Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE Bijbelse Geschiedenis 13

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE Bijbelse Geschiedenis 13

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE WIJZEN UIT HET OOSTEN.

Vragen 41 t.m. 50.

De Evangelist Lukas heeft ons medegedeeld dat de herders de eersten waren die op aanwijzing van een engelenverschijning de Zaligmaker gevonden en aangebeden hebben. Terwijl Mattheus over de herders zwijgt, verhaalt hij ons dat er enige Wijzen uit het Oosten gekomen zijn om Hem hulde te brengen. Hoe blijkt het hieruit dat de Heilige Geest de Evangelieschrijvers bestuurd heeft zodat zij één en dezelfde geschiedenis in volkomen onderlinge overeenstemming op verschillende manier te boek gesteld hebben. De waarheid Gods komt nu des te zekerder en heerlijker naar voren want het is duidelijk dat zij niet geschreven hebben volgens menselijke afspraak maar dat ieder voor zichzelf eenvoudig datgene verhaald heeft, wat de Geest hem ingaf.

Wat de Wijzen ertoe gebracht heeft naar Jeruzalem te reizen lezen we in Matth. 2 vers 2: zij hadden een bijzondere ster gezien in het Oosten. Zij hielden dit voor een aanduiding dat er een buitengewoon persoon geboren was in het land van Judea. Wij achten het niet onwaarschijnlijk dat zij enige kennis van God hadden en van de verwachting van het volk der joden. Zij kunnen bekend geweest zijn met de profetie van Bileam, die een magiër was zoals zij, of met de boeken van Daniël, die ook in hun land geleefd heeft. In ieder geval heeft het God behaagd hun bekend te maken met de geboorte van Christus in een taal die zij verstonden. Tot de herders heeft de Heere gesproken door een engel en tot de heidense wijsgeren sprak Hij door een ster. Een besluit om op reis te gaan en onderzoek te doen naar de geboren koning hebben zij zonder uitstel genomen. Ook nemen zij zich voor hem hulde te brengen en hem te aanbidden als zij hem gevonden zullen hebben. Het spreekt vanzelf dat zij hun schreden richten naar Jeruzalem. Deze plaats was vanouds de hoofdstad van het joodse rijk en de residentie der koningen. Nu zetelt daar Herodes en daar zou men hen wel nader kunnen inlichten, zo verwachten zij. Zo zeker zijn ze van hun zaak dat zij bij hun aankomst niet vragen: Is er een koning geboren ? , maar: Waar is de geboren Koning der joden .? Zij twijfelen niet of zij zullen op deze vraag een afdoend antwoord ontvangen. Tot hun bevreemding bemerken zij echter dat er niemand is die hun enigerlei inlichting kan geven. De inwoners van Jeruzalem wisten van geen geboren koning. Het bleek dat zij vreemdelingen waren van Christus. Toen de Wijzen volhielden dat er een koning geboren moest zijn ontstond er beroering onder het volk. Het meest van allen was Herodes ontroerd, toen deze hoorde wat er gaande was. Ook hij was niet geheel onbekend met de inhoud van de profetieën en hij twijfelde er niet aan dat met die koning der joden de Messias bedoeld was.

Uit vrees dat hij zijn kroon zou verliezen rijpte in het hart van de goddeloze vorst aanstonds een boosaardig plan. Met de bedoeling de geboren Koning om te brengen raadpleegt hij de overpriesters en de schriftgeleerden. Hij vraagt hun waar, volgens de Schriften, de Christus zou geboren worden. De priesters en de schriftgeleerden hebben niet veel tijd nodig om op deze vraag antwoord te geven. Ook verschillen zij hierover niet van mening. Allen zijn het er over eens dat de Messias geboren moest worden te Bethlehem, in Judea gelegen. Nu Herodes dit weet verzoekt hij de Wijzen, als zij te Bethlehem het Kindeke gevonden zullen hebben, hem dit te boodschappen. Dan - zo doet hij het hun voorkomen - zou hij daar ook heen gaan en de geboren Koning hulde bewijzen. Ook vraagt hij de Wijzen hem nauwkeurig te zeggen wanneer de ster verschenen was. Hij wilde dus de leeftijd van het Kind weten. Als hij nu ook de plaats vfist waar het zich bevond, dan kon hij zijn snode plan ten uitvoer brengen. Hij verzoekt de Wijzen hem op de terugweg te vertellen waar zij de geboren koning gevonden hebben. Zo begeven de vreemdelingen zich op weg van Jeruzalem naar Bethlehem. Niemand van het joodse volk gaat met hen. Het zou hun hebben kunnen ontmoedigen als zij waarnamen dat de Koning die zij zochten in Zijn eigen land zo veronachtzaamd werd. Maar de Heere bewaarde hen daarvoor en Hij deed het hun aan geen geleide ontbreken: de ster die zij in het Oosten gezien hadden ging hun voor. En als de ster dan blijft staan boven de plaats waar zij moeten zijn, treden zij met blijdschap het huis binnen. Daar ontmoeten zij Maria en Jozef en het Kindeke, dat zij zochten. Zij twijfelen niet of Hij is het, voor Wie zij de reis ondernomen hebben, zij zijn ook niet teleurgesteld dat Hij zich bevond in een armelijke woning inplaats van in een heerlijk paleis. We lezen dat zij nedervielen en Hem aanbaden. Zij openden daarna hun schatten en spreidden de uitnemendste voortbrengselen van hun land voor Hem uit: goud, vfierook en mirre. De profetie dat vreemden zullen komen om vereringen toe te brengen ging hier in vervulling. Na deze huldiging keren de Wijzen naar hun land terug. Zij gaan echter niet eerst naar Jeruzalem om Herodes te boodschappen waar zij de Koning gevonden hadden. In de droom had de Heere hen geopenbaard dat Herodes het Kind wilde doden en dat zij derhalve zijn paleis zouden mijden.

Hoe jong was de Heiland al omringd door dreigende benauwdheden. Tegelijk met Zijn leven nam Zijn lijden een aanvang. Maar Zijn ure om te sterven was nog niet gekomen. De Heere was bekend met de aanslagen die tegen Zijn Zoon gesmeed werden. Hij zond Zijn engel uit om ook Jozef met het gevaar bekend te maken en om henl te zeggen wat hij doen moet om eraan te ontkomen. Neem tot u dat Kindeke en Zijn moeder, zo wordt hij vermaand in de droom, en vlied in Egypte en wees aldaar, totdat Ik het u zeggen zal. De Heere betoonde door dit woord dat het leven van het Kind ook voor het vervolg aan de zorg Gods zou zijn toebetrouwd. De reis naar Egypte zal voor Jozef moeilijk en vol gevaren geweest zijn en toch was hij niet ongehoorzaam aan het hemelse gezicht. Hij stond op in de nacht en vertrok. Hij onderwierp zich gewillig aan de beproeving te moeten verkeren in een land dat ver verwijderd was van 's Heeren instellingen temidden van een volk dat vanouds vijandig gezind was geweest jegens de geslachten Israels. Maar Mattheus doet ons opmerken dat het niet buiten Gods raad was en dat ook hierin de Schrift vervuld werd, als zij zegt: Uit Egypte heb Ik Mijn Zoon geroepen. Intussen heeft Herodes tevergeefs op de terugkeer van de Wijzen gewacht. Wanneer hij eindelijk een onderzoek instelt komt hij te weten dat zij langs een andere weg vertrokken zijn naar hun land. Dit doet hem vermoeden dat de vreemdelingen met de nieuwe koning samengespannen hebben, hetgeen zijn afgunst nog temeer aanwakkert. Hij werd zeer toornig, staat er. In zijn woede neemt hij zich voor een afdoende maatregel te nemen. Kan hij zijn gewaande mededinger niet afzonderlijk bereiken, dan zal hij hem treffen door een algemene maatregel. De Heere Jezus was toen waarschijnlijk nog geen jaar oud, evenwel besluit Herodes alle kinderen van twee jaar en daaronder om te brengen. Zo meent hij zeker te kunnen zijn dat zijn prooi hem niet ontgaan kan. 'De man, van wie de ongewijde geschiedschrijvers verhalen dat hij zijn eigen kinderen had laten vermoorden, schrikt er niet voor terug alle kinderen, niet slechts in Bethlehem maar in al deszelfs landpalen, dus ook in de omliggende dorpen, van het leven te beroven. Het is te verstaan dat er bij deze onmenselijke daad een groot geschrei opging dat tot in verre omtrek gehoord werd. Evenals in Egypte, toen alle eerstgeborenen stierven, was de smart in de landstreek van Bethlehem zeer groot.

De gruwzame slachting onder Bethlehems kinderen aangericht, was een der laatste wandaden van Herodes bloedige regering. Kort daarop is hij gestorven. Aan Jozef wordt dit in de droom bekend gemaakt en de Heere beveelt hem om naar het land Israël weder te keren. Maar toen Jozef hoorde dat Archelaüs, die in wreedheid voor zijn vader niet onderdeed in Judea regeerde, vestigde hij zich in Nazareth. Mattheus wijst erop dat ook daarin het profetische woord vervuld werd dat Jlij Nazarener zou geheten worden.

Vragen:

41. Is er grond voor de bewering dat de Wijzen uit fiet Oosten drie koningen geweest zijn ?

42. Is het bekend uit welk land zy afkomstig waren ?

43. Welke bijzonderheid zouden zij aan de ster ontdekt hebben ?

44. Wat houdt het in dat geheel Jeruzalem ontroerd werd ?

45. Uit welke profetie wisten de Schriftgeleerden dat de Christus in Bethlehem zou geboren worden ?

46. Hebben de Wijzen aan Christus godsdienstige eer bewezen ?

47. Zouden hun gaven een symbolische betekenis gehad hebben ?

48. Zijn de vermoorde kinderen van Bethlehem als martelaars voor Christus te beschouwen ?

49. Waarom wordt het rouwbeklag van de moeders in verband gebracht met het wenen van Rachel ?

50. Waar vinden we de profetie: Uit Egypte heb ik Myn Zoon geroepen ?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 1974

De Wachter Sions | 8 Pagina's

DE Bijbelse Geschiedenis 13

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 1974

De Wachter Sions | 8 Pagina's