Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SAMENSPRAAK tussen Oud- en Nieuwlicht 4

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SAMENSPRAAK tussen Oud- en Nieuwlicht 4

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

G. Vis, krankenbezoekei* 1791, over de algemene en welmenende aanbieding van genade.

OUD LICHT: Ik heb uw bewijzen aangehoord en die zoveel mogelijk met oplettendheid nagegaan. Maar ik vind dat er op allen veel is aan te merken. Ik meen dat ik u zal kunnen aantonen, dat zij die kracht niet hebben, die u daarin denkt te vinden.

NIEUW LICHT: U zult mij veel dienst bewijzen met mij uw aanmerkingen mede te delen. Ik zal daar weer op antwoorden en wij zullen, zo ik hoop, de waarheid nader ontdekken.

OUD LICHT: Dat zal ik doen, maar ik zou u graag eerst enige algemene vragen stellen, over enkele bezwaren die ik in uw stelling vind.

NIEUW LICHT: Ik verlang die te horen, hopend die te beantwoorden en de bezwaren weg te nemen.

OUD LICHT: U stelt dat er geen inwendige roeping is aan de harten der uitverkorenen door de Heüige Geest. Ik geloof echter dat die zeer duidelijk in de Heilige Schrift geleerd wordt, nl. in Romeinen 8 vers 30: En die Hij te voren verordineerd heeft, deze heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, deze heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, deze heeft Hij ook verheerlijkt.

2 Timotheüs 1 vers 9: Die ons heeft zalig gemaakt, en geroepen met een heilige roeping, niet naar onze werken, maar naar Zijn eigen voornemen, en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus voor de tijden der eeuwen. Als men al deze plaatsen in hun verband nagaat is er nooit een algemene roeping uit te bewijzen. Maar wel alleen een bijzondere aan de uitverkorenen, tot zaligheid en deze is het, die wij de inwendige roeping noemen.

NIEUW LICHT: Ik heb u reeds gezegd, dat ik stel een algemene en weimenende roeping tot zaligheid, door middel van het evangelie, welke de Heilige Geest krachtdadig maakt aan de harten der uitverkorenen, welker verstand en wil Hij zodanig bewerkt, dat zij het getuigenis Gods dat Hij in het evangelie, van de weg der zaligheid in Christus Zijn Zoon geeft, omhelzen en zich daarop verlaten. Als u nu wüt deze bewerking van de Heilige Geest een inwendige roeping te noemen, zal ik daar niet veel tegen hebben, als u maar daarbij in aanmerking neemt, dat God geen ander woord gebruikt, als dat, waarmee Hij alle mensen, die onder het evangelielicht leven welmenend tot zaligheid roept.

OUD LICHT: Ten tweede moet ik u vragen waarop is die algemene en weimenende aanbieding van het evangelie dan gegrond ?

NIEUW LICHT: Die is gegrond ten eerste op het Goddelijk welbehagen en de liefde die God heeft om alle zondaars te herstellen in Zijn zalige gemeenschap, waaruit zij door de zonde gevallen zijn en ten tweede op de oneindigheid van Jezus verdiensten, welke dat overwicht hebben, dat Hij daardoor, niet alleen een zondige wereld, maar indien het Zijn welbehagen was, ook de duivelen zou kunnen zaligen.

OUD LICHT: U stelt daar twee stukken, vriend, die nogal wat inhouden. Kan er in God buiten Zijn Zoon, als Borg, een welbehagen zijn om zondaars zalig te maken ? Is niet de Heere, vanwege Zijn geschonden gerechtigheid, voor de zondaar, buiten de Borg aangemerkt, een verterend vuur en een eeuwige gloed, bij welke niemand wonen kan, gelijk er in Jesaja 33 vers 14 staat ? En haat Hij niet alle werkers der ongerechtigheid, gelijk David zegt in Psalm 5 vers 6 ? En zoals u van de verdienste van Jezus spreekt, zou u ook moeten stellen dat die verdiensten zich uitstrekken tot allen die onder het licht van het evangelie leven. En dientengevolge een algemene verzoening, welke volkomen tegen Gods Woord strijdt, want dat leert ons duidelijk dat Christus maar alleen een verzoening heeft opgebracht voor diegenen, die Hem van de Vader gegeven zijn.

NIEUW LICHT: Hierop moet ik u antwoorden dat ik stel dat er in God zeker een welbehagen is tot het zaligen van zondaren buiten de Borg. Want ten eerste Gods eeuwige liefde en barmhartigheid, die Hem van nature eigen zijn, brengen dit mee. Hij kan niet anders als liefde beoefenen over Zijn schepselen, en komen ze Hem voor als zondig. Zijn barmhartigheid moet er zich over ontfermen.

Ten tweede, indien dat welbehagen Gods niet was geweest, zonder zonden in de Borg aan te merken, dan zouden zij verkoren zijn om Christus en dan was de verkiezing niet vrij geweest. Ook is Christus de uitvoerder van de verkiezing en niet de oorzaak daarvan, dit leert de apostel Paulus in Efeze 1 vers 4: Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, (en niet om Hem) voor de grondlegging der wereld.

En waarop is ten derde, de eeuwige verkiezing van sommige mensen tot de zaligheid gegrond ? Immers alleen op Gods vrij en souverein welbehagen. Dit bevestigt Paulus als hij zegt in Romeinen 9 vers 18: Zo ontfermt Hij Zich dan diens Hij wil en verhardt die Hij wil.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juni 1974

De Wachter Sions | 8 Pagina's

SAMENSPRAAK tussen Oud- en Nieuwlicht 4

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juni 1974

De Wachter Sions | 8 Pagina's