Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De geschiedenis van Gods Kerk in Schotland 68

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geschiedenis van Gods Kerk in Schotland 68

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

door wglen Ds. J. D. Barth

Een Godeverheerlykende getuigenis onder onmenselijke wreedheid geuit.

Nadat de oude weduwe reeds onder de golven van de zee was tenonder gegaan, verwachtten de beulen, dat de jeugdige Margaret wel vertwijfelend zou zwichten voor de roomse dwanggodsdienst en haar dienaren.

Maar hoe werden zij beschaamd. Met welk een wonderlijke kloekmoedigheid werd zij vervuld. Hoe werd zij versterkt met kracht in haar ziel om getuigenis af te le'ggen van de hoop, die in haar was. Met welk een blijdschap zag zij op haar stervende medegetuige neer en riep uit, eer deze weduwe door het water geheel verzwolgen was: „Wat zie ik hier anders dan Christus, Die in één van Zijn dierbare leden lijdt en strijdt ? Denkt gij, dat wy het zijn, die gy smart aandoet ? Neen, het is Christus in ons, want Hij zendt niemand de oorlog in op eigen bezoldiging. Het is in Zijn Naam, dat wij lijden en strijden." Zo ging zij voort met bidden en bleef van haar vast geloof in Christus getuigenis geven, toen de golven ook haar bereikt hadden en met ieder ogenblik hoger kwamen. Nu begon zij Psalm 25 te zingen: „Tot U, o Heere, hef ik mijn ziel op", terwijl zij daarna met luide stem uitriep: „Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods ? God is het Die rechtvaardig maakt. Wie is het die verdoemt ? Christus is het. Die gestorven is. Die ook opgewekt is. Die ook ter rechterhand Gods is. Die ook voor ons bidt. Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus ? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard ? Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons heeft liefgehad."

Zij hield aan met getuigenis geven tot de golven zo hoog gestegen waren, dat haar het spreken belet werd. Nog een klein ogenblik en óók zij zou verzwolgen zijn door de golven van de zee. Maar wat gebeurde .? De beulen traden haastig toe en sneden haar los en brachten haar naar het strand. Zij was reeds bewusteloos geworden. Toen zij bij gekomen was, vroeg men haar, of zij voor de koning wilde bidden. Zij antwoordde: „Ik wens dat alle mensen zalig mogen worden en ik wil het verderf van niemand."

Op dit ogenblik trad één uit de toeschouwers op haar toe en zei met bewogen stem: „Lieve Margaret, zeg alleen maar: God behoede de koning !" Zij antwoordde met de grootste bedaardheid en rust: „God behoede hem, zo het Zijn wil is, want het is zyn zaligheid die ik bebegeer." Op dit woord begaven sommigen zich tot het hoofd van de bende, die als militair bevelhebber het beleid van deze gruwelstraf in handen had en zeiden: „Mijnheer, zij heeft het

gezegd! Maar de overste eiste, dat zij met de eed zou zweren, dat de roomse koning Jacobus hoofd was van de kerk. Maar dat kon de jeugdige getuige niet. Dat ware verloochening van Christus. Zoals Sadrach, Mesach en Abed-Nego liever in de oven met brandend vuur wilden geworpen worden, dan het beeld in het dal Dura aanbidden, zo riep ook dit meisje uit: „Dat wil ik niet, dat kan ik niet. Ik behoor tot Christus' kinderen. Laat mij dan maar sterven."

Toen namen de woedende soldaten haar op en wierpen haar andermaal in zee, alwaar zij haar leven met blijdschap eindigde, zijnde 18 jaar oud.

Alzo woedde de vijand tegen de slachtschapen van Christus. Koning Jacobus meende, dat het land nu genoegzaam voorbereid was op de verandering die hij op het oog had. Immers de Presbyteriaanse kerk van Schotland was in zijn oog de grootste hinderpaal voor de herstelling van het pausdom. In de plaats van het Presbyterianisme moest Rome's kerk hersteld worden. Stap voor stap ging hij verder. Hij ontsloeg de roomsen van de eed, die van de Presbyterianen met gestrengheid geëist werd. Hij nam alle belemmeringen weg en deed alle bepalingen te niet welke de uitoefening van de roomse godsdienst in de weg stonden, terwijl hij in het parlement de roomsen als de beste burgers van de Staat verhief. Het was ook in die tijd, dat de koning het bevel gaf, dat de roomse godsdienst in de vroeger genoemde kapel van Holyrood moest worden hersteld. Het werk der duisternis genaakte zijn voltooiing. De meesten van de getrouwe getuigen van Christus waren gedood. Gods Kerk lag zieltogend ter neer. Niets scheen het oogmerk van de koning te kunnen verhinderen. Maar God waakte ! Alle raadslagen des vijands zouden vernietigd. Stadhouders Willem III, Prins van Oranje, zou het middel in Gods hand zijn.

(Wordt vervolgd)

G.de J.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 1973

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De geschiedenis van Gods Kerk in Schotland 68

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 1973

De Wachter Sions | 8 Pagina's