogelijkheid slechts door middel van wetswijziging is te verwezenlijken. Wel was de Raad van oordeel, dat reeds aan rechtspersonen verleende vrijstellingen voorhands van kracht dienen te blijven.

De bovenbedoelde opvatting van de Sociale Verzekeringsraad m.b.t. het verlenen van vrijstelling aan rechtspersonen wordt door mij gedeeld.

Het ligt daarom in myn voornemen de totstandkoming te bevorderen van een wetswijziging, welke ertoe strekt de mogelijkheid te openen om onder bepaalde voorwaarden ook aan rechtspersonen - b.v. wegens gemoedsbezwaren van de bestuurders - vrijstelling te verlenen.

Ik vertrouw dat door de aanvaarding van bedoelde wetswijziging aan uw bezwaren tegemoet zal worden gekomen.

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 november 1972

De Wachter Sions | 8 Pagina's

GOUDA, 16 september 1972.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 november 1972

De Wachter Sions | 8 Pagina's