Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE Bijbelse Geschiedenis 46

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE Bijbelse Geschiedenis 46

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Antwoorden 201 t.m. 210.

201. De Heere Jezus heeft hen bestraft die Hem opmerkzaam maakten dat Zijn moeder en broeders buiten stonden, zoekende Hem te spreken. De reden hiervan was dat Hij juist bezig was de scharen het oordeel aan te kondigen wegens het verachten van het woord dat Hij tot hen gesproken had. De koningin van het Zuiden, zo had Hij gezegd, zal opstaan in het oordeel met dit geslacht en het veroordelen; want zy is gekomen van de einden der aarde, om te horen, de wijsheid van Salomo; en ziet, meer dan Salomo is hier (Matth. 12 : 42). Alles was in de weer om Christus' prediking te verijdelen en zulks geschiedde onder aanvoering van de vorst der duisternis. Dat de Heere de werkingen van Satan doorzag blijkt duidelijk uit de volgende verzen, waarin we lezen dat Hij het boze geslacht aan de macht van de onreine geesten had overgegeven. Maar de duivel gaf het niet op. Nu hij zijn zin niet kon krijgen de prediking des Heeren te verijdelen door de onredelijke kritiek van de farizeeën trachtte Hij het woord te verstoren door het ontijdig bezoek van bloedverwanten. Daarom wilde Christus niet luisteren naar degene die tot Hem sprak: Zie, Uw moeder en Uw broeders staan daar buiten, zoekende U te spreken. Zo zien we dat soms degenen die ons wezenlijk welzijn zoeken, ons toch in de weg kunnen treden bij de uitvoering van onze plicht. De Heere heeft deze gelegenheid aan­ gegrepen om te tonen dat Hij Zijn geestelijke familie hoger stelde dan Zijn natuurlijke verwantschap. Want zo wie de wil Myns Vaders doet, zegt Hij, dezelve is Mijn broeder en zuster en moeder.

202. Degenen, voor wie de Heere Jezus de betekenis van de gelijkenissen verborgen hield waren in de aUertreurigste toestand. Zij verkeerden nog wel onder de genademiddelen maar de Heere onttrok daarbij de bediening des Geestes, zodat zij het woord wel hoorden, maar geenszins konden verstaan, het kwam wel tot hun oren maar niet in hun hart, om zich te bekeren en genezen te worden. Vele eeuwen had God het volk der joden bearbeid door de wet, de priesters en de profeten. Nu ten laatste kwam de Heere door Zijn Zoon om vrucht te zoeken en vond ze niet. Moedwillig verwierpen zij Hem en de krachten die Hij onder hen deed kenden zij aan de Satan toe. Hierop moest wel het zwaarste oordeel volgen. De algehele ver-

harding is de grootste zonde en tevens het zwaarste oordeel. We kunnen zeggen dat, wat hier over de farizeeën en schriftgeleerden wordt uitgesproken, de treurigste toestand is, waarin de mens, buiten de rampzaligheid zijn kan en er ligt een ernstige waarschuwing in voor ieder die onder de waarheid verhard wordt.

203. Voor Zijn gunstgenoten was het onderricht door gelijkenissen een grote zegen. De zaken van Gods koninkrijk werden er hun duidelijker door gemaakt en gemakkelijker verstaan en meer 'geschikt om in hun geheugen bewaard te worden. Zij worden zalig gesproken wegens het voorrecht dat zij zien met de ogen en horen met de oren. Door wederbarende genade zijn hun de ogen geopend geworden en de minste onder hen is gelukkiger en verstandiger dan de grootste ge- Jgerdf, die vreemdeling is van het leven der genade,

204. In Matth. 13 vinden wij zeven gelijkenissen aangaande het koninkrijk der hemelen. Zij gaan over de zaaier, het onkruid tussen de tarwe, het mosterdzaad, de zuurdesem, de schat in de akker, de koopman die schone paarlen zoekt, het visnet.

205. In de Heilige Schrift komt tweemaal een fabel voor n.1. in Richt. 9 : 8 e.v. en in 2 Kon. 14 : 9. De eerstgenoemde werd uitgesproken door Jotham de jongste zoon van Gideon. Hij had zich gesteld op de berg Gerizim en hij verzocht de inwoners te luisteren naar de geschiedenis van de doornbos-koning. De bomen wilden een koning over zich hebben, maar noch de olijfboom vnlde zijn vettigheid, noch de vijgeboom zijn zoetigheid, noch de wijnstok zijn most verlaten, om te zweven over de bomen. De doornbos nam het aanbod aan, maar hij dreigde met vuur, dat van hem zou uitgaan, indien de keuze niet in oprechtheid gemeend was. De strekking was duidelijk en de vervulling volgde spoedig. In 2 Kon. 14 beeldt koning Joas in een fabel de overmoed van de koning van Juda uit. De distel op de Libanon vroeg de dochter van de cederboom ter vrouw voor zijn zoon, doch hij werd door het gedierte des velds vertreden. Fabels zijn dus kleine verdichte geschiedenissen, waarin de redeloze schepselen (dieren, bomen enz.) sprekend en handelend optreden om menselijke toestanden voor te stellen en daardoor te leren. 206. In de brief van de apostel Paulus aan Titus spreekt hij over joodse fabelen, maar dan heeft het woord meer de betekenis van dwalingen. Dwaalleraars leerden namelijk zeer onbehoorlijke dingen omtrent het wezen Gods en de persoon des Middelaars. Daarop wijst de apostel ook in zijn eerste brief aan Timotheüs als hij het heeft over fabelen en geslachtsrekeningen of over oudwijfse fabelen. Hiermee worden dus allerlei dwaze dingen bedoeld, die geleerd werden om de gemeenten van de eenvoudige waarheid af te trekken. De apostel Petrus noemt dit kunstig verdichte fabelen navolgen (2 Petr. 1: 16).

207. Een mythe is onderscheiden van de gelijkenis en ook van de fabel. De mythe is geen verdicht verhaal dat de strekking heeft om de ander te leren maar het is een verhaal dat geen waarheid is en dat men voor waarheid uitgeeft. De eigenlijke mythen behoren bij het heidendom en bevatten doorgaans gebeurtenissen uit de goden- of de heldenwereld. In de Heilige Schrift komen geen mythen voor. De bijzondere Godsopenbaring onderscheidt zich juist daardoor van menselijke geschriften dat zij voor deze verzinsels geen plaats heeft. Het is een van de aanslagen tegen de autoriteit van de Schrift dat men in onze dagen de Schrift met mythen vermengd zegt te zijn.

208. Men maakt onderscheid tussen een allegorie en een gelijkenis of parabel, hoewel zij dicht bij elkander staan. Een allegorie, zoals de Christenreize van Bunyan, is een uitgewerkt verhaal waarvan alle trekken moeten worden overgebracht terwijl dit bij een gelijkenis niet mogelijk is.

209. De gelijkenissen zijn ook onderscheiden van de gewone beeldspraak. De bijbel is vol van beeldspraak en ook de Heere Jezus heeft in Zijn redevoeringen steeds beelden gebruikt. Denk aan de bergrede, waar Hij sprak over het zout der aarde, een stad boven op een berg liggende enz.

210. De profeet Nathan heeft David de bekende gelijkenis van de rijke man en het gestolen ooilam voorgesteld. Ze is beschreven in 2 Sam. 12. De overeenkomst met hetgeen David gedaan had in de zaak van Uria de Hethiet was zeer treffend en door de toepassing werd Davids gemoed als met één hamerslag verpletterd. Zo zien we dat ook in het Oude Testament door de profeten reeds gelijkenissen gebruikt werden en dat ze als middel in de hand des Geestes een gezegende vrucht afwierpen.

Neem, o myn volk, neem myne leer ter ore; Neig oor en hart, om naar myn stem te horen; 'k Zal met myn mond u wijze spreuken leren, Verborgenheen, van ouds of waardig t' eren. My vloeit een schat van wijsheid uit den mond. Gelijk een bron, die voortspring uit den grond.

Psalm 78 : 1.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 1975

De Wachter Sions | 8 Pagina's

DE Bijbelse Geschiedenis 46

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 1975

De Wachter Sions | 8 Pagina's