Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

405 DE Bijbelse Geschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

405 DE Bijbelse Geschiedenis

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

HAMAN.

Vragen 681 t.m. 690.

Het derde hoofdstuk van het boek Esther vangt aan met de mededeling dat de koning Ahasveros, Haman groot maakte. Hij had zóveel behagen in deze zoon van Hammedatha dat hij hem met de hoogste waardigheid des rijks bekleedde. Hij zette zyn stoel, zo staat er, boven al de vorsten die by hem waren. In die tijd hadden koningen grote macht en zelfstandigheid van handelen, zodat zij schier willekeurig hun gunstelingen verkozen. Wat Ahasveros bewogen heeft Haman te verheffen is evenwel zeer onbegrijpelijk. Uit hetgeen later van hem verhaald wordt zien we dat het geen man was met een edelmoedig en rechtvaardig karakter, noch een man die moed en verstandig beleid aan de dag legde. Neen, Haman was goddeloos, trots en wraakgierig en toch werd hij verhoogd, zo zelfs dat ieder hem buitengewone eer moest bewijzen. En men deed het! Al de knechten des konings, die in de poort des konings waren, neigde en bogen zich neder voor Haman (vers 2). Alleen Mordechaï weigerde. Ongetwijfeld werd die weigering opgemerkt en het onderwerp van de gesprekken. Ieder begreep dat Mordechaï zich aan gevaar blootstelde en menigeen zal getracht hebben hem te bewegen zich naar het gebod des konirigs te gedragen. Maar toen hij naar hen niet hoorde, zo gaven zij het Haman te kennen. Ware Haman een verstandig en bescheiden man geweest, iiij zou op zulk een onbeleefdheid van een enkeling geen acht hebben geslagen. Mordechaï's gedrag was de trotsaard echter zozeer een doorn in het oog dat hij aanstonds op wraak zon: hij werd vervuld met grimmigheid (vs. 5) d.w.z. het ging van binnen bij hem bruisen en koken van woede. Weldra komt hij tot het besluit dat Mordechaï moet sterven. Wil hij zijn hoofd niet voor hem buigen dan moet het worden weggenomen ! Maar één jood te doden was hem te min. Hij was namelijk te weten gekomen dat zijn belediger behoorde tot dat verachte volk. In Mordechaï zal hij dat hele volk treffen. Al die duizenden van dat volk zullen moeten boeten om zijn gekrenkte hoogmoed te bevredigen. O, wat zien we hier weer een treffende openbaring van de oude strijd tussen het vrouwenen het slangenzaad. De mensenmoorder van den beginne legt het onophoudelijk toe op de ondergang van de kerk des Heeren. Komt, en laat ons hen uitroeien, dat zij geen volk meer zyn (Ps. 83 : 5).

Maar de raad des Heeren zal bestaan. De aanslagen van de vijanden Zijns volks kunnen Zijn heilig doel en einde niet verhinderen. Het verdient onze opmerking dat we van Hamans moordplannen lezen in het derde hoofdstuk en dat er in het vorige hoofdstuk al twee belangrijke zaken beschreven zijn, die moesten medewerken om de joden tegen zijn complot te beveiligen. We bedoelen dat Esther tot koningin verheven was geworden en dat de naam van Mordechaï in de rijkskronieken was vermeld. Haman was totaal blind voor de leidingen Gods. Hij twijfelde rüet of hij zou voldoende middelen en medestanders vinden om zijn plan uit te voeren. Allereerst had hij verlof van de koning nodig. Dit te verkrijgen kostte hem niet veel moeite. Voor het oog van zijn vorst schilderde hij het joodse volk niet slechts af als gering en verachtehjk: er is een volk, verstrooid en verdeeld onder de volken in al de landschappen uws koninkryks, maar hij stelde hen bovendien voor als opstandig en staatsgevaarlijk: hun wetten zijn verscheiden van de wetten aller volken; ook doen zy des konings wetten niet. Het landsbelang zou er dus ihee gediend zijn, zo gaf hij voor, wanneer zij van klein tot groot omgebracht zouden worden. Hij noemt een bedrag van tienduizend talenten zilvers, hetwelk hij zou opwegen in de handen dergenen die het werk doen, om in des konings schatten te brengen. En werkelijk, hij verkrijgt hetgeen hij verlangt: een volledige volmacht om met de Joden te doen wat hij wil. Koning Ahasveros gaf hem zijn zegelring en liet hem de verdelgingswet uitvaardigen. Op één dag, die vastgesteld werd door het lot, zouden krachtens een koninklijk edict, dat niet herroepen kon worden, alle joden moeten worden gedood en mochten hun goederen worden geroofd.

Op het vernemen van deze ontzettende tijding kleedde Mordechaï zich in een zak met as en maakte misbaar. Desgelijks al de joden door het gehele land. Esther liet door Hatach naar de oorzaak vragen. Wat Mordechaï haar boodschapt, ontstelt haar hevig. Want behalve dat zij nu weet waarom hij de tekenen van zijn treurigheid draagt, heeft hij haar aangespoord om tot de koning te gaan en alles te beproeven om haar volk te redden.

Esther weigert eerst haar-leven bij de koning op het spel te zetten, daar op straffe des doods iedereen verboden was hem ongeroepen te naderen. Zij wordt echter overwonnen door de drangreden die Mordechaï bij zijn volgende boodschap voegt en zo komt ze tot het besluit om, na een voorafgegaan vasten van drie dagen, het te wagen. Wanneer ik dan omkome, zo kom ik om, sprak zij. Gekleed in haar koninklijk gewaad ondernam ze de zware gang. En God, die de harten der koningen neigt als waterbeken tot al wat Hij wil, beschikte het zo dat hij haar de gouden scepter toereikte. Haar leven was gered. Wat is u, koningin Esther ? of wat is uw verzoek ? Het zal u gegeven worden, verzekert hij haar. Vóór hij haar begeerte weet sprak hij dus reeds uit dat haar bede haar geschonken zou worden.

Indien ik genade gevonden heb in de ogen des konings, zo antwoordde zij, en indien het de koning goeddunkt mij te geven mijn bede en mijn verzoek, zo kome de koning met Haman tot de maaltijd, dien ik hem bereiden zal.

Uit het feit dat de koning haar vriendelijk ontving en haar verzoek aanstonds inwilligde, mocht zij een bewijs van zijn gunst en zijn genegenheid tot haar opmaken. Groter betekenis echter verkrijgt de goede afloop van haar eerste poging, wanneer we bedenken hoe de Heere er door openbaarde de verzuchtingen van Zijn volk te hebben gehoord'.

Vragen:

681. Wie was de stamvader van Haman ?

682. Welke gewichtige reden had Mordecha'i voor zijn weigering bijzondere eerbewijzen aan Haman toe te brengen ?

683. Wat was de bedoeling van het opwegen van een groot bedrag aan zilver (vers 9) ?

684. En wat is de zin van de tekstwoorden: „ ... zij wierpen het lot van dag tot dag en van maand tot maand." (vers 7) ?

685. Hoe was de gemoedsstemming (terwijl de burg Susan verward was) van Ahasveros en zijn gunsteling Haman ?

686. Met welk oogmerk drong Esther er bij Mordechaï op aan dat hy zijn rouwgewaad zou afleggen ?

687. Werd zy door zijn antwoord volledig op de hoogte gesteld met de ontzettende toestand, waarin de joden gekomen waren ?

688. Welke drangreden gebruikte Mordecha'i bij zijn volgende boodschap om haar te bewegen handelend op te treden ?

689. Waartoe wachtte Esther nog drie dagen alvorens zij ertoe overging ?

690. Waarom sprak Esther haar eigenlijke verzoek aan de eerste maaltijd niet uit ?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 augustus 1973

De Wachter Sions | 8 Pagina's

405 DE Bijbelse Geschiedenis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 augustus 1973

De Wachter Sions | 8 Pagina's