Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verzamelen of strijden ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verzamelen of strijden ?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het blad „Onderling Kontakt" heeft zijn kolommen opengesteld voor een aantal leden en niet-leden van de S.G.P. die de Gereformeerde gezindte willen „verzamelen". O.K. geeft daarmee bij vernieuwing blijk van een gezindheid die ernstig te denken geeft maar volgens de heer Kuyt moeten we dankbaar zijn voor Onderling Kontakt.

De schrijvers in O.K. willen dus verzamelen. Er is wel enig „begrijpelijk verschil in nuance", echter ook een „grote mate van overeenstemming over de principiële uitgangspunten." Dat is volkomen waar voor wat betreft de schrijvers in O.K. maar er is een wereld van verschil tussen hen en het beginsel. Daarom heeft de heer Scholten in een voorgaande Wachter Sions terecht de vraag aan de orde gesteld „Gezindte of eens-gezind ? "

Ds. Abma, voorzitter van de S.G.P. en één der schrijvers in O.K., beschouwt het als verdacht­ making en ruzie stoken wanneer dhr. Schol ten schrijft dat ds. Abma en burgem. Smit van Rijssen een „bepaalde richting" in de partij vertegenwoordigen. Hij betoogt in De Banier dat hij in het spoor loopt van de beide vorige voorzitters, ds. Kersten en Zandt. Het kost hem geen moeite dat aan te tonen. Dat moet echter nog wel blijken ondanks de uitvoerige uiteenzetting in De Banier waarin hij op journalistiek onnavolgbare wijze van de Troom: ede terecht komt bij het artikel van dhr. Scholten.

De schrijvers in O.K. geven uiting aan hun verlangen tot samenwerking tussen bedrijvers van een „christelijke politiek, gefundeerd op bijbelse beginselen." Ds. Abma wil in De Banier aantonen dat ook ds. Kersten en Zandt in hun tijd toenadering gezocht hebben tot politiek andersdenkenden. Hij komt daarvoor met een tweetal voorbeelden. In het begin van de S.G.P. Zou ds. Kersten lijstverbinding met de anti-revolutionairen nagestreefd hebben. Misschien wü ds. Abma zo goed zijn dit voorbeeld wat nader te dokumenteren. Zoals De Banier het geeft is het voor de „traditionele" S.G.P.-er weinig overtuigend. Het betoog van ds. Kersten in de eerste brochure van de serie „Is er geen oorzaak ? " doet meer het tegendeel vermoeden. Het tweede voorbeeld dateert van 1945. Ds. Kersten en Zandt hebben zich gewend tot dr. Tilanus van de Chr. Hist, om over toenadering te spreken. Let wel, ds. Kersten en Zandt hebben zich gewend, niet andersom. Het bewijs hiervoor is een brief van dr. Tilanus aan prof. Haitjema. Wat op deze pogingen gevolgd is zegt ds. Abma niet te weten.

Deze voorbeelden maken als bewijs een povere indruk. Er hangt een waas van onduidelijkheid overheen. Aan ds. Abma zij het voordeel van de twijfel gegund, echter met deze uitdrukkelijke beperking dat uit niets blijkt van bereidheid van ds. Kersten en Zandt tot samenwerking op een andere basis dan van een onverkort art. 36 N.G.B. ! Bovendien behoort tot een goede bewijsvoering dat feiten en omstandigheden die tegen de te bewijzen stelling pleiten, ontzenuwd worden. Enkele van de feiten en omstandigheden die ds. Abma nalaat te ontkrachten, volgen hier.

De begintijd van de S.G.P. was de tijd van de coalitie tussen A.R., C.H. en rooms.

Ds. Kersten stelde zich daartegen. Hij houdt de regering voor dat zij heeft te handelen naar Gods Woord en Wet. Bij de Algemene Beschouwingen over de Rijksbegroting 1929 zegt hij: „Liever dan in bond met voor mijn beginsel verraderlijke elementen, trek ik op onder eigen banier en aanvaard ik als een oordeel Gods vanwege onze zonden de bittere ellenden waarin wij geraakt zijn Wij blijven geroepen naar Gods Wet en Woord te handelen wat de gevolgen ook zijn."

De zuid-nederlandse prediker Petrus Dathenus, nog bekend door zijn psalmberijming, wordt op magistrale wijze verdedigd door ds. Kersten en dat op het forum van de Nederlandse politiek, de Tweede Kamer der Staten- Generaal. Onwaardig waren de aanvallen van libertijnse geesten op de nagedachtenis van Datheen, een man als ieder ander, met gebreken. „Ik ben geen Dathenus. Ik wenste zijn ijver en gloed, zijn kracht van spreken, waardoor hij scharen van vele duizenden aan zijn lippen bond. Maar toch hoop ik het Gereformeerde volk dezer dagen luide terug te roepen .... tot behoud van de aloude belijdenis. Deze belijdenis geve ons volk niet prijs. Het is de kostelijke erfenis der vaderen. Om die erfenis gaat het thans, voorzover het de roeping der Overheid betreft naar Gods Woord.' aldus ds. Kersten. Samenwerking met de bestrijders van Datheen wordt door ds. Abma niet afgewezen, want er moet „verzameld" worden. De verdediging van Datheen zou door ds. Abma dan ook „polariseren" genoemd moeten worden.

Ds. Kersten en Zandt waren zelfs bereid hun zetel in de Kamer ter beschikking te stellen, indien daarmee de weg vrijgemaakt zou zijn voor een grote protestantse partij, echter onder de „onafwijsbare voorwaarde dat het fundament dier eenheid zou zijn de aloude onverkorte belijdenis, waarvan wij toch geloven, dat zij in alles op Gods Woord is gegrond." (J. Hamstra: Waarom Staatkundig Gereformeerd ? ) Openlijk heeft ds. Kersten dat in de Tweede Kamer gesteld: „Wij moeten weer de moed hebben tot de regering des lands te zeggen: hier ligt Gods Woord en Wet. Daarnaar zult gij Overheid, ook in Uw hoge ambt eens geoordeeld worden voor Gods rechterstoel. Niet een algemene natuurwet, waarvan de overblijfselen zelfs onder blindste heidenen zijn, maar de Wet der Tien Geboden is richtsnoer voor Overheidshandeling en moet door het volk betracht. Als wij het daarover eens zijn, dan is de basis gelegd voor de vorming van ene grote Protestantse, wilt gij, oud-Gereformeerde of Hervormde Partij, die kracht zal ontwikkelen tegen ongeloof en revolutie enerzijds en Rooms bijgeloof anderzijds. Ik heb meermalen op deze plaats bepleit het vormen van zulk een Partij. Mijnheer de Voorzitter! Het is er zeer verre van dat ik ben opgetreden om verdeeldheid te zaaien. Ik wil mijzelf, ik wil mijn zetel opofferen aan het belang van het volk. Gedurig heeft de smaadtaal dienst moeten doen, dat de Staatkundig Gereformeerde Partij het slechts om een zetel in de Kamer te doen was. Mede uit naam van hen die aan mijn zijde nederzitten. (Dat waren ds. Zandt en Ir. van Dis, M.) kan ik vrijmoedig dergelijke aantijging van de hand wijzen. De zware strijd die wij aanbonden is ons opgelegd. Wij kunnen, noch mogen anders dan aandringen op het naleven van Gods gebod, op hetgeen nodig is, het Nederlandse volk te wapenen tegen de Godonterende machten die steeds driester de kop opsteken in Rome zowel als in de revolutie."

De kwestie van het samengaan tussen de S.G.P. en de C.N.A. van prof. dr. Hugo Visscher in 1937 legt bij vernieuwing getuigenis af van de onafwijsbare voorwaarde dat het beginsel gehandhaafd zou worden. Prof. Visscher bleek voorstander van godsdienstvrijheid. Ds. Zandt schrijft in de brochure naar aanleiding van deze zaak: , .... wij hebben alles willen mijden wat ook maar enigszins de yereniging in de weg zou kunnen staan. Eén zaak echter mochten wij niet prijsgeven, en die zaak was het beginsel, waarvoor wij jarenlang gestreden hebben en nog willen strijden. Dat beginsel verdraagt zich niet met de godsdienstvrijheid door prof. Visscher voorgestaan. En wij herhalen het, op dat beginsel is de vereniging afgestuit."

„Alleen wonen" is de duidelijke en sprekende titel van de partijdagrede van ds. Kersten in 1946, de eerste partijdag na de oorlog. Daarbij sprak ds. Kersten o.m.: , moge ik u te meer opwekken de beginselen, vooral in deze dagen van diep verval, getrouw en onverzwakt te bewaren. Dat zal u nopen in isolement uw kracht te zoeken, (cursivering van mij, M.) Uw plaats in de worsteling der volksgroep is u gewezen in die welke weleer Israël innam onder de volkeren: Ziet, dat volk zal alleen wonen." Verder: „Verzwagering met degenen die God

openlijk de rug toekeren, trekt van God en Zijn Woord af en verwekt Gods toorn over ons. Op eigen erve worde bedacht dat zij de ondergang van ons volk bewerken die uit on- en bijgeloof hun krachten putten. De Heere verwaardige ons liever verachting en smaad en uitwerping te dragen dan prijs te geven het pand door God ons toebetrouwd en te verlaten de plaats ons van Hem gewezen."

Dit zijn uitspraken van ds. Kersten en Zandt. Ondubbelzinnig blijkt dat zij aan samengaan alleen dachten op de grondslag van het aloude onverkorte art. 36 N.G.B. Liever hebben zij alleen gestaan en de smaad en de hoon van A.R. en C.H. gedragen dan iets af te doen van het beginsel. En nu beweert ds. Abma in hun spoor te lopeji. Het is er verre van ! Volkomen terecht merkt dhr. Scholten op dat ds. Abma een bepaalde richting in de Partij vertegenwoordigt, een nieuwe richting waarin velen hem niet willen volgen. Ds. Abma beticht dhr. Scholten van geschiedvervalsing. Het ware hem goed de hand in eigen boezem te steken. Hij betoont zich een medestander van hen die in neo-Calvinisme en libertinisme ontrouw waren aan de heilige beginselen der Gereformeerde Vaderen. Die beginselen zijn door ds. Kersten en Zandt met al hun kracht verdedigd maar worden thans terzijde gesteld. Het getuigen wordt nagelaten en inplaats daarvan wordt politiek bedreven. De adviezen aan de Koningin zijn er het bewijs van en De Banier staat er vol van. De meditatie moest er zelfs voor verhuizen. Van een ijveren en getuigen voor de oude beginselen der S.G.P. blijkt bij de nieuwe richting niets meer. Wel dat meermalen in strijd daarmee gesproken en geschreven is. Het mag dan modern en in de geest des tijds zijn om op te trekken in bond met G.P.V., N.E.V. en anderen, terecht zegt dhr. Scholten dat de S.G.P. dan al haar beginselen zou verloochenen.

Het handhaven van die beginselen is niet de gemakkelijkste weg. Het is ouderwets, het vergt alleen maar strijd. Ds. Kersten kende die strijd: „Wij gaan een bange tijd tegemoet. Gods Woord leert het dat de Kerk door de bange wereldweeën heen de heerlijkheid met Christus haar Hoofd tegemoet gaat en hier ligt de kern van alle strijd. Wij kampen een strijd op leven en dood, waarvan wij geloven en

weten dat deze in eeuwige overwinning van Gods volk eindigen zal. Dat geeft ons moed en sterkte. Dat doet ons degenen verstaan die in de bangste tijden aan de Belijdenis hebben vastgehouden. De genade en de geloofskracht wensen wij in hen te erkennen en tot roem van 's Heeren Naam te prijzen." Zo getuigde ds. Kersten in 1928 in de Tweede Kamer. Met aan zijn zijde ds. Zandt en ir. van Dis heeft hij die strijd gestreden en door getuigen de wacht bij het beginsel betrokken. Echter heeft thans getuigen en strijden plaats gemaakt voor de roep om verzamelen !

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 november 1973

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Verzamelen of strijden ?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 november 1973

De Wachter Sions | 8 Pagina's