Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERK STAAT en SCHOOL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK STAAT en SCHOOL

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hei belang van goed onderwijs.

Ds. N. H. Beversluis, die gelijk wij weten voordat hij predikant werd, eerst onderwijzer geweest was. heeft een schoolrede nagelaten over Efeze 6 : 4b: ..Voedt ze op in de lering en vermaning des Heeren."

De leraar sprak daarbij over:

1. Wiens zijn onze kinderen ?

2. Hoe is daarom onze verhouding tot onze kinderen ?

3. Hoe hebben we onze kinderen te beschouwen ?

4. Hoe betoont Zich de Heere omtrent onze kinderen ?

5. Welke verplichting vloeit daaruit voort voor ouders ?

Nadruk laat ds. Beversluis o.a. op het volgende vallen: Een soeverein recht heeft God op ons en onze kinderen. En dit soevereine Godsrecht behoren wij te eerbiedigen, ook in het stuk van opvoeding en onderwijs .... Hiertoe, ouders, hebt ge u met de doop uwer kinderen plechtig verbonden voor God en Zijn gemeente; name- Ujk, om ze in deze leer te onderwijzen en te doen en te helpen onderwijzen, 't Is de eis des Heeren: „Voedt ze op in de lering en vermaning des Heeren."

Al verder luidt het: Het is een zaak van groot belang welke beginselen de jeugd worden ingeprent. Die zetten in het algemeen een stempel op al, wat zij naderhand doen. Zien we, dat mensen uitnemende zorg dragen hun paarden, koeien, honden, vogels enz. in welgedane en voordelige toestand te birèhgen, ' van hoeveel méér belang is het, dat vooral christenouders zich bevlijtigen, het welzijn hunner kinderen te behartigen. Immers, aan het recht betrachten van deze plicht is beide, het tijdelijke en eeuwig belang der kinderen verbonden.

Door het nalaten en verwaarlozen van deze plicht der verzorging onzer kinderen laden wij de schuld van him eeuwige rampzaligheid op ons. Daarom is en blijft het de dure roeping van elk christen, ook anderen tot het wèl volbrengen van deze plicht op te wekken en te vermanen en tezamen naar de maatstaf en regel van Gods Woord de middelen te beramen en te gebruiken, welke ons met de onmisbare zegen des Allerhoogsten daartoe kunnen dienstig zijn.

Houdt'ook, zo luidt het wat verderop, vooral rekening met de vraag: waar, in welke omgeving, ademt de ziel van mijn kind ? Leringen wekken, maar voorbeelden trekken.

Niet minder gewichtig is de vraag: Hoe wordt mijn kind opgevoed ? De Heere zegt: „De vreze des Heeren is het beginsel der wijsheid." In de opvoeding en het onderwijs der jeugd behoort dus de vreze Gods in het voorgestoelte. Daar waar ge uw kind gebracht hebt, vader en moeder, is daar iets van de vreze Gods te vinden ? ....

Worden uw' kinderen daar al vroegtijdig bewerkt, zover dit op des opvoeders weg ligt, tot boetvaardigheid en schuldbelijdenis voor de Heere ? Worden ze gewezen op en bekend gemaakt, naar de mate hunner bevatting, met de Christus der Schriften. Die van de Vader gegeven is tot een verzoening der zonden en een heiliger des harten, zodat al vroegtijdig de allerellendigste doodsstaat des mensen hun wordt ingeprent en een tegengif gegeven wordt tegen het snelwerkend vergif van de bijna alomgevierde voorwerpelijke leer ?

Ja, is in de bearbeiding van uw kroost door opvoeders het einddoel: de zaligheid van uw kinderen, de eer en de heerlijkheid Gods, door Zijn eigen formeersel Hem toegebracht ?

En de bedenking: „Ik kan er niets aan doen; als de Heere zelf niet werkt, dan kan het toch niets baten", beantwoordt ds. Beversluis: Ik zou dezulken wel eens willen vragen, hoe zij er ooit toe hebben durven komen, de doopbelofte

voor hun kinderen af te leggen. Ze wisten toch, dat ze er niets van zouden kunnen volbrengen ? Zoudt ge door u te onttrekken, u ook niet schuldig maken aan het verachten van de dag der kleine dingen ?

Waar dan ook, zo besluit hij, een gemeente is, die deze beginselen belijdt en een school sticht om de kinderen der gemeente naar deze beginselen op te voeden, daar behoort elk lid der gemeente zijn kinderen te brengen uit kracht van de afgelegde doopbelofte in die gemeente. Zeker behoort men het als zijn heilige plicht te achten, de inrichting, de school daartoe op zovele wijzen als mogelijk te steunen. Voornamelijk ook door gebed.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 1975

De Wachter Sions | 8 Pagina's

KERK STAAT en SCHOOL

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 1975

De Wachter Sions | 8 Pagina's